De 4® post is aan den bovengenoemden ijzersnijder:
Voir twee proeven die hy gemaicr eñ gelevert heefb ihde voirs; müten , die een proeve
van den gnlden leenwe van lx gr. ende dander van den gulden leeuken van xl gr. dair voir
hun geordineert is na onder gewoenten van elker proeve een marc silvers tot xxu ß ix den.
gr. tmarck belopen . . . . ■ - • n 8 v [j VI den. gr.
Wat de uitgaven ten behoeve van het Munthuis betreft, lezen wij:
Willem engebreohtsz. tegéüs wien gehnyert is zyn hnys staende in den haghe by den
groter kerck om dair in te müten den tyt van tween jaren lanck durende Beginnende den
eersten dacb van meije año xnii« lim om x ra ffi x ß gr. Vlaems sjaers, hier nevens den
selve Willem betaelt van die hnyshuyr van eenen jaer beginnende den eersten dach van Nov.
año lim eñ eyndefi den lesten dach van Oct. año lv beyde induz by twee zyn quitancie
hier overgegeven . • XUI ® *. Sr-
De 2e post geldt de hnishuur tot aan Mei 1456;: (en aangezien wij geen lateren
post vinden, zal de Munt te ’s Hage toen wel opgeheven zijn geworden),
Verder lezen wij in het Handschrift:
Ander wtgheve van refeetien ende reparaeien gedaen aen de voirs. müte binne den tyt
van dese rekening alsoe men hier voirtyts gewoenlicke pleech te müten binne der stede: vm
dordrecht eñ men daerom alle gereetscip dienende totter voirs. müte in den haghe van-.nyens
maken moest.
Eerst betaelt van alrehande stoffen eñ materien van honte gelevert efi dachhuyren verdient
by ghysbrecht moeijenkint M* tymerman myns gen. hm in hollant en andere tymerluyden
en houtzagers van huren ambochte in der voirs. mute aen een nien turfhuys aldair ge-
maict, aen een nien koolhuys mit eene groten mantel daer in dienende, aen éeh sermón!
dairme af beschoten, aen een comptoir af beschoten voren in de zael, tafelen dáer in gestelt
eñ al nien gemaict veel casynen, ramen eñ betsteden gemaict efi andere aen de voirs. müte
»ewrocht die des van noode was, dair die percheelen van honte eñ van dachuyren ofbe-
lopen enz.
En hierna volgen nog een aantal posten van timmer- metsel- en ijzerwerk
(onder het laatste ook eenig slotenmakerswerk) aan vensteren, fomuizen, cement-
ovens, smidsen, een werkhuis-, loodsen en dergelijke.
Aan de Mimt was, volgens de eerste rekening daaromtrent voorkomende, ge-
metseld van 1 Mei tot. 20 September 1454, en daarna van 21 September tot
den 9 October daaraanvolgende; de laatste post was ten dienste van de pvens,
die //om des quaets gronds wille ingebroken waren en weder vermaict worden.//
Er was veel steen en zand verwerkt.
Een volgendo post bevat uitgaven voor hout, steen, kalk, klei, glaswerk,
ook voor daghuren, allies ten dienste der Munt in September 1454 , vooral aan
het turfhuis en de Cruutkamer (?) aldaar.
Het ijzerwerk aan de Munt was geleverd door Jacob Willemsz. slootmaker
van mijn gen. hrn hove in den haghe., -zedert paeschen ano iiiij dat de voirs.
mute in den haghe eerst begrepen was totter xxen dach van Oct. daernaest vol-
gende.
De eerste berekening met ponden en «tuivers vinden wij in eenen tweeden
post van uitgaaf aan gemelden Jacob WiHemsz. zijnde uitgetrokken ter somme
van xi ® hollants en stuver tot xv stuvers tpondt . x x v i i j 0 1 den. gr.
De volgende post van den zelfden Ìoopende tot 25 April ano 55 bedraagt de
som van x arnoldus guldens (1) en vn stuvers tot xx gr. den gulden
XVII 0 x den. gr.
Eene volgende post in de rekening, betreffende de uitgaven van den waardijn
wegens eenen togt van 4 dagen uit Dordrecht naar en van ’s Hage om zijnen
eed te doen, was door de Raden van den Vorst doojrgeschrapt en de aanmer-
king op den kant geplaatst:
«Want desen brief wel acht jair oudt is ende die dagen niet geveriffeert; dairom die
* reyse hier onder duergeslagen.»
Daarna volgt :
Den gelven Dierck Oom, die ten scryven en ontbieden van den heer van lannoy stede-
honder generail .en by zynen brief gescreven x x v j dage in febr® ano xm icl na den loop
shoefs van hollant hier overgegeven, gereyst is van dordrecht inden haghe om mitten selven
stedehouder te bespreken van enighe heimelike saken der mUten aengaende, sonderlinge van
de quadè peningen geconterfayt van op.myns gen. hrn wapene diemen slouch tot huekelum,
om welker saken wille de voirs. dirck wt bevele van den voirs. stedehouder wederom reysde
tot Gorinchem aan den Scout aldaer Geryt de Jonghe om aldaer te .ondertasten hoe of in
(!) Men zie deze Arnoldusguldens, zijnde eene Geldersche muntsoort, afgebeeld in onze
Munten der Graven en Hertogen van ‘Gelderland, PI. X. N° 8—7.