![](./pubData/source/images/pages/page77.jpg)
ff Hollande, faisons à sçavoir que entre — Philippes, par la grace de Dieu Roy
de Prance et nous sont traittes 8pc. — Premièrement il est accordé, que le dit
Roy nous donnera quatre mil livres de rente à tournois à nostre vie —, et 25
mil livres Tournois en deniers comptons, une fo is tant seulement (t. a. p. bl.
562), verder wordt er nog gesproken van 25 mille livres de Tournois petits,
iets wat ons aanleiding geeft om er opmerkzaam op te maken, dat er deniers
en gros Tournois waren ; de eerste zullen de petits Tournois geweest zijn, waar-
van nu sprake is. De Toursche grooten alleen zijn bij ons te lande nagebootst
geworden.
En biermede eindigen wij ons overzigt van de muntsoorten, waarvan wij onder
de langdurige regering van Eloris V melding bebben gevonden.
JAN l , 1296—1 2 9 9 ,
zoon van Floris V en Beatrix, dochter van Guy, Graaf van Vlaanderen, en
derzelver eenig kind, was gebuwd met of liever verloofd aan de dochter van
Eduard I , Koning van Engeland.
Toen Floris V vermoord werd, was Jan I slechts tusschén de 13 en 14 jaren
oud. Er ontstond dadelijk, na den moord groote verwarring. De Edelen waren
in twee partijen verdeeld, in de deelgenooten van den aanslag en in de zooda-
nigen, die de genoemden als sluipmoordenaars en verraders beschouwden.
Het is zeer opmerkelijk voor bet karakter en de handelwijs van Floris, zoowel
als voor den aard dier tijden, dat alle steden eenparig Graafsgezind waren. Zij
hadden er ook reden toe. Het toont hoe volksgezind de regering van Eloris
is geweest. Dordrecht was toen een der voomaamste.
Eenige enkele echt oud-Hollandsche èdele geslachten waren ’s Graven partij
toegedaan, onder anderen de Egmonden en Arkels, die later ook ijverig Kabel-
jaauwsoh warèn.
Onder de begunstigers der moordenaars waren Dirk van Kleef, zijn broeder
Loef (volgens sommigen behoorde deze er echter niet toe), die sterk Engelsch-
gezind was; voorts Wolfert van Borselen, die men als den steun van dezen
aanhang mag beschouwen.
/
tjtw l
Van de andere moordenaars waren Woerden en Amstel buiten ’s lands' ge-
vlugt; de laatste, zoo men meent, naar Pruissen, waar hij door zijne vrienden
onderhouden is geworden, tot hij eindelijk weder in ’t land schijnt te zijn te-
ruggekeerd. Over het algemeen is er steeds veel duisternis gebleven in de
geschiedenis van het later lot dezer zamenzweerders, en kan men eigenlijk
sleehts de lotgevallen hunner nakomelingen in volgende geslachten met eenige
zekerheid mededeelen. Velzen was nog in Kronenburg, dat'weihaast door
de Graafsgezinden belegerd en ook naderhand ingenomen is.
Jonkheer Jan van Holland (aldus heette Jan I alstoen) bevond zieh, tijdens
den moord zijns vaders, in Engeland, en daar hij onmondig was, wilde ieder
de voogdij des lands in [ handen nemen.
De Graaf van Kleef stelde zieh in het bezit van Noord-Holland; Graaf Guy
van Vlaahderen van Zuid-Holland; Bisschop Willem van Utrecht van Muiden;
deze kreeg ook de West-Eriezen en Kennemers op zijne zijde. De Heer van
Veere, Wolfert van Borselen, belegerde Middelburg met behulp der Vlamingen.
Jan van Avesnes of van Henegouwen, oudste broeder van Guy, ontzette
echter Middelburg, verdreef den Graaf van Kleef en deed den West-Eriezen den
oorlog aan. De Staten van Holland, den Henegouwer echter wantrouwende,
zonden den Heer van Brederode, dien van Egmond, van Wassenaar, alsmede
de afgevaardigden van eenige' steden in der ijl naar Engeland, om den jongen
Graaf af te halen.
Door tegenwind liep Jan I , naar het vaderland terugkeerende, in Zeeland
innen, waar Wolfert van Borselen, Heer van Veere of Ter Veer, hem zeer
vnendelijk ontvmg, en zoo zeer zijn geheele vertrouwen wist te winnen dat de
Heer van Brederode, die.het hoofd des Gezantsehaps was geweest,-en door den
omng van Engeland met het toezigt over den jongen Graaf belast was geworden
van de hand werd gezonden. Jan van Henegouwen of Avesnes verliet het
land m stilte.
In 1297 kwam Graaf Jan nit Zeeland in Holland, werd overal gehuldigd
doch m zijne handelingen geleid door Wolfert van Borselen. Hierna werden de
West-Friezen, de Kennemers en daarna ook de Oost-Friezen (de bewoners
van het tegenwoordige Friesland), die door den Bisschop van Utrecht waren