
 
        
         
		de  gezondheid  niet  schaden.  Re  meisjes  uit  de  arme  standen  huwen  met 10—11  uit  
 H B f l K f l   12~ 13  jaren-  R i e d e n  van  1 6 -1 7  jaren gaan veelal reeds 
 behbenpp  7 i J  B i   1 1  -pas  later’  als  ziJ  v°ldoende  hebben,  een  vast  huwehjk  te  sluiten.  inkomsten  of vermösge  n"  
 De  huwelijken  worden  tot  stand  gebracht  door  vrouwelijke  hemiddelaars  of  ver 
 1 1 1   feestSelaSen  M i   gedurende  7  ä  8  dagen  bruiloft  gevierd.  Hierbii  
 moet  de  bruidegom  met  geweld  den  sluier  oplichten,  om  zijn  vrouw  voor  het  eerst  
 van  aangezicht  tot  aangezicht  te  zien.  Men  let  er  op,  wie  daarbh  den  ander  h *   
 Pa  T   1'0 1 apV S  hem  of haar zal de overhand in de huishouding toekomen  
 j   !j  lir-  ,  tweede>  soms  tot  het  derde  jaar  gezoogd  worden  door 
 de moeder,  blijyen  in  het  vrouwenvertrek:  de  jongens  tot  het  zevende  iaar  dp 
 700I   J  ,De  J°Dg“n . kl'ijgt  na  het  zevende  jaar  een  onderwiizer,  die  hem 
 vormen  leert,  en  m  lezen,  schrijven  en  den  Koran  onderricht  geeft.  Tot  het  achtste 
 de  S S L   an%en  me‘SJfS  en  j° nSeris  gemeenschappelijk  onderwijs,  daarna worden  
 de  meisjes  aan  de  aanralung  met  mannen  onttrokken  en  vertodnen  zii  zi7h  nfet  
 anders  dan  gesluierd.  In  vergelijking  met  andere  Oostersche  landen  genieten  de 
 vrouwen  in  Perzie  groote  vrijheden.  gemeten  ue 
 *  * * 
 Het  godsdienstig  leyen  wordt  in  Perzie  beheerscht  door  den  Islam.  Wii  behoeven 
 ■ I t f e  ni  .,  'gn   korneni  (zie  pag.  43  en  150,  enz.)  doch  wijzen  slechts op eenlge  
 bijzonderheden.  De  Sjiietische  Perzen  vereeren  namelijk  Ali,  den  oom  van  den  
 profeet,  nog  meer  dan  den  profeet  zelf,  en  Ali’s  zonen,  Hussein  en  Hassan  die  in  
 Khalif "n  Kerbeiah  vielen,  worden  als  heiligen  vereerd,  terwijl  zij  den  tweeden  
 Khahf  Omar,  dien  de  Sunmeten  hoog  vereeren,  bespotten.  Bedevaarten  naar  de  
 graven  yan  Ali  en  zijn  zonen,  te  Kerbeiah  of  Mesjed  (ten  zuiden  van  Baedadi  
 hoewel  m  het  land  der  gehate  Sunmeten  gelegen,  doen  zij  vele,  en  wie  er  aan 
 ^ Ö i r v e r r r £ Jgden  t i t e U H a d ^ '  ”K°rbelah”  *   n° emen-  Wie  bOTendienMekka 
 •d°e11  H w B l   B   hun  trek  naar  het  nomadische  rondzwerven  
 I B H H B h B i   j S  een  groot aantal pelgrimskaravanen in Perzie ontmoeten’  
 ¿ f l   H 5   H   e“   de  T°orbidders  voorop  in  processie  naar  heilige T a t s e ü   
 trekken.  Ovengens  heeft  de  godsdienstoefening  der  Perzen  weinig  vertoon-  hun  
 tempels  zijn  njk   versierd,  doch  eenvoudig  gebouwd,  zonder  minarets-  zii  wordpn  
 weinig  bezocht.  Vreemdelingen  hebben  luer  ook  vrijen  toegang  wat’Z i   W  de  
 Türken  n,et  gaarne  ziet.  De  geestelijkheid  is  zeer  toegevend  omtTent  de  zonden 
