heel en gaaf in de geestenwereld kunnen versehijnen. Dit is een voorrecht, dat
alleen aan zeer hoog geplaatste ambtenaars verleend wordt, en hun wordt toegekend
door hun het „zijden koord” te zenden. Werkelijk wordt geen koord gezonden,
maar het mandaat houdt het werktuig des doods in zieh. Na de ontvangst verzoekt
de veroordeelde man eenigen zijner bloedverwanten en beste vrienden bij zieh aan
huis, maakt het zijden koord aan een balk vast, plaatst zieh op een stoel, brengt
den strik om zijn nek, springt dan van den stoel en gaat zpo de eeuwigheid in.
Ambtenaren van minderen, rang, die zien, dat zij waarschijnlijk ter dood veroordeeld
zullen worden, loopen gewoonlijk hun vonnis vooruit door zieh op hun eigen
verantwoording op te hangen.
Misdadigers van minderen rang geven de voorkeur aan den dood door verworging.
Deze wordt ten uitvoer gebracht op een wijze, die volkomen gelijkt op de Spaansche
garotte. De misdadiger Staat met zijn rüg tegen een paal aan, waardoor op de
hoogte van zijn nek een gat geboord is. De twee einden .van een touw worden
door het gat gehaald, terwijl de lus den hals van den man omvat. Vervolgens
worden de einden om een stok gewonden en door eenige snelle omdraaiingen wordt
de man gedood.
Van onthoofden hebben de Chineezen een afschuw, omdat zij terugdeinzen voor
het denkbeeid, zonder hoofd in de andere wereld te versehijnen; zij stellen daarom
alles in het werk, om deze soort van straf te vermijden. Toch kan dit niet altijd.
Onthoofding heeft altijd met groote rechterlijke plechtigheid plaats en wordt
gemeenlijk tot zekere jaargetijden uitgesteld, wanneer troepen misdadigers van hetzelfde
slag worden ter dood gebracht. Er zijn evenwel nu en dan uitzonderingen
op den regel. Het zwaard wordt opzettelijk tot dat doel vervaardigd. Het is een
tweehandsch wapen, zeer zwaar en met een zeer breed lemmer. De beulen beroemen
zieh op de behendigheid, waarmede zij het voeren; om te toonen, wat zij er mede
vermögen, trekken zij een lijn met inkt om een knol en snijden hem met een slag
door, juist längs de getrokken lijn. Voordat een man als beul wordt aangenomen,
is hij verplieht, zijn behendigheid door deze proef te toonen. ,
De misdadiger wordt naar de gerechtsplaats gebracht in een bamboe kooi, terwijl
de mand, waarin zijn hoofd wordt opgevangen, zieh naast hem bevindt. Hij is zwaar
geboeid. Het midden van een lang en dun touw wordt om zijn hals geslagen en
de einden op de borst gekruist en onder de armen doorgehaald. Daarna worden
de einden om de armen gewonden, de polsen achter den rüg vastgebonden en de
einden aan het gedeelte touw aan den hals vastgemaakt. Een stuk papier met zijn
naam, misdaad en vonnis- wordt, aan riet bevestigd, aan het achterhoofd vastgestoken.
Op de gerechtsplaats aangekomen, nemen twee beambten het papier weg en brengen
het naar den voorzittenden mandarijn, die er met rooden inkt het bevel te r voitrek-
king van het doodvonnis op schrijft. Het papier wordt dan weder op dezelfde plaats
gestalten, een lus over het hoofd van den overtreder geslagen en het eind een helper
in handen gegeven, die het hoofd naar voren trekt, om den nek gespannen te houden,
terwijl een^tweede helper het lichaam van achteren vasthoudt; in een oogenblik is
het hoofd van den romp gescheiden. Het hoofd wordt dan weggenomen en gewoonlijk
in een bamboe kooi nabij het tooneel der misdaad opgehangen, met een opschrift,