Dit stokje wordt altijd stil gehouden. Het tweede stokje wordt los tussohen den
duim en voorvinger gehouden en zoodanig bestuurd, dat het met de punt van het
andere stokje als een tangetje dienst doet.
De behendigheid der Chineezen in het gebruiken dezer gereedschappen kan men
zioh moeielijk voorstellen. Bij het rijst eten op de gewone manier worden de
stokjes gekruist en de rijst er als op een lepel mede opgelicht. Indien evenwel de
man zeer hongerig is, houdt hij zich met zulke beschaafde manieren niet op, maar
neemt de kom aan de lippen en schept de rijst in den mond, met een snelheid die
EETSTOKJES. -
men moet zien om te gelooven. Als het op spoed aankomt, is de lepel niets,
vergeleken met het stokje.
De lezer moet weten, dat de Chineezen nooit snijden aan tafel, daar zij dit als
een walgelijke en barbaarsche gewoonte beschouwen. Het vleesch komt op tafel,
gesneden in kleine stukjes, die met de stokjes kunnen opgenomen worden. Het
eenige gebruik, dat zij van een mes aan tafel maken, is, om kleine stukjes vleesch^
die aan elkaär zijn blijven vastzitten, los te maken, en hiertoe hebben zij gewoonlijk
een smal, lang mes in dezelfde scheede met het stokje.
Gewoonlijk heeft elke Chinees, die zich zulk een goedkoope weelde kan veroor-
loven, zijn eetstokjes-koker aan zijn gordel hangen. De koker wordt van verschillende
stoffen verväardigd, zooals van sjagrijn, schildpad en ivoor. De gewone koker bevat
de twee stokjes, het mes, en een platten, ivoren tandenstoker. Een dezer kokers,
van schildpad vervaardigd, is op de voorgaande pagina in fig. 1 afgebeeld, de
stokjes (2), de tandenstoker (3) en het mes (4).
Somtijds evenwel draagt een rijk man een veel omslachtiger stel tafel-gereed-
schappen hij zich, waarvan ons de afbeelding in fig. 5 een zeer goed exemplaar
te zien 'geeft. Eerst zien wij een cylindervormigen koker aan een riem; dezen koker
onderzoekende, blijken het boven- en ondereinde bewegelijk te zijn en längs den
riem naar boven en onder te kunnen schuiven. In dezen koker bevinden zich de
gewone eetstokjes, het mes en de tandenstoker, en behalve deze nog een lepel om soep
te eten, een klein schoteltje van metaal-blad voor soja en een bijzonder tweetands-
vorkje, waarvan de tanden in het midden door een bloemfiguurtje vereenigd zijn.
Wat het voedsel der Chineezen aangaat, het verschilt naar den rijkdom van den
persoon, zoodat het bij een rijk man niet zal opkomen, hetzelfde voedsel te gebruiken,
wat de arme voor lekkemij houdt. Het is al evenals bij ons, zoodat het onmogelijk
is, het dieet van een stand als voorbeeld te stellen yoor dat van het volk in het
algemeen. Er zijn misschien een paar voedingsartikelen, die een meer bijzondere
vermelding verdienen. Yan het eene, dat niet algemeen bekend is, geeft ons Milne
een duidelijke en levendige heschrijving. „Evenals andere Chineezen, verzocht hij
(d. i. een Chineesch amhtenaar, Le genaamd) mij kort na onze kennismaking, om
met hem te dineeren. Bij deze gelegenheid had hij op zijn tafel een bijzonderen
schotel, dien ik nooit onder het dak van eenigen anderen gastheer ontmoet had,
hoewei men mij zeide, dat het geen monopolie van Le’s smaak was.
„Toen wij ons met ons zessen aan tafel geplaatst hadden, werd mijn aandacht gewekt
door een toegedekten schotel, iets buitengewoons bij een Chineeschen maaltijd. Op een
zeker teeken werd het deksel weggenomen en aanstonds was de tafel bedekt met jonge
kreeften, die met allen mogelijken spoed uit den schotel kropen. De krabbetjes waren,
juist toen hiet gezelsehap zieh geplaatst had, in een schotel met azijn geworpen en
deze indompeling had ze vlugger en levendiger gemaakt dan gewoonlijk. Maar het
vroolijke spei van de jeugdige kreeften werd weldra gestuit, want iedere gast greep, wat
hij kon, van de kleine dieren, stopte ze in den mond en slikte ze met huid en haar in.
„Besloten te doen, als de Chineezen deden, beproefde ik het met een. Met twee
ging het goed; ik vond de schaal zacht en geleiachtig, want het waren kleine, nietige
diertjes, niet meer dan een paar dagen oud. Maar ik was gedwongen, mij aan het
derde gewonnen te geven, die besloten had, wraak te nemen en mij zoo vinnig in
de onderlip beet, dat ik losliet en afzag van verdere proefnemingen van dezen aard.”
De beroemde vogelnestjes, die de Chineezen als soep eten, worden gevormd uit
de geleiachtige zelfstandigheid, verkregen door het kauwen van een soort van zeegras.
De nesten zijn doorschijnend, alsof zij van gelei gemaakt zijn, en lossen in heet water
even schrelijk op. Het opgeloste nest heeft veel van het bekende „Iersche mos.”
De wijze, waarop de Chineezen hun thee bereiden, verschilt zeer van die bij ons in
zwang, in plaats van de thee met water te overgieten en een poos te laten staan, doet
de Chinees een weinig thee in een kop, giet er kokend regenwater op, bedekt haar met
een schoteltje, om te voorkomen, dat de geur vervliegt, en drinkt haar onmiddellijk,
het schoteltje als filtreer gebruikende, om de theebladeren uit den mond te houden.
Wat aangaat de thee te bederven met zulke verfoeielijke zaken als room en suikei-,
alleen het denkbeeid jaagt hun rpeds schrik aan. De Chineezen gebruiken zelf nooit melk,
ofschoon zij in de lautste jaren geleerd hebben hun buffels te melken ten dienste der
vreemdelingen, terwijl zij in bijna elken vorm suiker gebruiken, uitgenomen in thee.
Europeanen, die van beide deze zaken in thee gebruik maken, kunnen zich van den
echten geur der thee geen denkbeeid vormen, welker geur door zulke toevoegsels evenzeer
vernietigd wordt als die van de uitgezochtste wijnen zou zijn. Zelfs zij, die hun thee
niet op de gewone wijze bederven, weten zelden, wat de beste thee is, omdat zij
nooit naar Europa gezonden wordt. In China kan een vreemdeling haar niet koopen,
daar zij niet in den handel is, maar voor „cumshaws” of geschenken bewaard wordt.