 binnenshuis  p k a t e V in T   dnnken’  h°6Wel  TOrb°den’  WOrdt  niet  gestraft,  als  het 
 maand  voor  de  geestelijkheid.  Op  een  paard  of  een  ezel  gezeten,  ziet  men  hen  bh  
 honderden  door  het  land  trekken  en  m  de  steden  of druk bezochte plaätsen  afstiigen 
 o i n   v o o r   h e t   v e r z a m e l d e   v o l k   u i t   d e n   K o r a n   t e   p r e k e n .   J g   ’ 
 J V7 S f e Passie-spelen  in Oberammergau en de mysteriespelen in de middeleeuwen  
 van  Europa,  worden  in  die  maand  ook  m  Perzie religieuse tooneelstukken opgevoerd 
 kan  bp°r ü   n T an  een  schouwburg  door  den  Sjach  is  gebouwd,  die  duizenden  
 n k ,7  bevat*e“ - ,.? ok  ln  paHiculiere  huizen  hebben  dergelijke  opvoeringen  in  ’t klein  
 p a7 ’  °  a  ,  a]s  een, yerdienstelijk  werk  beschouwd  wordt,  waardoor de tooneel-  
 spelers  en  zij,  die  de  stukken  laten  opvoeren,  hun  zieleheil  bevorderen  
 ESTTE*  religmuse  ceremonie  in  Perzie  is  nog  het  slachten  van  den  kameel 
 op  den  Kurban-beiramdag,  het  feest  der  offers.  Dit  geschieht  voor  het  huis  van den  
 grootvizier,  en  de  talrijk  samengestroornde  bevolking  komt  niet  zelden  tot plukharen 
 huis  wi.iebrerngennWeZlge  h6t  - g “   -M e n g e n d e   vleesch  £ e d Ä 
 *   * 
 * 
 Eigenaardig  zijn  de  in  Perzie  veel  voorkomende  bedelmonniken  of Derwisien  
 e  Derwisjen  in  Perzie  en  elders,  die  in  menigte  door  de  straten  zwerven, maken 
 een  treurige  vertooning  van  vrome  bedelarij.  Het  gebruinde,  vuile  gezicht,  nu  eens  
 met  een  zachte,  dan  weer  met  een  meer  onaangename  uitdrukking,  de  lange,  ruige  
 baard,  het  in  dichte  lokken  of manen  om  de  schouders  hangende,  lange  hoofdhaar,  
 dat  niet  bedekt  wordt  en  sedert  jaren  niet  met  schaar  of kam  in  aanraking  is  
 geweest,  het  lichaam  met  een  donkeren  mantel  bedekt,  die  niet  zelden  een  bedel-  
 mantel  uit  tal  van  stukken  gelijkt,  of  soms  uit  een  schapenvacht  bestaat,  vormen de  
 factoren,  waaruit  het  uitwendig  voorkomen  van  den  Derwisj  is  samengesteld.  Die  
 lompenkleeding  is  het  kenteeken  van  heiligheid  en  deugd,  door  welker  gaten  echter  
 de  ziekelijke  hoogmoed  van  den  Derwisj,  die  armoede  als  zijn  hoogste  sieraad  
 beschouwt,  te  voorschijn  komt.  Yolgens  onze  begrippen  heeft  de  dichter  gelijk,  
 als  hij  zegt : 
 „Ziert  den  Derwisch  Tugendwerth, 
 Braucht  er  keine  Lumpen; 
 Eine  schöne  Frau  entbehrt  
 Leicht  des  Schmucks  zum  Prunken.” 
 De  Derwisjen  zijn  bedelaars,  die,  tegen  een  muur  geleund,  als  een  schildwacht  op  
 post  staan,  en  de  offers  afwachten  van  de  voorbijgangers,  wien  zij  telkens  eenige  
 woorden  toeroepen.  Het  zijn  mannen,  afkomstig  uit  verschiffende  landen;  sommigen  
 verraden  door  hun  Neger-uiterlijk,  dat  Afrika  hun  vaderland  is. 
