>j< IOíjIS : UVa1: B7ÏV7ÎRIS : Fililí i íjOIiKHm • Z : }'
d. i. {Maneta) Munt van Jan, Hertog van Beijeren en Zoon van Holland
en Zeeland.
Op de N° 9 ontbreken de afscheidingsteekens tusschen de Z en J aan bet
einde van het omschrift.
Op de kz. bevindt zieh een eenvoudig gevoet kruis, binnen eenen parelcirkel.
Tusschen de vier beenen des kruises ziet men tweemalen het wapenschild van
Beijeren en verder de twee verschillende helmen, die gewoonlijk het wapenschild
van Jan van Beijeren dekken. Op N° 9 zijn deze helmen niet zeer duidelijk
meer. Het omschrift luidt:
P7ÎX : ORI' = enz. gelijk op N° 6 en 7.
N° 8 weegt 3,6 w. en is door ons aangetroffen in het Koninklijk Kabinet;
verder bevindt dé munt zieh ook in onze Verzameling; N° 9, wegende 3,59
w., berust in het Kabinet van den Heer k e e r .
N° 10 (op Pl. X n ) , de enkéle groot dezer muntsoort, gelijk in type en omschriften,
is door ons in .niet ééne Verzameling meer ontdekt. Wij geven
daarom de afbeelding volgens v a n ho tjwe l in g h en en ya n a l k em a d e .
N° 11 , weder een dubbele groot, verschilt, bij gelijke type, daarin van de
vorige, dat zij in de plaats van
DORD'
het verkorte woord vertoont.
Ook het-omschrift levert een klein verschil op; dat is thans:
>i< IOb„' S DV>t S B2SV2Ï S SBff 2 I^TÎRORIG S I^OLTÏRD S Z }
Men ziet, dat de stempelnder zijne verdeeling niet goed gemaakt had en
op het einde plaats te kort kwam.
He wapenschilden en helmen tusschen de beenen van het kruis op de kz. zijn
thans in eene andere rigting geplaatst, en in het omschrift wordt het laatste
woord SSMPSR verkort in SSM.
Z. weegt 3,75 w. en bevindt zieh in het Koninklijk Kabinet, in dat der
Leidsche Hoogeschool, bij de Heeren SA N ié n , v a n .c l e b f e , s t r ic k e r , b e e -
l a e r t s , en, naar het schijnt, van beter gehalte dan in de overige Kabinetten,
bij den Heer va n d e r no o rd a a .
N° 12, eene dito munt, heeft op de kz. de wapenschilden en helmen weder
in de zelfde rigting, als zij voorkomen op N° 8 en 9.
Z. weegt 3,7 w. Voorhanden op het Koninklijk. Kabinet, alsmede (gevonden
aan de Zoltkamp, Provincie Groningen) bij den Heer Student r u t q e r s va n
d e r l o e f f te Leiden.
N° 13, een enkele groot, is de halve der N° 11, en heeft ook de zelfde
type. Het omschrift is aldus verkort:
IOfy S DV# S B2SVÄ S PILI S .^TïRORieC 2 fyOL' S 5
Bn op de kz. :
■î« P7î>t % DR I S'Sim SROBISGVM S Z S MKRSSm.
Z. weegt 1,45 w. Wij kennen exemplaren bij de Heeren s t r ic k e r , b e e -
b a e r t s en den gepensionneerden Kapitein O. Graaf va n; l im b ü r g st y r bm .
N° 14, die waarschijnlijk den naam van halve groot droeg, heeft op de vz.
het naar de linkerzijde schuins geplaatste wapenschild van Paltz-Beijeren, ge-
dekt door den gekroonden en met de paauwestaart gecimierden helm, voorzien
van deszelfs lambrekijns. Omschrift:
IOIj' - DVX » B I 7ÎVKRIS í .
Op de kz. deelt een eenvoudig gevoet kruis het veld der munt in vier gelijke
afdeelingen. Tusschen de beenen van het kruis iziet men., twee leeuwtjes en
even zoo vele wapenschildjei van Berjeren. Omsohrift:
>î« PTÎlt I DBII I Sim S: I ROBI.
Z. B. Het exemplaar op het Koninklijk Kabinet weegt 0,45 w. ; dat van
den Heer k e e r 0,41 w.
N° 15 werd.door ons op Pl. XII afgebeeld naar va n a l k em a d e ; later had
de Heer k e e r de goedhêid ons het exemplaar uit zijne Verzameling ter afbeelding
te. doen toekomen, waardoor wij onder N° , 19 op Pl. XXXVI eene veel
duidelijker afbeelding dezer muntsoort konden geven. De exemplaren van van
a lk em a d e en KEER verschilleu echter, gelijk blijken kan uit de vergelijking van
den stand der figuren tusschen de beenen van het. kruis op de kz., alsmede
in het opschrift der vz.
Men vindt dan op de vz. de twee wapenschilden van Beijeren en van Paltz-
Beijeren nevens elkander geplaatst binnen een compartiment, dat uit vier bogen
46*