Dauphineesche munt (Nabootsing. van) door
H e n d b i k v a n B b e d e b o d e , 5 4 5 .
D a v id (Konin g ) van Schotland, 6 8 .
D a v id van Bourgondie, 8 8 8 , 4 4 9 ; d u b b e le
S tu iv e r s v a n d e z e n , 4 6 4 noot.
Deenen of Noormannen, 11, 25 noot.
Dei gratia, 2 6 ; kòmfc o p d e H o l l a n d s c h e
m u n t e n h e t e e r s t v o o r o n d e r W i l l e m Y,
1 7 8 ; w ie d e z e w o o rd e n b ij h u n n e t i t e l s
v o e g d e n , aldaar.
Dekenen en gemeenen gilde, 8 4 5 ; D e k e n v a n
D o r d r e c h t , 5 6 7 .
D e k e t h (Mr A.), 573.
D e k in (C l a e y s ) te Brugge, 1 8 0 .
Delfland v a n Schieland g e s c h e id e n , 3 5 , 3 0 7 .
Delft, 1 ; o o rs p r o n g v a n d i e s t a d , 8 5 ; W o l -
f e r t v a n B o r s e l e n a ld a a r , 1 4 2 ; d o o r
G r a a f J a n I I b e l e g e r d , aldaar ; W i l l e m Y
a ld a a r g e h u l d i g d , 1 7 4 ; z ie v e r d e r 2 0 5 , 2 0 8 ,
2 2 4 , 2 2 8 , 2 3 0 , 2 4 0 , 2 4 1 , 2 4 2 , 2 5 9 ,
2 7 1 , 2 8 8 , 3 0 7 , 8 0 9 , 3 6 6 , 3 6 7 , 4 0 3 .
Delfshaven in 1488 verbrànd, 478.
Denarien, 6 7 ; g r o o t e —:, 3 .
Denarius Grossus, 131.
Denemarken (Oude Ylaamsche munten gevon-
'den in), 3.
Denier, 517.
Deniers obolen, 5 6 6 .
Der CoopUeden Handbouxkin, 515, 516,
517.
Derda n n e n ( J o h a n v a n ) , Muntmeester,
4 0 6 , 4 0 7 .
Der de o f burg erstand d o o r W i l l e m I I v o o r-
n am e li jk bevrijd, 8 2 .
Deuiten, 3 9 5 .
DEV P liV S 25M2S, enz. Opschrift op
munten, 510.
Deurwaarder, 476.
Deut (Ordonnantie omtrent het munten van
een': 6 op een groot, 12 op een tuin,
346; halve deuts, aldaar; zijn verloren
gegaan
Deutken, 3 0 0 ; Dents, 3 4 8 .
Deventer (Munten geslagen te), 22; —
woonplaats der Utrechtsche Bisschoppen,
26; zie verder 228; voorregtsbrief van
E l o r i s V aan die van — ; 137.
D ew e z (De Geschiedschrijver), 24.
Diadeem, 71.
Diameter (Eerste zilveren munt van grooten),
509.
D ie d e r ik I. Zie D ir k .
D i e g a e r t (A m b r o s iu s ) , Muntmeester), 465,
466.
Dienstluden (*s Graven), 275.
D ie r t (Oude kaart' van den Landmeter),
88.
Différencie of penning setten, d. i. geld tau-
xeren, 248.
Dijkbreuken in Holland en Zeeland tijdens
W i l l e m Y, 177.
Dijken in Zeeland weggespoeld, 177.
Dijkgraaf en Heemraden, 161, 391, 898.
Dijkgraafschap van Zuid-Holland, 333.
D y n t e r (A m b r o is e d e ) , 436.
Dikke gouden en zilveren. penningen, 394;
waarom niet langer gegeven, aldaar en
411. Dikke penning van een once gouds,
wanneer gewoon te geven, 401. Dikke
penninck van g oude, 435, 568; wanneer
gegeven, aldaar; geheeten fors deniers,
441, 443, 493 drie malen.
D i r k I (Graaf), 8, 10; bouwt het klooster
Egmond van hout, 9.
D i r k TI (Graaf), 10, 12; zijne gesçhiede-
nis hoogst onzeker, aldaar; verheft het
v; klooster van Egmond tot eene Abdij, 10.
D i r k I I I (Graaf), 14—17; Leenman van
het Sticht geworden voor het Graafschap
van B a v o , Bodegraven, 16 noot.
D i r k IY (Graaf), 17—19.
D i r k Y (Graaf), 22—81.
D ir k YI (Graaf), 54—62, 555.
