e r v e l e \ ^ k L L n enHnThnr''inkende ^ T®*, °PeenhooPing van talrijke tn \eie sisklanken, doch n jk aan grammaticale vormen. Het alphabet isc omnseot nanten dat der
Armeniers verwant; het heeft 40 letters en twee schriftvormen: een ouden en een
nieuwen, algemeen gebruikelijken vorm.
deiD66eeeuw1mm'rde 1 ali,eenf bli den kerkdienst gebruikt. Reeds in handschriften
a komt de Georgische taal voor, doch zij is sedert veel veranderd.
Men ondeiseheidt bij de Georgiers vijf standen: den hoogen adel (Mthawar) ■ den
f j f t M l M p a l kooplieden mhandeldrijvende handwerkslieden, landboüwers
(MsacHum) en de glichi, die den veldarbeid verrichten. 1111 ,econo1m is c h opzicht zijn de Georgiers er niet op vooruitgegaan. De Armeniers
vooral wisten met groote bekwaamheid de aanzienlijke Vermögens der Georgiers in
handen te knjgen; daardoor geven in Tiflis, de oude hoofdstad van het volk niet de
B halve di ! ü der hevolking uitmaken, den töon aan!
, Mmgrehers zijn ook de Lasen, die m het oude gebied van Kolchis
wonen, en ten N. van de Mmgreliers de tusschen dezen en de Abchazen wonende
Swanen of S w a n e te n in taal met de Georgiers verwant. De voor een menschen-
J^ n °g onafhankellJ ke 12000 vrije Swanen aan de bronnen van de Inger op de
zuidzijde van den Kaukasus vormen een der krachtigste volken van dit gebergte
die meestal dorpen met kasteelachtige huizen met iiooge verdedigingstorens bewonen
Aan het zuidoosten schijnen de Imeretiers, van het westen de Mingreliers geimmigreerd
te zijn; door dezen wordt evenwel de Swanische taal, die zieh in de afgeslotfnheid
van het gebergte ontwikkelde, niet verstaan. Het zijn vlijtige menschen die zieh
den körten groeitijd op het bergland goed ten nutte weten te maken. Bloedwraak
en dorpsveeten komen echter veelvuldig bij hen voor.
t- , e Tuschmm, Pschawen en Chewsuren, die verder oostelijk in den grooten
Kausasus wonen, zijn kleine volksgroepen, vooral door vermenging van andere volken
¡IM gevluchte Grusiers ontstaan, en daardoor aan dezen verwant. Ten noorden van
l™ 1?,*- n Z1J la . het. riviergebied der Jora op het middel- en hooggebergte. Arm
irachtig, eenvoudig, in het bezit van oude gewoonten en zeden, vormen zij eigen-
aardige volksgroepen. Hun religie duidt hun geschiedenis aan. Het Christendom
dat zy belyden, is een bont mengsel van Christelijke, Mohammedaansche en oud-
Heidensche begrippen en gebruiken; op offeraltaren in heilige bosschen wordt ■
f 0 , , Bij f e S, r ° en geldt bovenal komngin Thamar all
groote torenhuizen " kaPellen’ dle in het niet vallen, vergeleken bij de
TSCHERKESSEN OF ClRKASSIfiRS EN ABCHAZEN.
In den westelijken Kaukasus wonen de Tscherkessen (zooals zij door de Türken
genoemd worden, een naam, dien wij veelal door Cirkassiers vervangen). Hiertoe
K r r■ e/ & diMners , gern0 0td,ee ?klerinpee ns:ta mdmie end edre rA Adibgchheasz edn- Len dAes eeg*agse.r|hjke Tscherkessen
Lichamehjk komen deze volken veel met de Georgiers overeen; de Cirkassische
meisjes dingen met de Georgische om den prijs der schoonheid en zijn in de harems
eveneens zeer gezöcht. (Zi.e pag. 48). De Abchazen schijnen zelfs Tscherkessen te
zijn, sterk met Georgiers vermengd; zij zijn meer bruin van huidkleur, meer zwart-
fiang en ranker dan de nomadiseerende Kubansche Tscherkessen. Ook de vorstenges
lachten der Tscherkessen en Kabardiners moeten donkerder van huid en hären
zijn dan de meesten hunner onderdanen, wat zij zelf als Islamieten aan Arabische
arkomst toeschrijven.
