Weduwe van Holland, 22,
Weenen (Keizerlijk Kabinet te), 198,
548.
Weesp, 176; verbrand, aldaa/r.
Weg (Romeinsche), 85, 86 noot.
Wegen van geld (Het toe-) in de 11® eeuw
in gebruik, 20.
Weigeboren luiden en HuisVuiden, 158.
Welgeboren Mannen, 851.
Wereldbol op-munten, 509.
Werkendam, W erkenemunde, 38.
Werklieden (Aantal) in de Dordrechtsche
Munt in 1420, 347.
Weromeri, Wormer, 46.
Werven van krijgsvolk, door wien in Nederland
begonnen, 450.
W e s e l (H e in r ik v a n ) , Waardijn, 293,
294; Muntijsersnijder, 312.
Wesemaal, 568; Wesemaelsche blanken,
325; Wesemaalsch Lammeken, 852.
W e s t e n d o r p , Jaarboek van Groningen, 8 0 .
Westergoo, 61.
WesterUngae, 38.
Wesierlinge, waarschijnlijk in de 9® eeuw
uit 2 Gouwen zaamgesteld en later W°st~
Friesland geheeten, 48.
Westerschelde of Hond, 56.
Westßinge, 46.
Westfriesche dijh, Rekerdijk, Koedijk, Lan-
gendijk, 41.
Westfriesland, 4; was oudtijds eene aaneen-
schakeling van moerassen en poelen, al-
daar; zie verder 174.
W e s t h o f f (Kabinet van den Heer), 5 8 8 .
Westkappel, 49, 91.
Westlingi, de verste Friezen, 45; wanneer
deze naam ontstaan, aldaar.
Wet van F l o b i s V voor Zeeland, 102,
103.
W i c h a r d van Gel/re, 2 0 .
W ic h m a n I , Burggraaf van Gend, 10.
Wieringen, 8.
Wieringerwaard, 47.
W i g b o l t , Abt van Egmond, 63; de mag-
tigste geestelijke na den Utrechtseben
Bisschop, aldaar.
Wijden van de Tceerssen, 474.
W ijk bij Duurstede, 2, 126; Munt te ——,
481, twee malen, 485.
W i j n ( T a n ) , Bijvoegselen op de Vaderl.
Hist., bl. 3, 208; Huiszittend Leven,
11, 548.
WlJNGAERDEN (ThIELMAN OoM VAN) , 498,
F l o r y s v a n — , 498.
Wns (Yerzameling van den Heer F. C. J.
d e ) , 68, 72, 81.
WlLHELMUS B rITO N U S (GüILLAUME LE B r E -
t o n ) , 8.
Wilhelmus Hollants gulden, 195,276, 295 ;
(onder W i l l e m "VI).
Wilhelmus Schilden, 194;*846; Wilhems
Hollanse scilde, 283.
W i l l e b r a n d , Bisschop van Utrecht, had
zijne verheffing aan F l o r i s IV te danken.,
78.
W i l l e b r o r d in de 7® eeuw in Holland ver^
gezeld door A d a l b e r t , 10; — g e h e e t e n
de Heilige, 84, twee malen.
W i l l e m A e l b r e c h t s z o o n s Z o o n , , 2 5 2 .
W i l l e m (Jonker), broeder van D i r k VH,
69, 70, 71; d a a r n a . Graaf W i l l e m I ,
72, 74, 75, twee malen; had zijne re-
sidentie te Haarlem, 76; veroverde vele
plaatsen in het Heilige Land, 75 en 76.
W i l l e m H , Roomsch-Koning, 81—87.
W i l l e m TTT of de Goede (Graaf), 151-—
167; munt, misschien de eerste onder de
Graven, in Zeeland, waar hij te Zierikzee
zijn verblijf had, 152.
W i l l e m IV (Graaf), 167—178.
W i l l e m V, Ruwaard, 174.
W i l l e m V (Graaf), 174—204.
W i l l e m VI (Graaf), 270—819.
W i l l e m , Bisschop van Utrecht, 25.
W i l l e m I van den Berg (Tournoois van),
130.
W i l l e m de Ver overaar, zwager van Graaf
D i r k V, 25.
W i l l e m I (Munt van den Engelschen Ko-
ning), 72.
