NB. De punt achter de V is misschien een dusgenaamd geheim teeken.
Kz. Rondom een Karolingisch kruis twee rijen omschriften. In den binnenrand:
■Ji WIIiljSLiMVS DVX
weder inet een geheim puntje in plaats van een kruis of bloempje achter de Zi
in de lettergreep fjSIi,
In den buitenrand:
* BHÖIGWVSSIW, enz.
Misschien schrijft m a d e r in zijne Kritische Beiträge zur Münzkunde des Mittelalters,
Th. VI, S. 154, en ook c h a t . o n op page 84 zijner Motmoyes du
Hainaut, zeer te regt deze munt aan Hertog Willem van Gulik toe. Merk-
waardig is het echter, dat ze reeds door v a n h o u w e l i n g h e n aan onzen Graaf
wordt toegekend, die daarin door v a n a l k e m a d e is gevolgd.
Z. Deze munt weegt 3,5 w. en kwam ons voor bij de Heeren b e e l a e r t s ,
STRICKER en DE R O IJE VAN WICHEN.
Bene dito dito, doch op de kz. afwijkende, geven wij op PI. XXXVI onder
N° 11. Men ziet daar als afscheidingsteekens tusschen de woorden slechts twee
punten ° in plaats van drie, en de rangschikking der woorden is ook afwijkende.
De Heer s t r i c k e r bezit nog een exemplaar, dat in plaats van
alleen heeft i t l ; gelijk het exemplaar N° 11 (bij den Heer d e v o o g t ) weegt
3,3 w., weegt het laatstgenjelde 3,55 w.
Thans is het de beurt aan de Noa 19—21, immers gelijk wij meenen. Het
zullen enkele, halve en achtste grooten geweest zijn, want önzes bedunkens is
er nog eene gaping tusschen de N° 20 en 21, die misschien de Vierling der
Ordonnantie van October 1355 is geweest.
N° 19 en 20 verschillen onderling alleen in diameter of middellijn, niet in
type of legende. Die type is het kerkje of wel chatel, boven hetwelk zieh een
kruis vertoont, geplaatst op het gequartileerde, reeds een en andermaal be-
schrevene, wapen, tusschen een compartiment, waarin vijf bogen gezien worden.
Omschrift:
>J. MODST2S i KOV“ | °22 : HOIiMSßDI
Op de kz. ziet men het gevoete Karolingische kruis, dat de binnenste legende:
GVI [ Iili ■ D | V # • B | 21VI
doorsnijdt, terwijl de buitenste legende luidt:
»J. BHDIGWV : S IT , enz.
Deze munt, waarvan wij in geen Kabinet eenig oorspronkelijk exemplaar
meer vonden, terwijl er van zoo vele andere munten dikwerf nog honderde
exemplaren worden aangetroifen, is waarschijnlijk in der tijd in zeer geringen
getale geslagen geworden, en misschien door de eene of andere hermunting zoo
volkomen opgeruimd, dat de nakomeling te vergeefs naar eenig exemplaar zoekt.
V a n h o u w e m n g b e n , en waarschijnlijk door hem v a n a l k e k a d e , hebben ons
de type bewaard, terwijl hij ze den haam van oude grooten geeft, als of ze in
zijn tijd nog in omloop waren.
N° 20, gelijk wij reeds zeiden, in type en omschrift aan N° 19 gelijk, wordt
door v. h o u w e l i n g h e n ou de halve groot genoemd. Hij geeft geenen naam aan
onze N° 2 1 , die op de vz. slechts het bovenste gedeelte van het kerkje geplaatst
heeft boven het wapenschild, terwijl het omschrift luidt:
>£. MOI2SW25 | HOXJ2SBD.
Op de kz. reikt het gevoete vierbeenige kruis tot aan den rand van het muntje
en doorsnijdt alzoo de legende:
GVI | IiXlD | V#B | 2ÎVI.
Misschien, zeiden wij boven, dat nu in ouderdom volgt de N° 17.
Het is mede een groot, die wij gelukkig naar een goed exemplaar konden
laten afbeelden, want de afbeelding is bij v. h o u w e l i n g h e n uitermate siecht.
Op de vz, vertoont zieh de Hertog-Graaf ter halver lijve tot aan den gordel;
het hoofd bedekt met den tournooihelm, waarboven zieh zijne kroon en daar-
boven, als cimier, de paauwestaart laat zien. Zijn wapenrok is geheel bedekt
door de ruiten van Beijeren. In de regterhand houdt hij zijn zwaard en in de
onzigthare linker het gedeelde wapenschild, links Beijeren, regts van boven de
leeuw van Holland, in het benedenste deel die van den Paltz. Het omschrift luidt :
GVIBBSIiSEVS : DVX : dOffiOS ■ fjOIiK • Z 1 jail2SX2'
Op de kz. ziet men in het midden een aan de einden versierd, doch overi-
gens zeer eenvoudig, kruis, gelijk men dat op de botdragers aantreft; aan de
buitenzijde van ieder uiteinde des kruises vertoont zieh eene kleine ster of bloempje.
Twee rijen omschriften omgeven het kruis; in de binnenste staat: