G a a s b e e k ( J a c o b v a n ) , Stedehouder, 828.
G a il l a r d (C o r n e l is ) , Collectanea, 1 5 6
noot.
G a i l l a r d , Monnoy es de Flandre, 1 , drie
malen, 112, 148.
Gallie (Een deel van Holland oudtijds een
deel van), 1.
Gallische munten, 2; hoe oud deze zijn,
aldaar.
Gans (Arend beschouwd als), 161 noot.
Ganse (Utrecse) , 562; Hassels en Reense
ganse, 299, 302.
Ganzen, welke muntsoort, 281 noot, 800,
301, 802.
Gapers, gou'den Ylaamsche mnntsoort, 338.
Gastema (De gouw), 50.
Gehloemd kruis, 524.
Gebouwen op sledezegels, 30.
Gebreh aan Munteis (Hoe te handelen bij),
213.
Gecommitieerde Raden, 398.
Gedenksteenen van eenige Hollandsche Graven
, 7 6.
G e e l h a n d S c h o n e n te Brussel (Kabinet van
. den Heer), 505, 545.
G e e r o d e ( B r u n e n v a n ) , Graveur der Munt
onder W i l l e m "VI, 312; dezelfde aange-
• steld tot* Waardijn onder J a c o b a , 324;
tot hoe lang, aldaar.
G e e r t r u i d , gemalin van E l o r i s I , 20.
Geertruidenberg of Mons litoris, 87; had
reeds in 1218 eene Keur, 84; munten aldaar
geslagen, 169,236, 269,382; afstand
door M a r g a r e t h a aldaar gedaan; aan
W i l l e m Y gekomen, 174.
Geervliet (Oude toi te), 35, 63, 66, 70,
136, 162.
Geest (Slag op de), 118.
Geestelijken (Den) door Karel den Stouten
schatting opgelegd, 451.
Geestelijkheid (B l o r i s de Voogd b ew ijs t v e le
w e ld a d e n a a n d e ) , 1 0 6 .
Geheimen of heimelijkheden der Munt?
255.
Qehelich (Bisschop van), 211.
Geld (Welk) gangbaar gesteld door Hertög
A a l b r e c h t , 2 1 6 .
Geld (Eerste vermelding van Ylaamsch), 8.
Gelder (Bisschop W i l l e m van), 2 9 .
G e l d e r (Yerzameling van wijlen den Heer
P. S m i d t v a n ) , 144.
Gelderland (Deel van) verwoest, 1 2 0 .
Geldersche gulden, 2 2 6 .
Geldersche munt gangbaar in Holland, 2 3 7 .
Gelder sch kruis (Dusgenaamd), 5 2 1 .
Geldwisselaars (Openbare), 1 8 8 noot.
Geleerdheid, kunsten en wetenschappen (Het
klooster van Egmond langen tijd in Holland
de hoofdzetel van), 11.
Geleide geven, 3 0 1 , 3 0 2 .
Gelove (Brieve van) of credentie, 4 3 8 .
Gelre (Munt van), 4 9 9 .
Geluwe of geel, 4 7 5 .
Gemeene Neeringen [gilden?], 3 8 1 .
Gemeenschapsmunt van Holland en Braband,
165; van Braband en Viaanderen , aldaar;
redenen daarvoor, aldaar.
Gemet lands, 2 1 8 , 2 8 7 .
Genade, titel van den Roomsch-Koning M a -
x i m i l i a a n , 4 8 9 .
Gend, vroeger slechts een kasteel, 1 2 ; als
Grafelijke bezitting een band tusschen
Ylaanderen en Holland, aldaar; J a c o b a
van Reijeren daar gevangen genomen,
3 2 8 ; zie verder 8 7 6 .
Generale dagvaart, 4 0 5 .
Gennep. Zie R e in o u d .
George [St.) guldens, 1 9 0 .
Geraerdsbergen (?), 5 6 1 .
G e r a r d , Graaf van loon, 7 3 noot.
G e r a r d van Velzen, 1 2 2 .
G e r a KD (HS. v a n den Heer), 2 4 2 .
Gerdenberge, d. i. Geertruidenberg, 2 3 7 noot.
G e r h a r d I I van Gelre (Munten van Graaf),
2 9 .
G e r l a c h , G r a a f van Zutphen, 2 5 .
Germani'e (Een deel van Holland oudtijds een
deel van), 1 .
Germepi (De Gouw) of het Land van Woerden,
.was Stichtsch, 4 2 .
