met behulp van Floris V , die Jan van Nassau verdreef, het slot Vredeland
bemagtigde en den Heer van Amstel gevangen nam. Ook vermeesterde Floris,
na een zwaar beleg, de stad Montfoort, en noodzaakte den Heer van Woerden,
wilde hij niet even als Amstel gevangen raken, bet land te ruimen.
De zoen met Amstel werd op harde voorwaarden gesloten, namelijk dat deze
zijne steden Naarden en Muiden en alle andere vrij eigen goederen aan den
Graaf zoude opdragen en van hem wederom in leen ontvangen.
Heer Herman van Woerden moest Montfoort afstaan, toen hij zieh in 1287
ook met Floris verzoende; Woerden ontving h ij, benevens alle zijne overige vrije
goederen mede ter leen. Hij moest ook de belofte doen van zijne doohter niet
dan met ’s Graven goedvinden uit te huwelijken.
Alvorens verder te gaan, moeten wij hier nog vermeiden, dat gedurende den
hevigen twist tusschen Braband en Gelre over de opvolging in Limburg, Floris,
die de partij van den Bräbandschen Vorst toegedaan was, aan dezen in 1286
eenige krijgsbenden had toegezonden, onder bevel van Wolfert van Borselen en
Jan van Renesse, die zieh meester maakten van het kasteel Meer, dat zij ge-
heel vermeiden, -terwijl dat eene Zeeuwsohe vloot, Maas en Waal opzeilende,
eene landing in Gelderland deed, dat ook door den Heer van Cuik verwoest
wer(l __ l n den aanvang van dezen oorlog had de Geldersche Graaf de leenroerigheid
afgesohud, waarin hij tot den Brabandschen Hertog stond, wegens
de Bommeler- en Tielerwaarden. Jan I , besloten hebbende om hem. deze waar-
den, die hij bezet hield, te ontnemen, begaf zieh met zijne benden naar Oosr
terwijk, waar hij zijnen bondgenoot, Graaf Floris, te vergeefs wachtte, die be-
loofd had hem daar met eenige vaartuigen den overtogt van de Maas gemakkelijk
te zullen maken. Hij deed alleen den overtogt met behulp van eenige schuiten,
die een zijner Ridders hem bezorgde, en maakte zieh meester van Bommel,
terwijl hij verder het kasteel van Driel versterkte. Inmiddels was Floris V mede
den Tielerwaard binnengerukt, en hadden de twee Vorsten eene bijeenkomst te
'Del, waar zij den 24 September 1286 twee verbonden sloten, bij welke zij
zieh op nieuw verbonden om alle pogingen in het werk te stellen om Gelre s
Graaf te vernederen. Men zoude, op gemeenschappelijke kosten, versterkmgen
laten oprigten, om het veroverde land te verdedigen. Ook werd er bepaald,
dat zij geen afzonderlijken vrede met Reinoud zouden sluiten, en d a t, wanneer
de obrlog geèindigd zoude .z'ijn, de Hertog het Leenheerscbap, dat hij thans in
Gelderland had, zoude. blijven bezitten;, echter onder .verband, dat, indien
hij zonder kinderen mögt komen te overlijden, de helft der leenen aan Floris
of zijne erven zoude komen (1).
Op den 3 Maart 1287 sloot Jan I een verbond met Dirk, Graaf van Kleef
tegen den Gelderschen Graaf. Hierbij werd overeengekomen, dat alle de ver-
overingen, welke de Hertog, benevens de Graven van Holland en Kleef, op
Reinoud zouden maken, in drie gelijke deelen, met uitzondering van de Bommeler
en Tielerwaarden, zouden verdeeld worden ; op den 6 Maart voegde
Floris V zieh bij dit verbond (2).
Ten jare 1289 werd bij den vrede tusschen den Graaf van Viaanderen en den
Hertog van Braband bepaald, dat de bondgenooten van den Hertog, waaronder
zieh de Hollandsche Graaf bevond, mede in dien vrede zouden begrepen zijn (3).
Hierna begaf Floris zieh naar Schotland, op welk Koningrijk hij regt meende
te hebben wegens zijnen voorzaat Floris I I I , die voor omtrent honderd jaren
gehuwd was geweest met Ada, dochter van Hendrik, Koning van Sehotland.
Daar Floris de Koningskroon niet kon bekomen, liet hij zieh met eene aanzien-
lijke som gelds vergenoegen, en sloot in Engeland voor het toekomende het
huwelijk van zijnen zoon Jan met de dochter van Koning Eduard I.
Inmiddels werd Floris, die steeds op de hand der goede gemeente was, den
Hollandschen en Zeeuwschen Edelen te magtig. Zij spanden zamen met zijnen
sehoonvader Guy van Viaanderen, die in Zeeland viel, en Floris verder door
verraad gevangen'kreeg, waarop een den Edelen voordeelig verdrag volgde (4).
Floris, ontslagen zijnde, verbrak de voorwaarden, verjoeg de Zeeuwsohe en
verzoende zieh met de Hollandsohe Edelen. Doch den Staat voi misnoegen
ziende, en bemerkende, dat de Engelschep den Qraaf van Viaanderen meer dan
( ! ) Zie de b b u y n e , Hist, de Dean I r , Duc de Brabant, boven aangehaald, bl. 56 en 57
(2) De bruyne, t. a. p. bl. 61.
(8) De bruyne , t. a. p . bl. 92.
(4) Door de goede diensten van den Brabandschen Hertog Jan I werd de twist biieelega;
zie, onder anderen, de bbuyne, t. a. p. bl. 94,