SRK#ISRIB I 125X2 RE# | ROSRKRO | P2?W 1289.
d. i. Maximilimn, Koning der Romeinen, Vider [van den Aartshertog l'ilips].
G. Tot ona leedwezen is ons het gewigt dezer munt niet medegedeeld geworden.
Wij gaan over tot de zilveren munten, en zullen ze in tijdxekenkundige orde
beschrijven.
De eenlge zilveren munt, die wij van het jaar 1484 hebben kunnen ontdek-
ken, is een groot, in de typen, gelijk ook in bet omschrift der keerzijde over-
eenkomende met de vroeger bescbrevene grooten van Gravin Maria (zie boven
bl. 469 en 470).
Rondom het compartiment dan, waarin de in elkander gekrulde letter M op
de vz., Staat nu als opschrift, na een dusgenaamd Geldersoh krnis:
ffiO KRGfjIDVG KVST BG GO
Op de kz. leest men rondom den parelcirkel, die het gebloemde kruis om-
geeft, weder na een Geldersch kruis:
BQRSDIG • KI7C 8 SRS2S S DRO 8 1282.
Z. weegt 1,7 w. bij den Heer Stricker; 1,45 bij den Heer berrüre, en
komt ook Vöör in de Verzameling van den Heer bf.eeakhts.
N° 8 schijnt eene munt van het jaar I486 te zijn; wij gissen zulks uit de
siechte cijfers. Het is een dubbel vuurijzer of dubbele stuiver van de gewone,
boven door ons onder Gravin Maria reeds beschrevene, type; het muntteeken,
de roos, is ook daar in de afsnedo weder zigtbaar. Omschrift:
* SRO 8 KRGljIOVGV 8 2SVST 8 BG 8 HO' 8 fjO-It
Op de kz. ziet men thans een ander wapensehild als op de vuurijzers van
Maria; het is namelijk vierveldig en heeft in 1 Oostenrijk, 2 Nieuw-Bourgon-
die, 8 een leeuw voor Holland, 4 den Roomsch-Koninklijken arend. Als sur-
tout het schildje Van Holland.
De spreuk is weder STSIiVV, enz.
Z. Een exemplaar vän den Heer strickek weegt 3,1 w.; een van den Heer
keer 2,77 w.; dat uit onze Verzameling is eenigzins besnoeid.
N° 9 is een dito dubbel vuurijzer van het jaar 1486.
Z. weegt 2,78 w. bij den Heer keer, en bevindt zieh ook in de Verzataelingen
der Heeren beelaerTs en nE voogt.
N° 10 is een enkel vuurijzer of stuiver, in type en omschriften gewijzigd,
doch oorspronkelijk volgde men die van Gravin Maria (zie boven bl. 468 en
469). Omschrift als van het duhbel vuurijzer:
■*< SRO' 8 77RGbuIOVGV 8 enz.
Kz.:
BSRSDIG § ^©RQDITTSIW 8 IUVS § 1286.
Z. Het exemplaar van den Heer santce weegt 2,8 w.; dat van den Heer
d e voogt 2,6 w,
N° 11—14 zijn habe stuivers of grooten. Zij hebben op hare vz. eenen hal-
ven klimmenden leeuw. In de afsnede onder dezen vertoont zieh het roosje of
bloempje van Dordreoht. Terwijl het exemplaar 11 besnoeid is, kan men
daarop het omschrift niet volkomen zien, maar de overige hebben duidelijk:
»5« SRO 8 KRCillDVG 8 2SVST » BG ° GO ° f?OIl
Op de kz; vertoont zieh een gebloemd kruis binnen eenen parelcirkel. Het
omschrift is:
ij« BSRSQIG o 2SRI7C (voor anima] SRS2S » DRO 1288.
N° 11, in onze Verzameling, is van Z. B. en weegt 1,8 w.; een exemplaar
bij den Heer serrure 1,61 w.
N° 12, bij den Heer keer, weegt 1,48 w. en heeft het jaartal 1488 op eene
andere wijze uitgedrukt; de oijfer 8 tooh wordt door twee onder elkander ge-
plaatste cirkeltjes gevormd.
N° 13 is weder eene andere type van 1485.
Z. B. Het exemplaar van den Heer keer weegt 1,68 w.; op een van den
Heer Stricker is de laatste cijfer onleesbaar.
N° 14 weegt op het Koninklijk Kabinet 1,9 w.; bij den Heer k e e r 1,43;
ook bevindt zieh de munt bij den Heer b e ed a e b t s .
N“ 15, een dubbele stuiver van voor de middeleeuwen fijn zilver, heeft op
de vz. een fraai wapensehild van Bourgondie-Oostenrijk. Het omschrift luidt:
«5« SRO 8 HRGbJDVGV 8 $V ST 8 BG 8 GO' 8
Op de kz. vertoont zieh weder een zeer sierlijk gebloemd kruis, met eene
puntige bloem (roos?) in het hart, binnen eenen parelcirkel. Omschrift:
>£ SIT § ROSRSR 8 OOSRIRI8 BaßQOIGTV
64*