Item wtgereyct en betailt ghijsbert quekel en -Jan martenssoon, gelijc hoir quitancie
diemë hier overlevert inhout es begrijpt, gegeven x i i i j dage in Julio a0 x x v j , xc xIy i
scilde facit . . . . .. . . | . clxxim © vi fi vm den. gr.
Item wtgereyct en betailt boudiin “van zwietë, trésorier, by mijns genadichs hrn brieve
geg. x i i i j dage in Julio A° xxvu en men hier overlevert, xx scilde facit iij © vi fi v i i j den.
Item noch denselvë wtgegeven en gegeve by mijns genadichs hrn brieve van quitancië
gegeven Xe dage in augusto, die men hier overlevert, n u c scilde facit
lxvi © xiij fi iiij den;
Item wtgereyct en geg. Jan Yasout, den Wairdeyn van der munte, en by tijden van
alrehande tymeringe ander munte wtgeleit heeft, dair hy goede bewysinge of doen sàl ,
xxin © x v i j fi ix den. gr.
Item wtgereyct en betailt Jacob Janssoen, colorizeerre inder muntë, van sine wedden
die hy van mijnë genadige heere heeft en den muntmeesters bevolen sijn hem te betalen, die
hem verschenë tôt Sinte Jans dage te midzomer ano x x v u . . . xx scilde facit
lu © vi fi vin den.
Item so was Jan nemery ontboden mit mijns genadichs hrn brievë te comë dair miin
genadige hre wair upten xnste dach in Decembri anno xxv en was up die reyse wt x x x v i ï j
dage, verteert mit sijnë knechtë sdages is c h ilt voir sine cost, comt xxxvm scilde.fac.
vi ® vi fi v n r .den.
Item so was Jan Nemery noch ontbodë by miins genadichs hm brievë te comë by minë
genadigë. here dair hy was, nptë vijffcë dach in decembri ano xxvi, en was .up die reyse wt
xlv dage, elcx dages voir sine cost mit sine knechtë verteert i scilt, .coemt xlv scilde fac.
v n © x fi gr.
Item so was Jan nemery ontbodë mit miins genadichs hrn brievë nptë xvi^en dach in
aprille anno x x v j te trëckë te rijsel by Jan rasoir en anders den rade om alrehande sakë te
ordinerë roerende der munte, dair hy den raet volchde te ghent te brugge te rijsel tôt va-
lenchyn en was wt x x x v i j dage, elcx dages verteert mit sinë knechtë voir sine cost i
scilt, fac. x x x v i j scilde . . . . . . . vi © i i j fi n u den.
Item noch wtgereyct es betailt boudijn van zwieten, trésorier, by mijns genadichs hrn
brieve van quitancië, gegeven xxinj dage in Octobri anno xxvu, die men hier overlevert,
xvic scilde facit . . . . . . . . ne lxvi © xin fi r a i den.
Item so waren Jan nemery en goidschalc omboden by mijns genadichs hrn brievete comë
by sine genade, dair hy wair, en was gegeven xvn dage in Octobri, des miin genadige hre
uptie tijt was mit siinre vlote in die Eme ende waren wt mit xv knechten ix dage, elkes
dages voir hore cost vijf scilde, coemt xlv scilde fac. . . • . vn © x fi.
Met eene geheel andere .hand is, hier,. voorzeker door een der Bourgondisclie
of Waalsche Raden van den Graaf, bij gesehreven:
Au' dit Jehan nemery et Godsalo pour les despens deulx de la garde et de l’aïssaienr de
la monnoie, qui s o n t venus de Dordrecht a Leyde et ont apporté les boystes, et rendu ee
present comte, ou ils ont vaqué et vaqueront pour leur retour par xv jours x « I l fl.
A Vranc de bilande,. assaieur de la dite monnoie, pour courtoisie et pour service, attendu
qu’il n’a nul gaiges de .Monseigneur . . . • • • n u « .
Het overige dezer rekening is grootendeels zoo onleesbaar in het Fransch ge-
schreven, dat wij onze oogen/.te vergeefs met de onteijfering afgepijnigd hebben.
A an het einde volgen de onderteekeningen van vier Raden van Graaf Filips,
die de tegenwoordige rekening in der tijd hebben opgenomen en gesloten. Wij
lazen daaronder de namen van Dassen, Steeland en Potter.
Gelijk nn oude rekeningen in het algemeen zeer geschikt zijn om ons eenen
duidelijken blik te doen slaan in den ioestand van vroegere eeuwen, zoo leeren
wij ook uit de Muntmeestersrekeningen veel, dat ons van elders onbekend zoude
gebleven zijn.
En zoo zien wij ook uit de tegenwoordige, dat een aanzienlijk dèei der Vor-
stelijke inkomsten geput werd uit eene belasting op de ten behoeve des volks op
’s Vorsten last vervaardigde: geldstukken. De verantwoording dier belasting,
welke s/eisc/iat heette, g e s o h i e d d e d o o r de Muntmeesters, die het geld onder hun
toezigt en op hunne kosten lieten vervaardigen. De overige inkomsten van den
Graaf van Holland en Zeeland bestünden in de tollen, zoo te land als voorna-
melijk te water, uit beden, boeten, renten en de opbrengst der Domeinen.
De Muntmeesters waren gedeeltelijk Kassiers van den Vorst, en betaalden
op zijne aanwijzing, en tegen q u itan c ië gelden uit; dikwerf sommen tot hooger
badrag dan zij voor den sleischät schuldig waren. In dat geval werd dit hooger
bedrag bij het doen van rekening over een verloopen tijdvak op eene nieuwe
rekening gesteld, gelijk dit uit den aanhef van deze blijkt.
Eene vaste uitgave der Muntmeesters was de uitbetaling van het loon der
Grafelijke Ambtenaren bij de Munt, als b. v. van den Waardijn en den Essayeur.
In dezei, rekening komen verder de kosten voor van vertimmeringen
aan de Dordrechtsche Munt, die, bij de vermeerderde bevolking, en dewijl er
48