D i r k van Kleef (Graaf), 121.
D i r k van Delft (Mr), de eenige Doctor in
Theologia in Holland onder Hertog A a l -
b r e c h t , 243.
D ir k s (Mr J .). Noord-Nederland en de
Kruistogten, 23 twee malen, 65 noot, 66
noot ,76.
D ir k s z o o n ( J a c o b ) , Muntmeester, 420,
421.
Dìssertationes Genealogicae (De) van K l t j it
zagen nimmer het licht, 18.
DUO (voor ÌBOJ TCRC^IDVG, fautief
opschrift, 509.
Dobbel, d. i. dubbele, groote, muntsoort,
891.
Dobbelde Brabmtsche penning en, 293.
Documens pour servir fyc. Zie Y e r a c h t e r .
Doeys of Doeyts- Hollants, 221.
Doljijn op munten, 545.
Dolle, 289.
Domburg, 41, 49 ; zeer bezochte zeehaven
tydens de Romeinen en Eranken, 50.
Domein (Koninklijk), 7.
Domeinen of Grafelijke goederen in Holland,
waaruit ontstaan, 12; zie verder 4 4 ,1 0 7 ,
368, 377.
Domproost te Utrecht, 236.
Doodkisten (Steenen), 11.
Doodkisten van Keizer M a x im i l ia a n , 474.
Doornik, 192; Doornicker Schilden, aldaar.
Dordracenses, muntsoort, 161.
OOR0R2ÌÓGHJSI1S. Opschrift op eene
munt van J a n I I , 148.
Dordrecht (De streken rondom), 9; wapen
van — in onderscheidene tijden, 30; wanneer
de bloedige streep daarin gekomen,
175, enz. enz.
Dordrechtsche gulden, 228.
Dordrechtsche scilde, 225.
Dordrechtswaerde, 33.
Dorestad of Dorestado (Erankisch Munthuis
te), 2.
Dorpskerk te Rijnsburg, 76.
Dortmund (Munt van W i l l e m I I , geslagen
te), 86.
Dotkens, 442.
Douai (Yerdrag van), 366, 367.
Douarie, 223, 231; Duwarie, 237.
Doyt, 810.
Dregter Friezen, omtrent Enkhuizen, 69.
Drenthers (Graaf E l o r i s oorloogt een jaar
tegen de), 64.
D r e s s e l h u i s (De Heer J. a b U t r e c h t ) ,
8 , 50.
Drie I (Kasteel van) door J a n I ingenomeù
en versterkt, 120.
Drielanders (Heele en halve), 830.
Driemijtstukken, 517, 536.
Drössaten, 283; Drossaerd van ’sHertogen -
bosch,, 118..
Dubbel (Dordrechtsche en Brabantsche), 249.
Dubbel Blanken, 310.
Dubbelde witte penni/ngen, 288 twee malen.
Dubeldoir, muntsoort, 172 noot.
Dubbele Stuivers, 524.
Dubbele Wilhelmus, 312.
Dubbelde Stuvers van Utrecht, 464.
Dubbelen, gouden muntsoort, 336, 838,
361; halve, 339, 840, 341, 861.
Duby, Monnoyes des Barons, Prelats, fyc.,
546.
Ducaten, 303, 546.
Ducaten- Cabinet, 190.
Ducissa tuinen, 327.
Duyts (Den), Notice fyc., 173 noot.
Duiten, 543. -
Duitsche Huis te Utrecht (Broeders van het) ,
106.
Duitsche of Teutonische Ridders, 82; bren-
gen de Heidenen in Pruissen ten onder,
aldaar<
Duitsche R ijk (Het), 11.
Duitschland, 92, 93, 94.
Duivenvoorde\H e t Huis), 74; verwoest, 207.
Dukaet van Yenegien, 424; -r— van Bour-
gondie, 490 twee malen, 491; — der
Heeren , van Brederode, 546.
Dure tijd, 488.
Dur harn (De Bisschop van), 122,
Dussen., 33.
Duuc ( J a c o b ) , Hertog A a l b r e c h t *s Waar-
dijn, 255.
Duurstede. Zie Wijk.
E*
Fdam, 185.
Fdelen (De Hollandsche), 13; trots der Hollandsche
—, 83.
Edelgesteenten (Kruisstaf met), 519.
E d u a r d van Gelre, 171, 186, 191, 215.
E d u a r d den BeUjder (Munt van Koning), 72.
E d u a r d I (De Engelsche Koning), 121.
E d u a r d I I I van Engeland houdt open hof
in 1358, 177.