comfort bij hen te bestaan. In Jeruzalem en Safed werkt het gebrek aan water
tot die onzindelijkheid mede, doch in Tiberias, aan het meer gelegen, zijn de Joden
nog het onzindelijkst van allen. De vele oogziekten, de geel-bleeke huidkleur, de
sjokkende gang en het droomerig uiterlijk vormen geen aantrekkelijk beeid yan de
zonen Abrahams in het Beloofde Land.
Echte Joden, zooals zij, die uit Egypte trokken, wien de wetten op den Sinai
gegeyen werden, zijn het hier niet meer; het is een gedegenereerd overblijfsel van
dat ras, een aan bijgeloof overgeleverd samenraapsel van Hebreeuwsche elementen.
De glans van het volle Israels, dien de geschiedenis ons leerde kennen, is verdwenen.
Ängstig g a a t. de Jood in Jeruzalem voorbij de piek der Christelijke vereering, het
„heilige graf”, en na zonsondergang zal een Jood zieh niet licht in de nabijheid
daarvan wagen. Dwingt de nood hem hiertoe, dan doet hij dat niet zonder geleide
en onder het prevelen van gebeden 'en verwenschingen.
De Joden in Jeruzalem z ijn ‘'öntaard in alle-opzichten en vormen een bijgeloovig
volk, welks Joodsch geloof door allerlei toevoegsels ontwijd. is, zegt onze landgenoot
M. Wagenvoort. „Alle maanden, als de maan zeven dagen oud is, vereenigen de
Joden zieh in hun gebedshuizen, daarna klimmen zij op het tefras en met het gezicht
naar de maan gericht, den eenen voet op den anderen, roepen zij ofde voorlezer, met
het bovenlichaam heen en weer wiegelend: „gezegend zij Uw formeerder, gezegend
zij Uw schepper!” Dan driemalen: „vrees en verschrikking vallen op hen! Door de
kracht van Üw arm zullen zij stil worden als een steen 1” Eindelijk: „David, de
koning van Israel, leeft en bestaat!’’
Al deze formulieren worden luid, snel en gedaehteloos uitgeschreeuwd. Trouwens,
de Joden kunnen geen plechtigheid vieren zonder te schreeuwen.”
Voorts hebben de Joden in Jeruzalem tal van talismans. Geen Joodsche woning,
of men vindt er in het blauw een hand aan gesehilderd: „de hand van de macht”,
die geluk aanbrengt. Ieder draagt- een zilveren handje bij zieh. Allerlei toover-
middelen worden in de huizen opgehangen, meest uittreksels van psalmen. Dat is
tegen het „booze oog” . Op Dinsdag en Vrijdag mögen de Joden de nagels niet
knippen; op den laatsten dag niet, omdat zij niet beginnen te groeien op den
sabbath. Het nagelknipsel wordt verbrand; als er bij ongeluk wat van op den grond
valt en iemand stapt er overheen, brengt dat onheil. Ook worden deze lekkernijen
door de vrouwen in koeken gebakken, öm de liefde van de mannen krachtiger te
maken. Dit laatste nu is niet onnoodig, want evenals in oude tijden hebben de
Joden het recht om twee vrouwen te hebben, een gebruik, dat echter ook bestaat
onder de Oostersche Christenen.
De heer M. Wagenvoort hangt geen günstig beeid op van de Joden, evenmin als
van de Christenen uit het Oosten, en hij zegt de Mohammedanen in Jeruzalem
hooger te hebben leeren schatten dan Christenen en Joden. Deze verzekering möge
ons niet aangenaam zijn, als zij waar is, moeten wij haar accepteeren.
Het kan niet ontkend worden, dat tal van Joodsche vereenigingen hun krachten
inspannen, om het lot hunner stamgenooten te verbeteren. In Jaffa en Safed worden
landerijen voor hen gekocht; de emigranten worden met raad en daad bijgestaan,
en scholen voor landbouw en wijnbouw worden opgericht. In Jeruzalem is een nieuw
stadsgedeelte voor hen gesticht, daar het oude Jodenkwartier de toenemende
bevolking niet meer kan bevatten. In het Oost-Jordaanland heeft Rothschild in 1892
nog 11,700 H.A. land verworven in de omstreken van Schech-Sad, om die met
Joden te koloniseeren.
Wel zijn de Joden in Turkije en Palestina door een firman des Sultans, door den
Londenschen Israeliet, Mozes Monteflore, in 1840 tot stand gebracht, beschermd,
maar de toestanden blijven er nog allertreurigst. Gedeeltelijk is dit de schuld der
Joden zelf, gedeeltelijk moet de oorzaak gezöcht worden in de algemeene toestanden
onder het Turksche beheer.
VERVOLG DER LITTERATUUR.
F l i n d e r s P e t r i e . Räcial photographs from the Egyptian monuments. (London, 1888).
S a y c e . The white race of Palestine. (Nature, deel 38, 1888).
