gaat het land over in de gebergten van den Altai, het Sajanisch bergland en andere
ketens, die een grooten rijkdom aan nuttige delfstoffen bezitten. Op deze gebergten
ontspringen de rivieren van Siberie, die alle naar het noorden stroomen en in de
Noordelijke IJszee uitmonden en daardoor van de zee geen toegang tot bet landopenen.
Hierdoor is Siberie: lang een afgesloten land geweest, weinig van beteekenis voor
het wereldverkeer, dun bevolkt en met een geringe productie, hoewel, gelijk wij
reeds zeiden, het zuidelijk gedeelte des lands in günstige voortbrengings-omstandig-
heden verkeert en groote natuurlijke rijkdommen bezit.
Men onderscheidt in Siberie voornamelijk West-Siberie, Oost-Siberie en het
Amurland. Het laatste is een bergachtig gebied, rijk aan afwisseling, in het stroom-
gebied aan de Amur gelegen, dat in 1858 door China aan Rusland werd afgestaan.
In ruimer zin wordt ook de Kirgiezen-steppe in het westen tot Siberie gerekend.
De Kirgiezen-steppe behoort tot een reeks van onvruchtbare, boomlooze landstreken,
welke- in Besaxabie aamtmgt,-zieh door Zuid-Rustand-voortzet,- en längs de Kirgiezen-
steppe voortloopt tot Mandsjurije. De steppen kenmerken zieh door het gemis van
boomen en een sehralen plantengroei; volgens het Russisch begrip van het woord
kan een steppe zoowel laagland als hoogland zijn, zoöwel oneffen als vlak, zoowel
met harde grassen als met zoutplanten bedekt. Een droog, streng vastelandsklimaat,
met groote verschillen tusschen zomer- en wintertemperatuur, is mede een oorzaak
van het ontstaan der steppen. De Kirgiezen-steppe nu is geenszins overal vlak,
maar vormt een ten deele effen, ten deele van hoogteruggen doorsneden steppen-
gebied, hoofdzakelijk bewoond door de nomadische Kirgiezen.
Siberie is een dun bevolkt land, gelijk wij reeds zagen. In ouden tijd was Siberie de
wijkplaats van onderscheidene der uit Centraal-Azie verdreven volken. Voor een drietal
eeuwen werd dit uitgestrekte gebied nog enkel bewoond door onbeschaafde, zwervende
herders-, jagers- en visschersvolken, alle tot het Mongoolsche ras behoorend. Doch de
bevolking was onbeteekenend in vergelijking met de groote oppervlakte des lands.
De naam Siberie is afkomstig van de hoofdstad Ssibir van het in 1200 gestichte
Turksch-Tataarsche Khanaat, hetwelk ongeveer het gebied van de Irtysch-rivier
omvatte en in 1581 door den Kozakken-hoofdman Jermak veroverd werd. De naam
dier stad was echter reeds veel vroeger bekend aan de Russen, die pelshandel op
deze gewesten dreven. De naam dezer stad ging allengs over op het gebied en werd
in den loop der tijden voor het geheele land gebruikt.
Nadat de pelsdieren van Siberie reeds lang de Russen over den Ural en dieper in
het land hadden gelokt, wist de Russische familie Sroganow ten behoeve van den
pelshandel een uitgebreid gebied aan beide zijden van den Ural in leen te verkrijgen,
waar zij den Siberischen vorst Jediger onderwierpen aan den Czar, omi aldus beveiligd
te worden tegen de mishandelingen, waaraan zij blootgesteld waren. Jermak, de
aanvoerder van een bende Kozakken, trok in 1579 over den Ural en. veroverde in
1581 Ssibir. Na een aanvankelijk afwisselenden krijgskans werden sedert de
Russische veroveringen in Siberie voortgezet. Door de dünne bevolking, die boven-
dien in beschaving niet tegen de Russische was opgewassen, was de inbezitneming
van Noord-Azie geen moeielijke taak. In 1590 werd Tobolsk de hoofdstad der nieuwe
provincie; in 1600 vielen de Russische Kozakken in Oost-Siberie en deden er de
steden Turinsk, Tomsk, Kunetsk en Jenisseisk verrijzen. In 1620 waren de Russen
tot de Wilui genaderd en in 1626 werd Krasnojarsk gesticht; in 1627 vertoonden zij
zieh aan de Angara, in 1628 aan de Lena; in 1632 werd Jakutsk gebouwd en in
1633 werd Kamschatka bereikt.