G e r o l f I , vader van D ir k I , door den
Noorman G o d f r ie d verjaagd, 6 ; verdrijffc,
door E v e r a r d bijgestaan, dezen op zijne
beurt, aldaar.
G e r o l f , Muntmeestersiiaam, 5.
G e r o l f us, Comes Fresonum, 5; twee Graven
van dien naam, aldaar; behooren aan het
hoofd van het Hollandsche Huis geplaatst
te worden, aldaar en 7.
Geschiedenis (Onherstelbare schade door de
Noormannen toegebiagt aan de oudste Hollandsche)
, 5.
Gesworen van de Munt, 245, twee malen,
246 en noot; in ’t algemeen, 851.
Geva, gemalin van D i r k I , 8.
Gewoonte der Munt (Oude), 255.
Gezänt van Holland aan het Hof te Rome,
185.
Gezinde van den Bisschop, 211.
Gheselle, muntsoort in Zeeland, 559* 561;
waarde dier munt, 560.
G h e s q u iè r e (De Abt), 2; zijne Mémoire
sur trois points fyc. , aldaar, 192 en 445.
Gids [He), 6.
Gietkamer in de Munt, 484, 571, 572.
Giftbrieven (Drie of vier) aan de eerste Hollandsche
, of eigenlijk Friesche, Graven
verleend -, 6.
Gigot of vierde Ylaamsche groot, 453.
GijsBERTj dienaar van D i r k Y, 25.
G i j ^s b r e c h t van Amstel, 118.
Gildebrieven, 30.
Gilden te Gend, 449.
Gilden o f corporation van Muntwerklieden,
213.
Gildenburq (Het Slot) genomen en hemo-
men, 206.
Gildensteyn, 219.
GIIiliGIiiEVS op eene munt, 202.
Glazen vensteren in dè Munt, 571.
Glocester (H u m p h r e y , Hertog van), 821,
866.
Gloeipannen, 484.
G o d e b a l d , Bisschop van Utrecht, 26.
G o d e f r id , Graaf van Luxemburg, 13.
G o d e f r id u s . Opschrift op zeér oude dena-
rien, 25.
G o d f r ie d van Ardennes, 20.
G o d f r i e d , zoon van H e r io l d , 5, 6 .
G o d f r ie d (De Utrechtsche Bisschop), 59.
G o d f r i e d , Hertog van Neder-Lotharingen,
16; gevangen genomen, aldaar, noot.
Godheid [Meester in de), 243.
Godsdienstig (De opschriften der munten van
M a r ia van Bourgondie zijn alle), 471.
Goed geld, 215.
Goeree, 33; aldaar in 1618 fundamenten van
eene Romeinsche stad ontdekt.
G ö t z , jDeutschlands Kayser-Münzen fyc. ,
86, 188, 302 noot.
Gooilmd, 449.
Gorinchem, 174; belegerd, 208; aan Holland
afgestaan, 272; zie verder 278, 320,865,
481, 556.
Gorsel, 171.
Gouda, 11; munten van K a r e l den Grooten
aldaar gevonden, 14; de stad aan Holland
gekomen, 207; betaalt aan den Graaf van
Blois, haar Heer , 237, zie verder 865,366.
' Goude (Slot ter), 27 2.
Gouden Leeuweri, wanneer in Holland geslagen,
419, 421.
Goudgulden van Florence [Florin de Florence),
door de Hollandsche Graven niet
gevolgd, 163, 173 noot; ook Florijngul-
den genoemd, 173 noot; goudguldens van
Holland, 195, 264; van Yianen, 546.
Go v e r t met den B ull, 24.
Graaf van Zeeland, titel van den Holland-
sehen troonopvolger, 152.
Grafelijkheid (Yele steden en heerlijkheden
komen in de 14® eeuw aan de), 176.
Graf holders te Egmond, 10.
G r a m m a y e , de Antiquitatibus Brabantiae,
80 noot.
Grand-Halleux (Muntvond-van), 111.
Graven (De Hollandsche) reeds vroeg aan-
zienlijke mannen, 63.
Graven in Frieslmd, 7.
Gravenambt of Graaf schap, 39.
*s Gtavenhage, muntplaats, 427.
Graven Steen (Huis ’i) te Leiden, 82.
Gravestraat ■ (De) te Dordrecht, 19.
*s Gravezandestad van Holland onder Aal-
b r e c h t , 228, 235.