A l s b e r g . Die Rassenmischung im Judentum. (Hamburg, 1 8 9 1 ) .
Luschan. Die anthropologische Stellung der Juden. (Korrespondenzblatt für
R i c h a r d 0 ANDREE.18Zur Volkskunde der Juden. Bielefeld, 1881.
n ! Birnbaum. Die nationale Wiedergeburt des Jüdischen Volkes m seinem Lande.
Seventh Report of the Jewish Refugees’ Aid Society. London, 1892.
D e C h ris te n e n in P a le s tin a e n e en ig e a n d e r e s e k te n .
k De K a t h o l i e k e k e r k .
Geen land der aarde heeft voor de Christenen grooter historische aantrekkelijkheid
dan Palestina, de heilige bodem, waar de stichter van den godsdienst zelf rond-
wandelde. In een aureool van goddelijkheid is ons dat land van onze jeugd af aan
voor oogen gesteld, en altijd blijft er iets achter van die aantrekkelijkheid, ook aj
heeft men later den mystieken sluier zien wegrukken, welke het Heilige Land omhulde
Voor de' Christelijke kerk is het natuurlijk, dat zij de aandacht steeds op haar
geboortegrond gevestigd houdt, en het moest haar w e l bedroeven, m dat land de
kerk sedert eeuwen zoozeer in verval te zien. Daardoor is het verklaarbaar, dat
sedert eeuwen aan gedacht werd, niet alleen om het Heilige land te bezoeken, doch
tevens om daar het Christendom weer tot een nieuw leven te doen ontwaken. Een
gevolg hiervan waren de betrekkingen, die er reeds sedert de oudste tijden tusschen
de Westersche Kerk en Palestina werden aangeknoopt. , T,var,
Wii zullen de geschiedenis dier betrekkingen laten rüsten; de bladzijden daarvan,
die onder den nalm „Kruistochten” beschreven worden, zijn voldoende bekend Wij
willen enkel den tegenwoordigen toestand nagaan en aanwijzen, welke taak hier
de Katholieke, de Griekseh Orthodoxe en de Protestantsche Kerk
Na de verdriiving der kruisvaarders uit Palestina en de hernieuwde heeischappij
van den Islam, kon er gedurende vele eeuwen van Katholieke zendmgswerkzaam-
heid in Palestina geen sprake zijn. Alleen de eerwaardige Franciskaner mormiken-
orde oefende het toezicht uit op de heilige plaatsen en vervulde de godsdienstphchten
bij de weinige Katholieken. Doch toen in de 19® eeuw de pohtieke en sociale
verhoudingen in Palestina verbeterden, dacht de Paus er weder aan, het sedert de
kruistochten onderdrukte Latijnsche Patriarchaat te Jeruzalem te herstellen, en in
October 1847 werd Josef Valergo uit Genua tot Patriarch van Jeruza em benoemd,
die in 1848 de Heilige Stad binnentrok. Hiermede vmg de Katholieke sending m
Palestina opnieuw aan en verkreeg zij een meuwe ontwikkeling Haar hooMdoel
was: 1 . dekustodie der heilige plaatsen, 2. hospitahteit: geestelijke en materieele
zorg voor reizenden en pelgrims; en 3. de Katholieke zending m den eigenlij ce
zin des woords, zoowel kerkelijke zorg voor de Katholieke inwoners als v e r ^ e i to g
van het Katholiek geloof onder andersdenkenden ten doel h eb en d . Voor dezemissie
zijn in stand te houden: kerken, woningen voor de geestelijkheid, scholen, weezenen
armenhuizen, hospitalen enz. ■,
In dienst der Katholieke kerk in Palestina arbeidt: A. De w ereldlijke geestelijkheid-,
aan welker hoofd Staat de Patriarch der diocese Palestma-Cyprus met 4b priesters,
waarvan 24 Europeanen en 22 uit de bewoners des lands. Zij bedienen met alleen
de kerken, maar hebben ook een priester-semmanum, een landbouw-kolome en
landbouwschool, een weeshuis te Bethlehem en andere mrichtmgen te beheeren.
B. De Franciskaner-orde, die 43 huizen bezit en 350 leden, priesters en leekenbroeders
, •
C. De Karmelieten-orde, die haar oorsprong heeft op de westelijke helling van
den berg Karmel, aan de . Middellandsche Zee, waar het oudste klooster dier orde
gebouwd werd. Het klooster werd herhaalde malen verwoest, en het tegenwoordige
imposante gebouw dagteekent eerst van 1827—1830.
Ongeveer een 20-tal leden der orde verrichten den kerkdienst m dit vriendelijke
klooster en oefenen daar milde gastvrijheid._____________________________________
D. Het instituut van den Hoogwaardigen P. Alphorn Maria Ratisbonne, een
onderwiis-inrichting te Jeruzalem, waaraan 25 vrouwen werkzaam zijn. Dit instituut
stelt zieh de opvoeding der vrouwelijke jeugd ten doel, alsmede verzorging der