De exemplaren verschillen onderling in de meerdere of mindere grootte der
letter V in het woord BVRG.
N° 3, een half schild of halve klinkert (immers yolgens het gewigt), is in type
en omschriften aan N° 2 gelijk.
G. weegt 1,75 w. Wij vonden deze zeldzatne munt alleen bij de Heeren
k e e r en s t r ic k e r . 1
Wat de zilveren munten betreft, die, volgehs het hiema mede te deelene,
blijken te Zevenbergen vervaardigd te zijn, is N° 4 een dubbele groot of dus-
genaamde kromstaart.
Op de vz. ziet men den staanden, linksgekeerden leeuw, met het wapenschild
van Bourgondië op den sehoft. Omschrift:
>ï< Pbfi S DVX 2 BVRG S WVWOR ? Z ° ° J'
d. i. Filips, Hertog van Bourgondië, Voogd en Brfgenaam van Holland en Zeeland.
Op de kz. rust een gevoet kruis op het wapenschild van Paltz-Beijeren.
Omschrift :
IKGOB I 2 o v a S B I TîVTS S CC ) OM' S
Z. Het exemplaar van Professor se r r o r e weegt ,3,29; dat van den Heer
k e e r 2,88 w. Ook kwam een exemplaar dezer munt in Julij X$55 in h,et
Koninklijk Kabinet.
N” 8 , een enkele kromstaart of groot, heeft volkome» de _zeifde type op voor-
en keerzijde. Ook de omschriften zijn de zelfde.
Z. weegt 2,1 w. (à fleur de coin) in het Koninklijk Kabinet, 1,81 bij den
Heer k e e r , en 1,75 bij Professor s e r r ü r e .
N° 6, een halve kromstaart of halve groot, waarvan wij njet dan minder dui-
delijke exemplaren konden bekomen, waarom wij de munt dan ook nogmaals
lieten afbeelden onder N° 20 op Pl. XXXVI, naar gene teekening, die de
Heer k e e r ons welwillend heeft medegadeeld van een exemplaar, dat in het
bezit van Professor s e r r u r e is.
Type en omschriften als van de beide voorgaande nummers.
Z. Het exemplaar van den Heer k e e r weegt 0,81., dat van Professor s e r r
u r e 0,75 w. (was zeer afgeslèten) ; -vorder vindt men exemplaren bij de HH.
St r ic k e r , b e e l a e r t s en Schrijver dezes.
N° 7, een kwart groot, heeft op de vz. thans alleen het Bourgondische wapenschild,
met den Hollandschen leeuw als surtout, binnen eenen parelcirkel.
Omschrift :
^ PJ^S 2 PVft S BVRG'S rpVTOR S Z S
(Een ander exemplaar, van het Kon. Kabinet, wegende 0,3 w., dat wij onder
N° 21 op Pl. XXXVI lieten afbeelden en dat missçhien de '/8 groot was, heeft :
WVmOR 2 Z 2 Iî ),
Z. weegt 0,69 w., exemplaar van het Noord-Brabandsch Genootschap; 0,78
van den Heer k e e r ; het is ook bij den Heer d e v o o g t .
N° 8, eindelijk, die wij noch iemand onzer numismatische vrienden ooit in
het oorspronkelijke hebben aangetroffen en die wij daarom naar va n h o uw e -
l in g h e n en va n a lk em a d e lieten afbeelden, heeft op de vz, de naar elkander
gekeerde wapenschilden van Bourgondië en Paltz-Beijeren. Het omschrift is
alleen: MODS | PjOIiTS.
Op de kz. ziet men alleen een gevqet kruis zunder eenig omschrift. Vcor-
zeker eene onjuiste voorstelling !
FILIPS I v a n BOURGONDIE, b i j g e n a a m d de Qoede.
1433—1467.
Na den afstand van Jaeoba werd Filips (die een zoon was van Hertog Jan van
Bourgondië en Margaretha, dochter van Hertog Aalbrecht van Beijeren) alomme
gehuldigd en tot Graaf aangenomen. Zijne titels waren nu, terwijl hij de eerste
Vorst was, die het grooter deel van geheel Nederland beheerschte : Filips, bij
der gratie Gods, Hertog van Bourgondië, van Lotharingen, Braband, Limburg,
Graaf van Vlaanderen, van Artois, van Bourgondië, Palatijn, van Henegouwen,
Holland, Zeeland, Namen, Markgraaf des Heiligen Bijks, Heer van Friesland,
van Salins, van Mechelen, enz.
Alhoewel de jaarboeken Filips om het zeerst prijzen, getuigen zij echter, dat
hij door zijnen voorspoed zeer trotsch werd. In spijs en drank aan zijne hoftafel
begeerde hij grooten overvloed, maar was echter zelf matig. Op feesttijden en
wanneer hij buitenlandsche Vorsten bezocht of van deze zelve bezocht werd,
49 *