Frfesehe en Noord-Brabandsche Genootschappen, gelijk ook aan vele bijzondere
personen (wij kennen zulks, helaas! niet meer aan den kundigen K eer doen),
wegens de aan ons in dezen verleende hulp.
»Aan allen zijn zij, die dit Deel van onzen veeljarigen arbeid bezigen,
grooten dank verschuldigd.
Leiden , Februarij 1858.
P. O. TA» »ER CHIJS.
VAN DE OÜDSTE TIJDEN TOT OP HET ONTSTAAN EEVEIl
MINT MET HET OPSCHRIFT h o l l a w t .
I N L E I D I N G .
Germanie, waarin de Friezen vermeld worden, heette het deel van het later
genoemde Holland ten noorden van den Bijn; Gallie was deszelfs naam beneden
die rivier. Van de Maas naar den Rijn werd, naar men meent, door den
veldheer Corbulo, eenige jaren voor Christus geboorte, eene gracht gegraven,
die men voor de Vliet houdt, het water tqsschen Leiden, Delft en Maassluis,
welke graving het moerassige land längs deszelfs boorden bewoonbaar maakte,
en aan welke vaart, ten tijde van Keizer Hadrianus, in de nabijheid van het
tegenwoordige Voorburg, later het beroemde en uitgestrekte Forum Hadriani
gestioht werd (1 ).
De latere inboorlingen zullen de Romeinsche gouden, zilveren en koperen
munten, de aurei, denarii, quinarii, asses, quadrantes, enz. gebezigd hebben;
deze toch zijn door geheel Holland, vooral ook längs de oevers van den Rijn
en van de zoo even gemelde Vliet, gevonden geworden. Wij kunnen echter als
zeker aannemen, dat de oudste volksstammen, die het land bewoonden, in latere
eeuwen den naam van de Graafschappen Holland en Zeeland dragende, vol-
strekt geene munt kenden, maar alleen door middel van railing handel dreven.
(1) Ci.uvEEtus meent, dat de CorbuloVgracht bijgedragen heeft om het water des
ßijns niet meer bij Katwijk zieh in zee te doen uitstorten, doch dan zoekt hij die in
eene doorgraving van de Z e k , en de leiding van het Rijn water door die rivier naar de
Waal of Maas (b ilp e rd ijk , Gesch. des Faderlands, X I II “ Deels D Stn k , bl. 98).
1