ons geen twijfel of het is een exemplaar van de in 1449 of 1450- te Heukelom
vervaardigde //quade penningen, geconterfeyt van op (sic) mijns gen.
hrn wapene die men slouch tot huekelumv en welke tot zoo veel moeite aan-
leiding hebben gegeven. Zie boven t. a. pi.
Nadat onze arbeid van Holland en Zeeland, naar wff meenden, geëindigd
was, kwamen in het Penningkabinet der Leidsche Hoogeschcrol do mjf muntjes-,
welker afbeeldingen wij nog aan den voet van Pl. XL1V hebben laten plaatsen.
Zij zijn aile te voorschijn gekomen uit het St. Adelbertsputjè te Egmond.
N° 1 en 2 houdên wij, zoo lang wij althans niet van het tegendeel overfuigd
worden, voor de alleroudste muntjes van Westfriesland ; N° 1, gelijk men ziet,
van hoogst ruwen arbeid, beeft op de vz. eene menschelijke figuur met eenen
staf in de hand. Kan het ook,, daai de ovorlevering zegt, dat de lijke Ahten
van Egmond oudtijds het muntregt uitgeoefend hebben (waarvan. wij ook eenmaal
eene M. S. melding venden, doch verzmmden- de.plaats aan te teekenen},, een
muntje van een dier weleer zoo mägfige geestelijke Heeren geweest zijn en ge- i
sl'agen- te Ursbem? Zoude- N“ 2 een grafelijk of een geestelijb muntje zijn?
In den rand op de kz. meenen wij tusschen de beenen van het kruis sporen te
ontdekken van bet omsehrift:
M [ SO j ©
Kan (fit op Medemblik doelen?
Aangezien de N° 3 en 4 wel eenige overeenkomst hebhen met .de Bisseboppe-
lijk-Utrechtsche muntjes uit de 12e eeuw, maar daarvan tooh afwijken (men
lette b. V. op het, naar het schijnt, Ioni, waarnwde de Weeding gevoerd is,
op de verschillende .kccrzijdeii, enz.), vragen wij;, zouden het ook deniers d»r
Egmondsche Abten kunnen zijn?
N° 5 is een denier van den Hiertog-Graaf Aalbrecht van Beijeren, hoedanige
ons vroeger nimmer was voorgekonren. He vz. wijfet minder in type en om-
scbrift af, doch de kz. heeft, gelijk men ziet, tussehen- de- beenen van een
kruis, dat het veld der munt geheef doorsnijdt:
i t BBD I IGTO I G » VS I BI®
Z. B. weegt 0,4 w.
Alle deze muntjes bevinden zieh in1 Set Penningk. der Eeidsch© Hoogesohool.
X A T E R O N T B E K T E o r B E S C R R E V E N E M E N T E N , O P P E . X E I I I
A F C E B E E E D EM W A A R V A N B E B E S C I IR IJ T V IN G M 1E T IN
B E N T E R S T B E S W E R K S I S K EN N EN
0 P G E N O M E N W O R B E N .
N° 1 is eene der onzelcere munten, hoedanige wij er meerdere op de Sup-
plementplaat N° XXXVII afgebeeld hebben. De tegenwoordige is met nog
eene andere, overeenkomendë met de N° 4 op gemelde plaat, gevonden in het
St. Adelbertsputje te Egmond. Zouden zulke muntjes ook afkomstig zijn van
breeders der Hollandsche Graven, die bij de Eriezen de wijk hadden genomen,
zoo als b. v. Floris de Zwarte, zie bl. 32, en Willem I , zie bl. 69 ? Het
tegenwoordige weegt. 0,6 w. en bevindt zieh in onze Verzameling.
N° 2 , eene munt van Dirk VI ? heeft het omschrift
roVODS . . . . op de vi.
en H O ................op de kz.
Weegt 0,55 w. en berust in de Verzameling van den Heer r o e s t , thans te
Voorschoten.
N° 3, een obool of halve zilveren penning van Flöris I I I , mede uit het St.
Adelbertsputje afkomstig, weegt 0,25 w. en-'bevihdt zieh in onze Verzameling.
N° 4 , een Tournoms of TourscTie groot van Graaf Eloris Vjjwerd ons in af-
druk medegedeeld door den Heer d e v o o g t . Men ziet de afwijking in:
.f. piiOREror g o m e s .
N° 5 , een antiek valsch muntje van Graaf Jan I , heeft tot omschrift op de vz. :
I : COMSS ^OHIiTTOBIS (sic)
en op de kz. :
SIG I HVM I GRV I SIS- (sic}
dus eene fout in het omschrift der voor- en der keerzijde:
Dit muntje is van K. B ., weegt 0,55' w. en berust in het Kon. Kabinet.
N* 6, Set in de noot op bl. 74 beschrevene muntje van eenen Lodewijk van
Loon, weegt 0,35 w. en bevindt zieh, onder anderen, in onze Verzameling.
Het is echteT, volgens de type , stellig niet van dien séhoonzoon van Dirk V II,
70*