twee jaren oorlog, waarin de Hoekschen zieh zoo wel kweten, dat zij op rede-
lijke voorwaarden den vrede tot stand bragten.
Er was in dezen kortstondigen krijg gruwelijk gevochten. Willem verwoestte
het sterke slot Nyeveld, en brandde en blaakte in het Sticht zoo veel en verre
als hij konde. De Bisschop had van zijnen kant alle magt vergaderd, en daar-
enboven bezoldigde krijgsknechten aangenomen (iets ongemeens in die tijden);
hij belegerde Weesp en Muiden, beukte de muren omverre, en nam de steden
op den vierden dag stormenderhand in , waarna hij ze geheel verbrandde. —-
De Hollanders verzamelden zieh daarop binnen Naarden en trokken naar het
dorp Soest, hetwelk zij uit wederwraak vernielden. — Eindelijk verzooht de
Bisschop vrijgeleide, en kwam bij den Graaf op zekere plaats, de Hoogewoerd
genaamd; hier werd op den 30 Junij 1356 de vrede getroffen, waarvan alle-de
verdragsleden nog overig zijn; onder anderen gaf de Bisschop daarbij aan den
Graaf te leen de Heerlijkheden Amstel en Woerden, alsmede K,uik, en hetgeen
zijne voorouders verder van het Bisdom in leen hadden gehad.
Vele steden, dorpen en heerlijkheden verzochten in dezen tijd aan den Graaf,
dat zij bij het uitsterven hunner Heeren onmiddelijk van den Graaf mogten af-
hangen, en een dadelijk deel van het Graafschap zouden mögen uitmaken. Vele
Edelen zorgden echter, door hunnen invloed ten Hove, dat eenige zoodanige
reeds gegevene opene Brieven ingetrokken werden, Vele steden en heerlijkheden
kwamen evenwel aan de Grafelijkheid.
Onder Willem V’s regering werd de stad en het land van Heusden weder
met het Graafschap Holland vereenigd, hetgeen zieh in dezer voege toedroeg:
Hertog Jan van Braband, in 1356 stervende, liet 3 dochters na.
1°. Johanna, gehuwd met Wenselyn, Hertog van Luxemburg.
2C. Maria, gehuwd met den Hertog van Gelder.
3e, Margaretha, gehuwd met den Graaf van Vlaanderen.
Johanna’s echtgenoot, de Hertog van Luxemburg, volgde dus in Braband
op; doch daar Johanna aan hare zuster Margaretha geen deel van het erfgoed
wilde afstaan, viel de echtgenoot van deze, Graaf van Vlaanderen, in Braband,
overwon zijne vijanden in eenen veldslag, en nam de steden Brussel, Leuven,
Nivelle, Thienen en Leeuwen in. Doch om zaken naar Mechelen gereisd zijnde,
nam de Heer van Tserklaas Brussel weder voor zijnen Landsheer met geweld in
bezit; hierdoor bleef de oorlog slepende.
De Hollandsche Graaf, Willem V, werd door den Duitschen Keizer en den
Hertog van Braband als bemiddelaar ingeroepen, met dat gevolg, dat op den
11 Junij 1357 de vrede te Ath in Henegouwen getroffen werd, onder anderen
met beding, dat de stad en het land van Heusden, welke sedert
Floris V’s dood aan Braband behoord hadden, weder met Holland zouden
worden vereenigd.
In 1358 werd in Engeland open hof gehouden. Willem verscheen er in ’t
gezelschap des Hollandsehen Adels op ’t prächtigst gekleed, en werd door
Eduard I I I , den Koning, en de Koningin, Philippine van Henegouwen, zijne
moederlijke moei, ontvangen en ingehaald.
In 1359 sloeg hij met eigen handen en in zijn eigen hof den Bidder
Heer Gerard van Wateringen dood, een van de hoofden der Kabeljaauwsche
Edelen, en een man, die onbekwaam was om den Graaf tot gramschap, veel
min tot doodslag, reden te geven. Men besloot hieruit, dat Willem zinneloos
geworden was, en liet hem eerst op het Hof in den Haag, daarna echter binnen
de kleine, dooh vermakelijke, stad Quesnoy in Henegouwen opsluiten; — daar
zat hij 19 jaren gevangen. Hij was gehuwd met Machteld, dochter van Hendrik,
Hertog van Lancaster, bij welke hij geene kinderen had. Zij werd daarna,
naar men zegt, door vergif om het leven gebragt.
Willem was wreed en heerschzuchtig. De Geestelijken, van welke hij geen
vriend was, scherpten het volk in , dat het verstooten zijner moeder en zijn on-
menschelijk gedrag jegens den Heer van Wateringen hem de zinneloosheid als
straf berokkend hadden.
Gedurende de regering van Willem V werd door het woeden der zee aan de
landen van Holland en Zeeland eene onnoemelijke schade, toegebragt; er hadden
menigvuldige dijkbreuken plaats. Noord-Beveland’s dijken waren weggespoeld,
en gedurende een geheel jaar stroomde de zee er in en uit. Walcheren leed
groote schade, voornamelijk omtrent Oud-Arnemuiden; nabij Oud-Westkappel
spoelden vele landen weg. Aan de zuidzijde van Schouwen werden de dijken
grootendeels vermeid; aan de westzijde nam het land echter toe. Zuid-Beveland’s
23