dich sijn te doen, En geloven onsen Wardeyn voirnt uyt onsen dienste van der voirss.
Wardeinscip niet te setten, noch te laten setten voir. die tijt, enz. dit sal gedueren tot
onsen wederseggen« In oirconde enz. Gegeven in den Hage dertien Dagen in Qctobri
anno düsent vier hondert en vijftien.
Doch keeren wij tot de munten terug.
Op den 25 November 1410 beleende de Graaf Heer Arent van Lyenberch
met //sestien Schilden ’s jaars, zoo als Hertog Albert in de munte te Sint Geer-
truidenberge hadde doen slaan, voor 16 pond kleine penningen, die hij uit den
roertol te Woudrichem plagt te trekken, eer ’t land van Altena aan Hertog Albert
gekomen was// (1) (v. m i e r i s , IV, 159).
Op den 19 April 1411 besloot Hertog Willem, vindende dat de steden en
landen hem voor het doen stilstaan zijner Munt den sleischat niet betaald, en
de zetting van het geld niet gehouden hadden, — met overleg zijner Raden
en der goede Steden zekere penningen te doen maken, en regelde hij de
waarde van de loop hebbende munten voor eenigen tijd, terwijl hij verder
orde stelde op het ontvangen en uitgeven derzelve , alsmede op het gebruik
zijner eigene gemunte penningen.
Het stuk is van den volgenden inhoud:
Willem, bi der genaden Goids enz. doen cond allen luden, want wy geen betalinge en
hebben connen gecrigen van sulken sleiscat, als onse Steden ende Landen van Hollandt
ende van Zeelant ons sculdich sijnj en voirtijts geloift hebben, omdat wy niet munten en
souden, En sy oic sulke. settinge ende ordinantie van den paymente, als wi bi hoeren
goetduncken geset, ende geboden hadden te ghengen, niet gehouden en hebben, en hebben
die ordinancie selve gebroken, en dat payment hoger ontfaen, ende wtgegeven, dan si mit
(1) In de Privilegia J , 1404—1416, Cas. K. Eoi. 83, lezen wij: altem opten
xvmn dach in Aprille anno X IIIIC ende X J , soe leverde die Proost van Condeit ende
Henric van Wesel wten Clerc-Camer [wij zouden zeggen Secretane] by bevelen Jan Heermans,
Willem Aggérts [sicj, enz. sulken kiste mitten bussen endeomtrent xxx muntijsen [sic] dairin
als bij tijden Eoykijns Tresorier van Dordrecht wter munte in den Hage gebracht waert.»
Met welk oogmerk deze muntijzers of Stempels in der tijd naar ’s Hage zijn gebragt geworden
, Iaat zieh moeijelijk gissen. Wanneer was Eoykijn Tresorier van Dordrecht?
Wij vinden hem niet in het Register op v a n d e w a l l noch bij b a l e n .
ons overdragen waeren, dat ons niet langer en staet te liden, en willen dairom munten,
geliken anderen Vursten ende Heeren; So hebhen wy ons beraden mit onsen Rade en ge-
truwen Steden, ende sijn van onser Heerlichede wegen overdragen in onser munten van
Hollant te doen slaen en wercken gülden penningen, geheten Hollantsche scilden, die gaen
sullen ’t stic voir x l groten, ende Wilhelmus Hollantse gülden, die gaen sullen ’t stic
voir xxx groten, sulker groten, als men dair op van onser wegen werken ende munten sal.
Item sal men wercken in onser munten,van Hollandt sulveren penningen, geheten leeuwen,
’t stic voir anderhaiven grote, ende mede Hollantse grootenf habe grooten, quartier
grooten en achtendeel van grooten, die men hieten sal Hollants. Welc onse nywe payment
van goude, ende van sulver voirss. onse Munte Meester gelooft heeft op sijn lijf niet te
ärgeren binnen ses jaren na, desen. dage. . . . .
En op dat onse goede luden hoir comanscip binnen onsen Landen, ende daer buten, te
bet hantieren ende doen mögen, so hebben wy sulc gouden en sulveren gelt, als hier nae
gescreven staet, geset te gaen in onsen Landen, op sulke wairde, als hier nae Volget,
dat is te weten. Eerst
Keysers1 che scilden endeli *
Gentsche scilden stic. voir . , . . . . lV2
Trancryesche scilden . . .
Engelsche nobelen . . .
Gentsche nobelen .
Lyoen en )
Oude dubbel mottoenenj
Oude Dordrechts dubbel .
Dubbelde croonen . . .
Trancryxé inottoen , .
Henegouwse Engel, voir dese tijt geslegen . . . l x v i i
Vrancryxe croonen
Peters
Mechelsche scilden
Helmkyns | stic . . . . . . XLV
Halve Engelsche nobelen
Paidsen, en Adeliers scilden^
Nywe Albertus scilden, lest geslegen")
Beemsche gulden f . ». . . . . XL
Ungersche gulden J