
 
        
         
		d eT   G i K  1 dit -ysticisme verliet het Buddhisme 
 hoogste  doel  kan  verheilen  °°r  zelfvoll“ aking zieh tot het 
 e l k t d “ 8  !;'  H ü  ™»d,  « « d e n   de  d ri, H  E , S ^ j p g i P P p i P f e 
 verdere  ontwikkeling,  toen h e t'B u d d h fsm e ^h “w ®   T   s   echter  de  overhand  en  
 Een  eigenaardige  ontwikkeling  verkreeg  het  Budd^fsunT^¡ 1 1 ^ 1 »  Yerbr,eidd,everleend. 
   In  de  geboden  van  Tsnnkhana  f   daarf an  het  eigenaardig  karakter  
 waarheden,  evenals  gebeden  en  nffpro  n  werden  het  geloof  aan  Buddha  en  zijn 
 voor  den  aanhanger  van  h e t'  RuHHhl  hem,  noodwendig  geacht  als  eigenaardig 
 Buddha  te  g e C e n   men  moet  S o   vin  k t  Ü 18  evenwe' , n i e t   n o o d i^ a a n   eeS  
 mensch  de  beteekenis  i  !  wmlossers  verschonen  zullen,  dat  ieder 
 verstand  en  de  de  Buddha  het  hoogste 
 magische  kracht  tegeno^er  fe   ü !  B $ | |   Sebed  wordt  een H M M M — 
 *  * 
 eu B  het Brahmanisme met  zijn uitsluiting  
 nieuwe beginselen aan het laatste  Ook het ?.  ®rdoe?>  schonk  het  toch  onderscheidene 
 Tot  die  hervormin^  behoort'  o a h e p T “ ^“ 6 ‘S d° ° iet B l i B  hervormd.  
 S ^ i . h K   nooit°popuIair  geworfen  B r a Z a ^ Z n 
 n 
 M S   ■ I w H M i 
 - Ä S  ä s ä S - S S ä 
 of  lingam  werd  later  het  hoofdsymbool  van  dezen  god;  ook  de  stier  werd  hem 
 Dit  nieuwere  Brahmanisme  kan  alleen  als  vrucht  van  een  epigonentijd  beschouwd  
 worden,  want  nieuwe  gedachten  ontbreken,  terwijl  het  volk  daardoor  meer  m  een  
 afgodendienst  verzonk.  De  beide  hoofdrichtingen  van  Vishnuieten  en  Siwaieten  zyn  
 door  invloedrijke  leeraren  en  philosophische  richtingen  nog  weer  m  onderscheidene  
 partiien  verdeeld,  en aldus stonden er nieuwe sekten  op,  dikwijls met kleine verschiilen. 
 Zoo  bestaat  h e t'  Brahmanisme  van  den  tegenwoordigen  tijd  uit  een  groot  aantal  
 sekten  en  partijen,  die  gezamenlijk  de  heilige:  werken  der  oudheid  tot  grondslag  
 hebben,  bovenal  de  Purâna’s,  en  aan  een  veelheid  van  goden  gelooven,  mannelijke  
 zoowel  als  vrouwelijke,  goedgezinde  zoowel  als booze,  en die  alleen  in  hun dagelijksche  
 ceremoniën  en  den  vuurdienst,  met  de  meeste  zorg  volbracht,  en  in  de  gemeen-  
 schappelijke  groote  feesten  zieh  als  gezamenlijke  aanhangers  van  het  Brahmanisme 
 vèrtoonen.  .  .  .  , , 
 De  Brahmanen,  eens  de  raadgevers  van  vorsten,  zijn  zeer  in  rang  gedaald  en  
 oefenen  tegenwoordig  het  ambt  van  Puröhita,  d.  i.  „voorbidder  ,  uit,  m  welken  
 rang  zii  bii  geboorten,  huwelijken  en  sterfgevallen  te  hulp  worden  geroepen.  Rijke  
 familiën  hebbeü  een  eigen  „Puröhita”,  tegelijkertijd  een  raadsman  en  leeraar  m  de  
 familie.  De  volkspriester  is - gedaald  tot  den  rang  van  waarzegger  en  heett  een 
 ondergeschikte  beteekenis.  ,  ,  , 
 De  Indier bezoekt den tempel wegens  de  heiligheid der plaats, wegens de  zegenmgen,  
 die  er  aan  verbonden  zijn ;  een  altaargodsdienst  kent  de  Brahmaan  met.  Niet alleen  
 de  gewone  offers,  ook  het  heilig  gehouden  vuuroffer,  de  offers  aan  de Manen,  kunnen  
 overal  gebracht  worden  en  vinaen  overal  plaats. 
 In  dé  laatste  tijden  wordt  er  meer  naar  gestreefd,  de  moreele,  deïstische  grond-  
 beginselen  in  philosophische  speculaties  om  te  zetten  en  aan  de  legenden  van  hun  
 heilige  Schriften  minder  waarde  toe  te  kennen.  Zelfs  vindt  men  bij  enkelen  een  
 neiging,  om  Christelijke  ideeën  op  te  nemen. 
 TeGENWOORDIGE  GODSDIENSTEN  IN  InDIË. 
 Wii  hebben  in  het  bovenstaande  de  beide  hoofdgodsdiensten,  welke  in  Indie  hun  
 ontwikkeling  erlangd  hebben,  in  körte  trekken  geschetst.  Wij  mochten  daarbij  niet  
 langer  stilstaan,  hoeveel  merkwaardigs  hierover  ook  nog  valt  te  zeggen.  \ ooi  de  
 kennis  van  een  volk  is  de  godsdienst-een  belangrijk  element,  en  daarom  mocht  dit 
 overzicht  hier  niet  ontbreken.  H B   I 
 Thans  moeten  wij  van  het  historische  afstappen  en  ons  hoofdzakelijk  tot de tegen  
 woordige  toestanden  hepalen.  Deze  nu  zijn  in  Britsch-Indië  betrekkelijk  goed  
 hekend  door  de  tienjarige  volkstellingen.  De  laatste wolkstellmg  is  die  van  18J1,  
 waaraan  wij  de  resultaten  omtrent  de  godsdiensten in  Indië ontleenen.  De hootdzaken  
 dier  statistische  gegevens  zijn  samengevat  in  Baines,  General  Report  on  the  Census  
 of  India,  1891,  te  Londen  in  1893  versehenen.  I  . 
 Als  wij  in  ronde  getallen  den  godsdienstigen  toestand  in  Indië  overzien,  vmden  
 wij  voor  de  hoofdgodsdiensten: 
 1891 
 Brahmanisme...................................................207 731 727  72,3  pCt. 
 Animisten    ...............................................  9 280 -*67  3,2  „ 
 Buddhisten.........................     7131361  „ 
 Mohammedanen  57 321164  19,9  „ 
 Christenen    ..............................     2 284 380  0,8  1 
 Verder  geeft  de  volkstelling  van  1891  nog  aan  1,9  millioen  Seikhs,  1,4  millioen  
 Jaina’s,  89,900  Parsen,  2,2  millioen  Christenen  en  17,200  Joden. 
 Op  den  hoogsten  trap  van  religie  in  Indië  Staat  het  Animisme,  dat  m  t   geheel  
 9,2  millioen  aanhangers  telt,  waarvan  2,7  millioen  in  Bengalen,  ruim  2  millioen  m  
 de  Gentraal-provinciën  en  bijna  2  millioen  in  de  Schan-staten,  terwijl  de  ovengen  
 over  onderscheidene  provinciën  verdeeld  zijn.