gouwen heeft laten slaan (met het monogram van Henegouwen, in plaats van
met het chatel op de vz.) ; men kan ze afgebeeld zien bij c h a l ó n , Monnayes
du Hainaut, Pl. I l l , N° 21—24. Onze munt heeft op de vz. het kasteeltje
of kerkje als vroeger, doch thans omgeven door het woord:
ri* ¡OORDR2ÏGEHSIS.
In de schildjes, die den rand der munt als het ware borduren, ziet men nu
geene leliën, maar drie bolletjes, twee en een geplaatst.
Op de kz. vertoont zieh weder het Karolingische krais omgeven door:
IOfyES : GOMES I
Vóór de I en vóór de G bevinden zieh arenden; wat -deze beteekenen betrügen
wij niet te weten, of het zou soms eene aanwijzing moeten zijn, dat Keizer
Albert den Graaf kortlings met het leen van Holland beleend had. Op den He-
negouwschen Tournoois van onzen Graaf, bij c h a l ó n , Pl. I I I , N° 21, komt
een geborduurde rand met dubbelde arenden voor, en c h a l ó n zegt daaromtrent
op bl. 39 : « La bordure d’aigles, qui remplace sur ce gros les fleurs de lis ou
//fleurons des tournois, nous parait être une allusion aux prétentions de Jean
u d’Avesnes sur Alost et sur les fiefs impériaux de la Flandre.//
lets dergelijks kan toçh bij de Hollandsche munten het geval niet geweest zijn.
In den buitenrand staat:
ri* HOMSH • DOMIHI1 HOSTRI i SIT • BSHSDIGWVSB.
Z. weegt 86 azen (sic). Z6, als ons alleen bekend in de Verzameling des
Heeren j . d e m e i j e r te Gend.
Professor s e r r u r e aldaar moet, volgens schrijven van den Heer d e m e i j e r
aan ons, eene dito munt, doch van eenigzins afwijkenden Stempel, bezitten,
als zijnde de vorm der M aldaar: 112.
N° 2 is een groot, geslagen volgens de type reeds ingevoerd door Margaretha
van Konstantinopel, Gravin van Vlaanderen; zie g a i l l a r d , Recherches sur les
Monnayes des Comtes de Flandre, Pl. XVI, N° 148, en ook bij c h a l ó n , Monnayes
du Hainaut, Pl. I I , N° 12; echter met onderscheid tusschen de beenen
van het kruis op dé kz.
Op de vz. ziet men den Hollandschen leeuw op een driehoekig schild binnen
eenen parelrand. Het omschrift is:
ri* lOJrjSS GOMSS OLL2ÏDIS
Op de kz. vertoont zieh het gevoete gelijkbeenige krais met vier arendjes
tusschen de beenen, binnen eenen parelcirkel. Omschrift:
ri* MOX2©ni2î DORDRroaaSIS.
Z. Een exemplaar van het Koninklijk Kabinet weegt 2,1 w. ; een dito in de
Verzameling van den Heer k e e r 2,415 w. Is dus van Z5.
N° 3 , een dito groot, heeft op de vz. het omschrift (door eenen Hollander
gegraveerd ?) :
ri* lO IjS S GOMSS fjOIiliKHDIS
en op de kz. :
ri* MOI2SW2S DORDR2ïeCSI2SIS.
Z. weegt 1,958 w. Z®. Ons alleen bekend in de Verzameling van den Heer
o. KEER.
N 4 , een groot, gelijk er van onzen Graaf eene Henegouwsche voorkomt
bij CHALON, Pl. I I I , N° 29, heeft op de vz. de zelfde type als de N» 2 en 3 ,
doch de legende luidt:
ri* MOI2SW25 VIIí(S) ¡OORDR2SGIS
d. i. Munt van de Stad Dordrecht (eene zeer ongewone uitdrukking).
Op de kz. ziet men een Karolingisch kruis binnen eenen parelcirkel, omringd
door het opschrift:
ri* I S GOMSS OlJliTEDIS.
In den buitenrand staat:
ri* 2ÏVS SI22Î(RI2Î GR2SGI2Î P)IiSI22S D
Het begin van den groet des Engels: Ave Maria graÜa plana Daminus tecum :
Zijt gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met U.
Deze spreuk komt zeer zeldzaam op munten voor; op geene andere Neder-
landsche dan de tegenwoordige hebben wij ze tot dus verre ontmoet: Zoo vindt
men op eene dergelijke Henegouwsche munt van onzen Graaf: Pan Domini sit
in cor dibus nostris.
De muntsoorten, in dit tijdvak (1300—1305) voorkomende, zijn nog wel
berèkend bij ponden en schellingen Hollants, doch in een stuk van 1300 (v a n
m i e r i s , I , bl. 10) vergunnen Deken en Kapittel van St. Pieter te Utrecht aan
de dochter van Costijn van Kats eene rente van dertigponden m arte Tournooischen