gemeenschappelijke tafel. Het persoonlijk egolsme heeft zijn plaats afgestaan aan het
familiebelang, waarin ieder ook zijn persoonlijk belang ziet. _
Toch is de persoonlijke vrijheid niet geheel ter zijde gesteld. De onafhankelijkheid
schept echter een solidariteit onder de familieleden en bij het gemis van een absoluut
hoofd worden zij vereenigd door een band van genegenheid.
Bii splitsing van het bezit en het uit elkander gaan der famihe vindt de verdeeling
plaats bii staken. De familiebezitting wordt in zooveel gelijke porties verdeeld, als
de o-rondvester dezer gemeenschap zonen heeft, zonder te letten op de nakomehngen,
welke dezen bezitten. Alleen de verdeeling van landbouw-producten en andere nood-
zakeliike benoodigdheden maakt een uitzondenng op dien regel van. verdeeling.
Hieruit blijkt, dat er zorg gedragen wordt voor het noodige. De meisjes blijven over
’t geheel van de erfenis des vaders uitgesloten. Dit geschiedt op grond van het
gewoonterecht, hoewel de positieve wet des Jands ook het erfrecht der meisjes
erkent. Alleen de mannelijke nakomelirigen erven het bezit en den ouderlijken haard.
In creval van het uitsterven van een mannelijken staak wordt er een meuwe
gemeenschap gevormd. Soms ook kan hevige oneenigheid tusschen de broeders eener
familie tot verdeeling der erfenis aanleiding geven, zelfs nog tijdens het leven van
den familievader. Hieruit blijkt ook, dat niet het hoofd, maar de familie bezitter is.
Doch de familieleden, die tot een dergelijke verdeeling overgaan, hebhen hun goeden
naam in de oogen van het volk verloren. Men doet dan ook alles, om een dergelijke
scheiding en oplossing der familie te voorkomen, die voor velen den strijd om het
bestaan moeielijker maakt. Doch juist de oudere leden eener gemeenschap vragen
soms hun aandeel ,op, om alleen gemakkelijker te leven.
Het landbouwbedrijf maakt dikwijls de samenwerkmg v a n een groot aantal handen
teweliik noodig. Deze kunnen door de familiegemeenschap geleverd worden, en die
omstandigheid werkt mede, om de familieleden langer als een gemeenschap by
elkander te houden. I , •
Als het familiehoofd oud wordt en zijn krachten verminderen, doet hij meestal
vrmvillig afstand als hoofd en de oudste zoon neemt zijn plaats in. De gi-ootvader
roept de geheele familie, mannen en vrouwen, ouderen en kmderen om zieh heen,
en geeft hun zijn patriarchalen zegen. Daarbij bedankt hij hen allen voor de
betoonde gehoorzaamheid, en verklaart daarbij, dat hij besloten heeft zijn waardigheid
aan zijn zoon over te dragen. Vervölgens brengt men den grijsaard water, hij
bevochtigt zijn handen en besprenkelt vervölgens de handen van den opvolger met
eenio-e druppels, om geluk en overvloed op dezen te doen overgaan. Daarna wordt
de beurs aan het nieuwe familiehoofd overhandigd; de vader omhelst zijn zoon, en
een nieuw opperhoofd is in de plaats van het oude gekomen, welke laatste nu m
rust zijn dagen b ij. de familie doorbrengt. . i - l i f
Wanneei; het familiehoofd ongeschikt wordt, om zijn taak te vervullen en het
b e stu u rje voeren, ontheft de gemeenschap hem van zijn post en stelt zij zijn broer
of zoon voor hem in de plaats. , „
Naast het familiehoofd, den „pater familias”, Staat de familiemoeder, „mater
familias”, wier gezag zieh uitbreidt over alle huiselijke zaken. Zij wordt Tantekm
genoemd, hetwelk gewoonlijk vertaald wordt als „familiemoeder”, doch dat eigenlijk
beteekent: „huisdame”, (dame de la maison). Haar plaats is naast die van den
familievader, den Tanmedz 1), zooals deze genoemd wordt, haar echtgenoot. Als de
echtgenoote van den familievader ste.rft, gaat de titel van familiemoeder over op
de echtgenoote van den toekomstigen opvolger van den familievader. Alle vrouwehjke
leden der gemeenschap zijn onderworpen aan.- haar bestuur; zij wijst den vrouwen
de werkzaamhederi aan, zij heeft te bevelen en wordt gehoorzaamd. .De huishoudehjke
werkzaamheden zijn verdeeld onder alle vrouwen derjgemeenschap en ieder vervult
stilzwijgend haar plicht. Het is den vrouwen verboden, met de volwassen jongelieden
te spreken, zelfs tot haar echtgenooten, in tegenwoordigheid van anderen, maar het
Staat hun vrij in een noodig geval met vreemden te praten. Het onderste gedeelte
van het gelaat is met een soort foulard overdekt en op leeftijd dragen zij een sluier.
1) Dit woord, gewoonlijk vertaald door familievader o f hoofd, beteekent eigenlijk: „de groote van
het huis".