W i l l e m van Arkel, geliefd door J a c o b a
van Beigeren, 319, 320.
W i l l e m van GuUJc, 153.
"W ib l em P i e t e r s s o o n , Essayeur, 404, 405.
W i l l e m s , 79; aanteekeningen van — , 8,
119.
Willich (Het klooster), 20.
Wilsum, handelplaats, 137.
W i n d .(Mr S. d e ) in de Verhandelingen der
2® Jelasse van *t Instituut, 78, 79, 367;
in het Tijdschrift, enz,, 66; verder 559,
562.
WinJeelmade. bij Winkel, 13.
W i n s e m i u s , Hist, van Vriesland, 136.
Winst op de munt, bron van inkomst voor
den Landsvorst, 217.
Wi/ron (De Gouw), 32, 46, 48; was de
pagus Wi/roni; dorp Wiron, 48.
W i s e l i u s (Mr S. I p z . ) , 178.
Wisselaars te Bordrecht en elders, 227;
hun loon, aldaar, 251.
Wit voor huit (acht), 166.
W i t h i l d e . Zie O d e l h i l d e .
Witlam of Witlant, 84 noot, 35.
Witlick, d. i. wettig geld, 137.
Witte groot voor elff myten, 211.
Witte penninck, 502.
Woensel (Munten gevonden te), 110.
Woerden (De Heer van), 119.
Woerderlant., 227.
Woeringen (Slag van), 119.
Wolstapel te Middelburg, 222.'
Woudrichem,; 271, 289; roertol aldaar, 294;
zie verder 807, 321, 328, 333.
Z.
Zaagmunten of nvmmi serrati, 2.
Zandhorst verwoest, 207.
Zandige landen äfgegraven, 474.
Zandijck, 559.
Zeeland, 2, 4 , 8; Beooster en Bewester
Schelde, 11; — , beurtelings aan Viaanderen
en aan Holland en een twistappel,
56, 57; Graaf van — , 89; in Zeeland
meest Vlaamsch geld in gebruik, 159;
Rentmeester van Zeeland, 159; Munthuis
in Zeeland en wel eerst te Zierikzee, 152;
daarna te Middelburg, 156 noot, verg.
246 noot.
Zeesche of Zeelanden, 151.
Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen,
4; deszelfs Muntkabinet, 68, 200, 269,
314.
Zeeuw8cheh Adel (Aard van den), omstreeks
de helft der 13® eeuw, 100, 101.
Zeeuwsche Oudheden. Zie E r m e r i n s .
Zeeuwsche vloot (Eene) doet eene landing in
Gelderland, 320.
Zeeuwsche. wapen (Ouderdom van het tegen-
woordige), 269.
Zeevang (Bailjuwschap van Amstelland, Wa-
terland en), 307.
Zegel van den jongeling, die nog geen Rid-
der was, 92.
Zeqel van Dordrecht in onderscheidene tij-
den, 30.
Zegelen (Oudste wijze van), 80.
Zegels (Gebroken) aan een Charter, 228,
235.
Zegveld, 89.,
Zeist (Onde kerk te), 11.
Zeker zetten, d. i. borg stellen, 391.
Zesmijtstukken, 515, 517.
Zestiende deelen van kromstaarten, 566.
Zetelare (Gouden), 164; waarschijnlijk de
klinjeert, aldaar.
Zevenbergen (Stad), 37 en 37 noot; Slot
te — , 272; Munt te — , 379, 380;
aan J a n van Braband verlof gegeven om
daar te munten, 382; zie verder 384, 386.
Zevenbergen (Land), 562.
Zierik (De Utrechtsche Bisschop J a n van) ,
119.
Zierikzee komt eerst voor in 1247, 54; onde
hoofdstad van Zeeland, 74; W i l l e m I I I
vertoeft aldaar lang, 152; munt in die
stad geslagen; 152; zie verder 179, 191,
236, 240, 359.
Zijp (De), 47, 73.
Z i j p of S u b , Montmeester, 250.
Zilveren dubbele Carolus, 535.
Zilveren vliezen, 524.
Zilversmidsgild te Dordrecht (De roos, tee-
ken van het), 30.
Z im m e rm a n (De Heer), 6,
Zoeterwoude (Het vruchtbaar maken van
schralc landen uitgevonden bij), 474.