N° 17 heeft: ßO * ijOIl
18 ------ GO * IjO (?)
19 ßO ■ fjO met sterretjes, waarboven halve maantjes.
20 ------ ßO * JjO.
Op de keerzijde leest men:
•J, BSnSDIß * 2212! (voor animd) SßS22 * DßO (voor Domino)
d. i. Loof den Heer, mijne ziel.
N° 16, met het jaartal 1Ä78, berust bij den Heer keer.
1 7 ----------------- 1 Ä 7 9 -------------------— — -
18 — — ----- 1480 —---— — ------
19 __ _ ____ 1481 —-— — de Heeren b e e l a e r t s , s t r i c k k k
en k e e r , alsmede in het Koninklijk Kabinet.
20 mede ____ 1481 (doch met een Geldersch kruis op de kz.),
vindt men bij de Heeren b e e l a e r t s , MACARe en Schrijver dezes.
N° 16 weegt 1,47 w.; N° 17, 1,4 w.; N° 18, 1,76 w.; van N° 19 weegt
een 1,7 w.; een ander 1,75 w.; van N° 20 een exemplaar 1,6 w.;
een ander 1,8 w.
Wij gaan over tot N° 21, alsmede tot N° 26—28 op de Supplementplaat
XXXVII. Deze stukken zijn halve grooten. Zij hebben op de vz. de oud-
Duitsche regtlijnige letter M met nitgetande punten binnen eenen parelcirkel,
en op de kz. een gebloemd krnis, met uitzondering alleen van de N° 28, waar
het kruis een versierd gevoet is, dat zieh tot aan den rand der munt uitstrekt
en tusschen welks beenen 2 lelietjes en even zoo vele leeuwtjes gezien worden.
Het omschrift der vz. is:
.J, SB22RI22 * GOmimiSS22 . I^O.
N° 26 heeft achter dat I^O weder het zonderlinge liggende halvemaanstee-
ken, gelijk N° 27 achter N° 28 heeft dat fyOIiL aan het einde van
het omschrift, door geen half maantje gevolgd.
Het omschrift der kz. is:
»J. Iß * ßOSßlßS * DOSßlßl.
(Men ziet dat alle opschriften op de munten van Maria eene godsdienstige
tint hebben.)
Daarenboven vindt men achter deze spreuk op N.j; 21 nog de eerste letter
van het woord 22iß©ß.
Z. B. weegt bij k e e r 0,87, bij m ü n n ic k s v a n c l e e e f 0,9 w.; verder bij
den Heer b e e l a e r t s , met en zonder de 22 van Amen.
N° 26 (PI. XXXVI) weegt 1,1 w. in de Verzameling van den Heer sa ntbe ,
en 0,8 w. in het Koninklijk Kabinet.
N° 27 in ’t Koninklijk Kabinet 0,8 w.; even veel weegt het exemplaar van
het Noord-Brabandsch Genootschap; dat in de Verzameling des Heeren d e
voogt weegt 0,5 w.
N° 28, bij den Heer b e e l a e r t s , weegt 1 w.
N° 22, ten slotte, is waarschijnlijk een vierde groot.
Het muntje heeft op de vz. binnen eenen parelrand de letter M van ouden
vorm. Het omschrift is:
iß22RI22 * GOSßim * IjOIi
achter dit laatste afgekorte woord ziet men weder het liggende halve maantje
als vroeger.
Op de kz. aanschouwt men het gebloemde, als in pijnappels eindigende, kruis
binnen eenen parelcirkel. Omschrift:
^ I ß * ß O S ß l ß S * D O S B I ß l .
Z. B. weegt 0,6 w. Verzamelingen s t r ic k e r en maoarc.
MAXIMILIAAN v a n 00STENRIJK a l s v o o g d v a n FILIPS den Schooruin.
1482—1494.
Maria Het een zoon, Klips, en eene doohter, Margaretha, na: en alhoewel
Maximiliaan in den jare 1482 plegtig beloofd had, tijdens het sluiten van den
vrede met Frankrijk, n dat noch de Dauphin (gehuwd met Margaretha, tweede
erfgename van Bourgondie), noch Maximiliaan de voogdij over den jongen Klips
(de Schoone bijgenaamd) zouden aannemen, maar die laten in handen van de
Staten en de Heeren van den bloede zijner moeder,// ging hij echter, onaange-
zien alle de vertoogen der Staten, na den dood zijner gemalin, voort met de voogdij