beide wjtte penningen die die Hertoge van Gelre doit slaen (1) , die weicke wy inder
ordinantie, die wy mit onsen gemeynen Steden die bi ons geweest sijn inden Hage, ende
hebben by onsen Wairdeyn voirss. alle Rijnsse gülden vanden vier Keurvorsten voirss. geset
voirtaen in onsen lande te gaen voir xxxi grooten, ende niet hoger op dat gelt jegens ons
verbuert, en voirt op een pene van drie ponden na inhonden der ordinantie voirgeroert, en
willen dat nyemandt geen andere Rijnsche gülden, dan vanden vier Kuervorsten voirss.
noch oic die dnbbelde witte penningen voirss. en neme noch en geve in onsen lande op
die selve boete duerende den tijt van der ordinantie voirss., ombieden dairom en bevelen
als wy ernstelicste mögen allen onsen Bailjuwen, Scouten, Rechteren en Dienaren over al
in onsen landen, elken bisonder, dat sy dit openbairlicken condigen en gebieden alle hoir
bedrive duer en eenen yegelijcken die dese voirss. boete verbuert dieselve boeten of nemen,
sonder des yemandt te verdragen, om ons dair goede reeckeninge of te doen, als dair toe
behoirt, en des niet en laten also lief als wy hem sijn, want dat sy dair versumende in
vielen, dat wouden wy an hun houden ende verbalen, in oirconde &c. gegeven in den
Hage opten anderen dach in Octobri anno XHIIc en seven.
Ten blijke hoe zeer de Gelderscbe munten in deze dagen in Holland gangbaar
waren, diene dat wij bij y . m i e r i s , IV, bl. 53, lezen: //ende voir sijn renten
in den landen van Gelre die belopen n c gülden 5s jaers//, en verder op het jaar
1407 (t. a. p. bl. 61) vinden wij vermeld, dat Willem, Graaf van Holland,
een huis te Delft verkoopt //voor duysent Gelresse gülden// (2); bl. 62 staat:
//an zijden linten — m schelling im deniers//; bl. 63: //Gouda — jaerlycx
opbrengen 82 Fransche kroonen; Gorinchem — vierdalfhondert Vrancryckse
scilde; — in Braband omtrent duysent ende vijftigh Engelsche nobelen ’s jaers//;
op bl. 64 lezen wij, mede uit het jaar 1407: //8100 Engelz nobelen maakt
16,200 Vrancr. Cronen//; verder lezen wij op de zelfde bladz.: // x x x v iii schel-
lingen, x deniers gr.// (d. i. grooten, betgeen wij aldus verklären, dat de
schelling niet verdeeld werd in 12 deniers, maar in 12 grooten); bl. 67 moeten
betaald worden //vier gülden penningen, geheeten. Nobele, der munte ’s Ko-
nincx van Ingelant, goed van goude en swaer van gewichte//. In Zeeland
schijnt men steeds bij voorkeur in Vlaamsche munt gerekend te hebben. Wij
(1) Waarschijnlijk worden hier de mnnten bedoeld, afgebeeld op PI. IX, N° 7, 8 of 14 van onze Munten der
Graven en Hertogen van Gelderland (Haarlem 1852).
(2) Zie deze montsoort afgebeeld op verschillende Platen onzer Munten der Graven en Hertogen vgm Gelderland,
lezen toch (bl. 71) te Goes : // op een boete van een pond zwarten twee ponden
payments voorsz.// Te Kuynre daarentegen. vinden wij : // 6200 olde Franck-
ricksche schilden// (bl. 72), dooh te Dordrecht nationale munten (bl. 77): //hy
en sy gegoet tot dusent gulden toe//, en op de zelfde bl. : // x ® Hollants// ;
hi. 79 : " xn nye Dordreohtsohe gulden// ; zoo bl. 90 : // vijftich pont Hollants// ;
bl. 92 lezen wij weder van //drie pond zwarten//, aldaar (in Kennemerland)
//twaelf Engelsche nobelen ’sjaers//. Op het jaar 1408, bl. 93 (Duvelant):
// 500 Vrancrixe cronen//, en bl. 97: //het veer te ter Goude vercoft omme twee
en twintig hondert Vrankrycxe kroonen//, en op bl. 98: //onser gasthuyse van
der Goude tneegentig Engelscher Nobilen//. In Holland was de kleine munt
veeltijds de nationale;' zoo lezen wij op bl. 99: //Item soo en sullen deeze
provenaers nyemant vreemders in ’t gasthuys nooden ten eeten, ten zy dat sy
daer voor betaelen voor elke maeltijt van elken persoone drie botgens// ; bl. 102
staat: //voer dat Woudrichem an quam onsen lieven Here van Hollant, soe en
plagen die porteren van den Bosch gheenrehande tolle of onrait te Woudrichem
te gelden, dan in den vier jairmercten, dan plaghen si van elken schepe, wat
of hoe' vele goids dat hadde geladen. enen Brahanischen [denier of penning] te
gheven ende niet meer, ende dien Bràbantschen plaehmen te steken in enen
appel of in enen dolle [ k i h a e n zegt dat dit beteekent scalmus] ende op ’t lant
te werpen, ende dan voeren si voert met heuren goiden//. Op die zelfde bl.
lezen wij van //x vyssehen , die hen costen xx nobel, Ghysbreeht, die Moelnare
tot Empel, ende wart gevuert in Hollant, ende gesch'at op v i i nobel//; bl. 112
zien wij weder te Haarlem melaing van te betalen //hondert Engelsohe nobelen//;
op bl. 114 te Leiden van — //ses honderd Engelsche nobels’sjaers//;
bl. 115 :. // het Capiteynscip van Lederdam ’sdages een Vrancrixe crone//.
Op het jaar 1409 lezen wij (bl. 118): //Bentmeester — so sal hi ons reke-
nen voir sinen cost elkes dages vierendetwintich scellinge Hollants//. Op bl.
120 vinden wij te Tholen (en dus weder in Zeeland) // boete van 6 penningen
tornoys hUj 3 scellingen tornoys — xii penningen grooten, en 18 penningen
tornoys//.
Op den 22 April van dit jaar stelde de Hertog zekeren Jan B.asoir, volgens
zijnen naam eenen buitenlander, waarschijnlijk wel een Waal, tot zijnen
37