Lande van den Beige, die mijns Heeren IJsersnider voirtan, wesen soude van-der munteni
van Hollandt [er staat niet bij ende van Zeelandt] voirt meer goed ende getrouwe wese»,
soude, ende oic mijns Heeren Munte Mr ende mijns Heeren gereeschip die hi te bewaren
hadde, wail bewarén soude tot mijns Heeren behoef ende niet verminderen , ende nymmer-
meer différencie of penning setten en soude buten minen Heer of sinen Trésorier, ende die
gheenen Mari te kennen te geveri op sijn lijf.»
Den xvij8*611 in meye xjmc een [zoo luidt bovengemdd stuk] maicte de voirsz. Hertoge
Aelbert een andere ordonnancie, blijckende by *t voirs. memoriaelbouck B. M. folio hondert
zeventhien ende stelde
Den Keyserrycxen schilt voor ...................................... .» xlix grooten. r
Eenen Yrancrycxschen schilt . . . . • • » • • . • • ¡1. . ~ ■
Een Yrancrycxe kroen . . . . . -. . • > \ • • • * x^vl/,a ■ — .
Eenen Jngelscheri N o b e l ........................... xc
Eenen Ylaemsohen Nobel • •• • * lxxxvnj , ■
Wilhelmus Schilden, Hollantsche Schilden lest geslegen ende
die andere mitten twee leeuwen • • • xlim |g g
Bijnsguldens van der vier Keurvorsten daer te voeren geslegen xxxvnj
Het stuk, voorkomende in bet Memoriael B. M. Cas. R. Fol. 117 luidt
als volgt:
Aelbrecht &c. Doen condt allen luden, want wy aengesien hebben den grooten scade
ende swair verlies, dat wy ende onse goede Steden ende Luden van Hollandt, van Zeelandt
ende van Trieslandt gehadt hebben ende noch dagelix liden bi grooten verlope van vremden
paymente, So hebben wy gesloten ende sijn overdragen bi onsen Bade, bi aenbrengen ende
begeeren onser goider Stede voirss. silveren penningen te doen slaen in onser munte Van
Hollandt, diemen heten sal groote, ende dair op haloe groote, quartier groote ende pen-
nmge, dair die tnegentich groote of doen sullen eenen Engelschen nobel, welcke penninge
e n d e paymente wy eenen seeckeren tijdt van jaren sullen doen wercken, sonder lichten
ende argen in eenigerwijs, na overdrachte die wy mit onsen Steden voirss. dair of maken
sullen, Ende hier of sullen wy ende onse Steden roeden nemen om assay te doen tot alre
tijt alsmen des behoeven sal, Ende opdat onse goede Lude hoir comanscip binnen en buten
’s Landts te bet hantieren en doen mögen, Soe hebben wy dat gouden gelt hier nae ge-
schreven staet, dats te weten eenen Keyseischen seilt voir negen en veertigh grooten,
enz. enz, *
Verder lezen wij daar nog:
Des Saterdachs nae unssen Vrouwen dach assumptio anno x n n c een maecte Hertoge
Aelbert eene andere ordonnancie geregistreeit int voirs. memoriaelbouck folio hondert vijff
en twintich, hondert zess en twintich, voir vijff jaeren ende stelde
Den Keyserrycxen schilt v o o r xlix grooten.
Een Yranckrycxe s c h i l t ................................................... 1 —
Een Yranckrycxe croon . . . . . - • • • • • xlvi — .
Een Eyngelsche n o b e l..............................................................xc —
Een Ylaemschen n o b e l ...............................lxxxviw ■—
Een Gentsche scbilt . • . . . . . . • • xlix —
Een Wilhelmus schilt ..................... . . . . . xlv —
Dandre Albertus Schilden ende nyeuwe Schilden mitten
twee leeuwen die Heynderick Adeleyn maecte . . x ln u —
Dubbelde voor die tijt geslegen . . . . . . . In —
Ducaet . . . .. . . ............................................ xl —
Enger sehe ende, Beemsche guldens . . . . . . xxxix *—
Bijnsche Koervorster guldens . x x x v i i j —
Ende die schilt die hy dede slaen • . . . . . ,. xl -
Ende Dordrechtsche dubbel^
Ende Brabantsche dubbel > ...................................................Ix —-
Ende Ylaemsche Lyoen J
Peters j
Mechelsche Schilden > xlv —-
Ende helmgens J
Wilhelmus Dordrechtsche g ü ld e n .............................xxx —
Albertus Dordrechtsche gülden . . . . . . . . x x v j —^
Geldersche g ülden........................... ................................xxi —
Byders |
Ende Yrancken van YranckryckJ
Ende henegoutse croonen . . . . . . . . xxxix —
Nyeuwe Henegoutsche croonen ^
Yersche (?) Schilden I
Nye Yrancken j. • • • • • • xXx^IJ ~
Oyssche croonen J
Ludixe c r o o n e n xxix —