Het karakter der Tscherkessen munt door edeler trekken uit boven dat van de
naburige volken. Echter vindt men bij hen in de steppe ten N. van den Kaukasus
IW 1 1 ?taarsc.h’ °- a- ln de innchtmg der Jurten (joerten) of tenten met vilten
dekking, of, waar zij vaste woonplaatsen hebben, in den bouw der sakla of hut
uit vlechtwerk, met leem besmeerd. Dieper in het gebergte bouwt men steviger en
beter dan op de steppen. ö
De Tscherkessen zijn Mohammedanen. Daar, waar zij onder de Georgiers wonen,
ieveren zij dikwijls het bewijs, dat in den Kaukasus de Mohammedanen vlijtiger
zijn dan de Chnstenen. J 6
De Kabardiners, die in de vroege ,middeleeuwen Christenen waren en later tot den
Islam overgingen, gelden voor het ridderlijkste volk; hun zeden zijn door velen m
den Kaukusus aangenomen, zelfs door de Kozakken aan de Kuban en de Terek, hun
naburen. . , ■ . '
De Abchazen gaan voor Christenen door. De aanwezigheid van kerken en pnesters
mag echter bij de bergvolken niet altijd als een bewijs gelden, dat hier werkelijk
Christenen wonen. Zoo is de eigenlijke religie der Abchazen dan ook mderdaad
een mengsel van Heidendom, Mohammedanismus en Christendom. Het Christendom
werd in de öe eeuw hier ingevoerd; toen. later de Türken het land veroverden,
namen de Abchazen den Islam aan, maar deze kon de_ oude Christelijke gewoopten
niet uitwisschen. De Christelijk-Heidensche geestelijkheid wordt echter al meer en
meer door de Mohammedaansche verdrongen. Daarenboven vereeren zij nog heilige
boomen en vreezen zij voor berg- en woudgeesten, die zij door allerlei in t geheim
gebrachte offergaven günstig wenschen te stemmen. In kleeding en wonmg komen
de Abchazen met de eigenlijke Tscherkessen veel overeen; de huizen der Abchazen
zijn evenwel niet in rijen aan elkander gebouwd en door een gemeenschappelijken
hof omsloten, doch liggen afzonderlijk in het woud verstrooid, waar zij slechts
kleine gehuchten vormen. , &
De Tscherkessen zijn nog niet geheel geeuropiseerd 5 hoewel de Küssen er het recht
geregeld hebben, eischt de bloedwraak er jaarlijks nog offers.
Het bestuur was bij hen geheel feudaal-aristocratisch ingencht. De bevolkmg
was verdeeld in vier standen: Pschi (vorsten), Wovk of Elsden (ridders), Tfokol of
Waguscheh (vrijen) en Pschitli (slaven). De laatsten zijn nakomelingen van de
vrouwen en kinderen, die krijgsgevangen gemaakt waren.
In de oudheid waren de Tscherkessen reeds als Sychen bekend. Door de Cxeoi-
gische ■ koningen werden zij in de 130 eeuw onderworpen en tot het Christendom
gebracht, dat evenwel weer gedeeltelijk voor de leer van Mohammed moest plaats
maken. ■ .. . . . . JO_n , , „
Eerst na een langen en hardnekkigen strijd werden zy m u859 door de^ Russen
■overwonnen. Velen der Tscherkessen verhuisden in dien tyd naar Turkije, voor
1864 wel 400,000, waar zij in de grensgewesten van het toenmalige Turksche rijk,
als Bulgarije en Thessalie, gevestigd werden, om het aantal Muzelmannen te ver-
meerderen, doch door hun ruwheid aanleiding gaven tot veel klachten.
De 0 9 SETEN.
De Osseten bewonen de hoogste gedeelten van den Kaukasus. Hun taal wijst op
verwantschap met de Perziscbe en Armenische talen. Hun geschiedenis komt met
die der Christenen in den Kaukasus overeen. Wel .heeft de aanneming van den
Islam hun betrekking met andere Chrislenvolken losser. gemaakt, maar toch is de
leer van Mohammed er niet volkomen ingeburgerd. Bij hen is een geheel eigen
religie ontstaan. De Osseten vereeren o. a. de moedermaagd Maria, doch plaatseö
haar op de toppen der bergen of in de holen, waar oök den schutsgeesten van het
dorp in torens en huizen, die hooger dan het dorp liggen, een verblijfplaats is aan-
gewezen. De oudste van de gemeente vervult de rol van priester; hij alleen heeft het
recht, om den drempel des tempels te overschrijden, waar de offers gebracht worden.
De Ospeten vertoonen geen bijzonder sprekend gelaatstype; de bruine oogen staan
meest flauw en gevoelloos.in het hoofd, doch doen een listige opmerkingsgave ver-
moeden. De hoogere standen onderscheiden zieh in uitdrukking en gestalte günstig
van de lagere. Vele. Osseten scheren het hoofdhaar en laten den meestal dünnen
baard groeien. In adel van gestalte en uitdrukking van ’t gelaat staan de Osseten
over ’t geheel achter bij de meeste der overige Kaukasusvolken.
De vrouwen der Osseten zijn moeielijk te bestudeeren, daar zij zieh zelden in
gezelschap van vreemde mannen vertoonen. Doch dit is wel bekend, dat zij over
’t geheel minder schoon zijn dan die bij de overige Kaukasus-volken. Wanneer hier
de vrouwen schoon zijn, is dat evenwel klassieke schoonheid. • -
De kleeding der Osseten is hoogst eenvoudig en bestaat meest uit een vuil hemd
van grof linnen en een rok uit grof, meestal bruin laken. Schoenen worden meestal