 *   * * 
 Nog  een  enkel  woord  over  de  „Parsen”,  die  door  de  Sjiieten  met  den  verachte-  
 lijken  naam „Gebers”, „ongeloovigen” betiteld worden.  Van deze nakomelingen der oude  
 Perzen,  die  den  „vuur-  en  lichtdienst”  nog  bewaard  hebben,  wonen  er  slechts  
 weinigen  meer  in  Perzie;  de  meesten  houden  nog  verblijf  in  Engelsch-Indie,  waar  
 zij  tot  hooger  rangen  stijgen.  Alleen  in  het oosten  van  Perzie  bestaan  nog  eenige  
 hunner  gemeenten  te  Jezd  (het  midden),  Taft  en  in  de provincie Kirman.  Hun  aantal  
 wordt  op  8000  gesehat;  voor  een  eeuw  was  het  nog  ongeveer  100,000. 
 In  de  vroegste  tijden  hadden  de  Iraniers  tempels,  noch  altaren,  om  van  goden-  
 beelden  niet  te  spreken,  welke  de  leer  van  Zarathrusthra  streng  buitensluit,  maar  
 welke  toch  sedert  Artaxerxes  Mnemon  te r  eere  van  Mitbra en Anahita werden opge-  
 richt.  Men  offerde  in  de  open  lueht  op  de  toppen  der  bergen.  j? 
 Wanneer  de  tempels  der  Parsep,  de  zoogenaamde  „vuurtempels”,  ontstaan  zijn,  is  
 niet  met  zekerheid  bekend,  maar  dit  weten  wij,  dat  zij  reeds  in  de  eerste  tijden  
 van  het  historisch  rijk  der  Perzen  bestonden.  De  tempels,  welke  in  Azerberdsjan  en  
 Fars  in  puin  liggen,  en  die,  welke  de  afbeelding  vertoont,  leeren  ons  hun inrichting  
 kennen.  Meestal  zijn  die  tempels  vierkant,  met  hooge  muren,  en  een  torenachtig  
 uiterlijk.  Zij  hebben  een  binnenste  vertrek,  waaromheen  een  nauwe,  overdekte  gang  
 loopt,  maar  vertoonen  anders  weinig  bijzonders. 
 Een  eerste  plaats  in  de  tempels  der  tegenwoordige  Parsen  en  zeker ook m die  der  
 oudheid  bekleedt  de  steen  Adosjt,  waarop  in  een  met  asch  gevuld  vat  het  heilig  
 vuur,  het  eenige,  waaraan  de  Parsen  eer  bewijzen,  brandt  en bestendig onderhouden  
 wordt.  In  het  dak  zijn  openingen  aangebracht,  om  den  rook af te  leiden, maar waardoor  
 evenwel  de  zonnestralen  niet  kunnen  doordringen.  Alleen  de  priesters  mögen  
 deze  vuurplaats  betreden,  om  het  vuur  te  onderhouden.  De  steen  wordt. gedurig met  
 zorg  afgewasschen.  Gaarne  neemt  de  priester  giften  aan,  om  het  vuur  te  onderhoud 
 e n ;  men  schat  de  zedelijke  waarde  daarvan  hooger  dan  aalmoezen.  De  personen,  
 die  het  vuur  bedienen,  moeten  mond  en  neus  bedekken,  om  het  heilige  vuur  niet  
 door  hun  adern  te  verontreinigen.  Bij  de  vuurtempels  vindt  men  tuinen  en  rustplaatsen. 
   . 
 De  godsdienstoefening  bestaat  in  de  vereering  van  het  vuur  en  m  het  opzeggen  
 uit  de  heilige  Schriften;  zij  is  hoogst  eenvoudig.  Heiliging  van  het  vuur is hoofdzaak  
 in  den  cultus.  Het  voor  het  dagelijksch  leven  gebruikt  wordend  vuur  is  onrem,  en  
 er  zijn  bepaalde  gebruiken  voorgeschreven,  om  dat  vuur  te  reinigen.  Behalve  
 reinigingen  behooren  offeranden  tot  de  heilige  handelingen.  Geofferd  worden:  de kop  
 van  een  geslacht  dier  (het  slachten  zelf  behoort  niet  tot  den  eeredienst)  brood  en de