Doch van het pelsrijke noorden drongen de Russen ook verder naar het dichter
bevolkte, bergaehtige zuiden. Zoo kwamen zij in 1646 aan de oevers van het
Baikalmeer, waarna in 1652 Irkutsk en in 1656 Nertschiuk gesticht werden, terwijl
in 1699 geheel Kamschatka veroverd werd. In 1708 kwam er een Siberisch gouvernement
tot stand, met Tobolsk als hoofdstad; in 1816 werd er een gouverneur-
generaal benoemd, en in 1822 werd het gebied in Oost- en West-Siberie ingedeeld,
welk landgebied in 1858 vergroot werd door de landen in het gebied van de Amur.
Rusland trok partij van de Chineesche inwendige onrust gedurende den Taiping-
opstand en kon aldus een landgebied v a n b ± 500,000 K.M2., dat is ongeveer de
grootte van Duitschland, bijna zonder strijd aan zijn Rijk in Azie toevöegen.
Hierdoor werd Rusland de nabuur van Korea. Noord-China werd voor den Czar
geopend en de Amur een Russische rivier. In het jaar 1875 verkreeg Rusland het
eiland Sachalin van Japan, waarbij het afstand deed van rechten op de Kurilen.
Deze laatste geschiedkundige gebeurtenissen zijn de eerste feiten van het optreden
der Russische politiek in het oosten van Azie, welke den grondslag legden voor
Ruslands invloed op China en Korea, zooals zieh die in de laatste jaren heeft
geopenbaard. (Zie pag. 434).
De verhouding der bevolking en de volksdichtheid in Siberie staan in het nauwste
verband met de natuurlijke gesteldheid des lands en met de geschiedenis der inbezitneming.
Evenals de natuurlijke gesteldheid des lands naar het noorden toe de
voorwaarden van het bestaan vermindert, neemt ook de volksdichtheid van de streek
der bouwlanden naar het noorden af. Eveneens vermindert de volksdichtheid van
het westen naar het oosten, wijl de Russen van het westen in het land doordrongen.
In de gouvernementen Tobolsk en Tomsk woonden in 1885 meer dan de helft der
IBKCTSK.
bewoners Van Siberie. Deze verhouding zal evenwel iets veränderen, daar de Russen
meer en meer naar het oosten voortdringen, en velen zieh in het Amurland vestigen,
dat op dit oogenblik' even dicht bewoond is als de dichtst bevolkte gedeelten van
Siberie.
De verbreiding der bevolking in Siberie vertoont nog die eigenaardigheden, welke
men veelal in jong bevolkte landen kan waarnemen, en die ook in Europa in de
oudheid gevonden werden, nl. dat zij zieh rieht längs de lijnen der groote rivieren.
In de jeugdige landen, waar de natuur alles en de kunst nog gering is, vormen de
rivieren, zij het ook al dat zij siecht bevaarbaar zijn, toch de eerste en de beste
verkeerswegen. In Siberie. nu vormen de rivieren in den zomer, afgezien van de
groote Siberische „trakt”, schier de eenige verkeerswegen; längs de rivieren drongen
de Russen in het land door; aan de rivieren vestigden zij hun eerste nederzettingen,
die zieh hier door natuurlijke oorzaken tot steden ontwikkelden. Dit heeft ten gevolge,
dat in Siberie het dichtst bevolkt zijn de omstreken van de Irtysch, Ob en Jenissei, de
streek van Tobolsk over Omsk naar Tomsk en verder naar Krasnojarsk, wat overeenkomt