sequent 58 dans un marc. Celâ se justifie par un fragment d’Ordonnance que S. Louis fit
Van 1266, pour regier la manière dont on devoit peser la Monnoye, avant que la délivrer
au public.
«Après avoir trouvé le poids de cette Monnoye, il est nécessaire d’en trouver la loy.
Pour cela, sans avoir recours aux Ordonnances des Successeurs de S. Louis, je produiray
seulement deux titres qui nous apprennent qu’elle étoit à 11 deniers, 12 grains d’argent
fin. Le premier de ces titres est une promesse de Jacques, Boy d’Arragon, et Jacques,
Boy de Majorque, du mois de Juin de l’an 1S09, dans laquelle ü est parlé de 160,000
Tournois d’argent : Sancti Ludovici bonae memoriae Régis Franciae de lege undedm drna-
riorum et oboH, quorum Turonensium 57 mi/nus tertia parte wnius (c’est à dire 562/3)
pondérant unam marchant ad pensum Monspesulii [d. i. naar het gewigt van Montpellier].
L’autre titre est de Jacques, Eoy de Majorque, daté du mois de Mars 1888, par lequel
il paroist aussi que ces Gros Tournois étaient d’argent à 11 deniers, .12 grains de loy,
et que les 562/3 pesoient un marc de Montpellier.»
«Je crois qu’on peut assurer que les Gros Toumois de S. Louis valoient 12 deniers
tournois; car Louis Hutin s’étant proposé d’imiter S. Louis en tout pour ses Monnoyes,
évalua le Gros Toumois à 12 deniers toumois.»
Wij zullen later zien, dat bij ons de Toursche Groot of Tournoois doorgaans
acht Hollandsche penningen gegolden heeft.
Op de kz. onzer munt ziet men het Karolingische kruis binnen eenen parelrand.
Daarom staat :
ifr P LO R EH T IV S GO
en in den buitenrand de, naar het schijnt, door den Heiligen Lodewijk op de
munten ingevoerde spreuk: £ ;—
BHQlCmV i SOT ; HOOIS : DHI : URI : DSI : IfîVXPI
De beide laatste letters zijn door den stempelsnijder, door gebrek aan ruimte,
aan elkander gehecht.
Z. weegt 3,95 w. Z6, als ons alleen voorgekomen in de Verzameling des
Heeren k e e r .
N° 3 , die van eenen anderen Stempel is, heeft de letters 0 0 zeer digt bij
elkander’ terwijl verder de P en I in het woord XPI behoorlijk van elkander
yerwijderd staan.
Van deze varieteit kennen wij drie exemplaren, als eene in het Komnklijk
Kabinet, die 3,95, en twee andere bij de Heeren s t r i c k k r en b e e l a e r t s , die
ieder 3,85 w. wegen. Deze munt is dus van Z3.
N° 4 heeft de G en O en de verkorting van Comes verre van elkander ver-
wijderd, terwijl er thans XPII in plaats van XPI in het omschrift staat.
Z. weegt 3,95 w. Z6. Ons alleen voorgekomen in het Kabinet der Leidsche
Hoogeschool.
N° 5 heeft thans rondom het kruis :
>J« FLORETI' GOOTES
en in den rand XP voor XPI.
Weegt 4,08 wigtje en is van Z3. Zij wordt gevonden in de Verzamelingen
van de Heeren k e e r , d e e o i j e v a n w ic h e n en St r i c k e r .
N° 6 heeft in den rand thans:
XPI
Z. weegt 4,1 w. Z6. Ons alleen bekend in de Verzameling des Heeren
MACARe te Utrecht.
N° 7 heeft: PLOREHTIVS G
en in den rand: XP.
Z. weegt 3,875 w . Z6. Eigendom van den Heer k e e r .
Tot dus verre beschreven wij al de ons bekende varieteiten onder de Tour-
nooisen van Eloris V ; gaan wij thans tot de denanen of Hollandsche penningen
over, die, vroeger door a l k e m a d e aan Eloris IV toegeschreven, dóor de Numismatici
van onzen tijd, met name door l e l e w e l , aan onzen Eloris worden
toegekend.
N° 8 heeft op de vz. ’s Graven hoofd, naar de linkerzijde ziende, binnen
eenen parelrand. Het omschrift luidt, na een sieraad, dat veel naar een kla-
verblad gelijkt:
P GOMES Olili771 • DIS
dit laatste voor OLL7SI2DI©.
Men ziet hier duidelijk den invloed van eenen Franschen, Vlaamschen of
Zeeuwschen Muntgraveur, die, niet gewoon de H in HOXiliTiRD uit te spre-
ken, die aspiratie ook bij het graveren van den muntstempel wegliet.
Op de kz. reikt een gevoet vierbeenig kruis tot aan den rand der munt.