Adingen of Fnghien (Heer J a n van) , 205¡ 206.
A d o l f van Gel/re, 4 5 8 .
A d o l f van Kleef, 2 0 4 .
Adrichem of Adrickain, hofstede in Fries'
land, 8e eeuw, 42.
Advocati. Zie Voogden.
Ado oca ¿us Frisiae, 5 9 .
Aemsterdam (Stad), 285, 307.
Aenlamen en cattelen, 214, 247.
Aememsche Gel/resche gulden, 3 0 3 .
A fspannen (Beenen) voor afzettem, 209.
Aignel, mouton oí lam, 1 2 7 , 1 8 6 , 1 8 7 , 2 1 1 .
Ahen, 8 8 e n a ld a a r o o k d e noot, 9 1 , 2 1 9 ; o n -
d e rw e r p t z i e h a a n K a r e l den Stouten, 4 4 9 .
A k e r m a n , Numismatic manual, 803 noot.
A l b e r t I (Keizer), 146.
A l b e r t u s van Stade, 7 9 .
A l b r e c h t de Beer, Markgraaf van Brandenburg,
21.
Alcmere of Älhmaar-, 42'; tol te dier plaatse,
aldaar; forum genoemd, 43 ; monetarius
vermeld; er kan gemunt geworden zijn,
aldaar; slag aldaar, 54; door de Briezen
ingenomen, 64; — 118; Bloris V aldaar
gebalsemd, 128.
Alhmaar. Zie Alcmere.
A l c u i n ü s , le v e n v a n W i l l e b r o r d . 4 4 , 4 9 .
Aleid van Foelgeest, 204, 207.
Alfna, Alphen, 40.
Alg. Konst- en Letterbode, 5 4 4 , 5 4 6 .
A l k e m a d e (G. v a n ) , Munten der Graven
en Gravinnen van Holland, 2 7 , 3 2 , 6 6 ,
1 4 7 , 1 8 7 , 1 8 9 ', 1 9 0 , 1 9 3 , 1 9 8 , 2 3 5 ,
2 4 0 , 2 5 6 , 2 6 3 , 2 6 4 , 2 6 9 , 3 0 3 , 8 1 3 ,
3 2 6 , 3 3 0 , 3 6 0 , 3 6 2 , 8 6 7 , 3 8 4 , 3 8 7 .
Almaengen (Reis van M a x im il ia a n in), 484.
Aloude Staat en Geschiedenis des Vaderlmds.
Zie S t r a t in g h .
A l p e r t u s , de diver sítate temporum, 1 5 .
Alphen, 4 0 , 2 2 1 , 3 2 9 ,
Alsmar, Aalsmeer, komt voor in 1199, 51.
Altaarlafel: door Koning W i l l e m I I aan de-
St. Pieterskerk te Leiden geschonken, 82.
Altena, 3,7; oudtijds deel van Holland, aldaar;
ook 294; toen tot Hollandbehoorende.
Altena (Het Slot), 2 0 7 «
A l t in g , b l . 7 .
A m a d e u s , Hertog van Savoye, 329.
Ambachten (Be Vier), 15, 22, 23, 57, 88,
152.
Ambocht van de yseren te snyden, 370.
Ameide (Heer van), 208, 209 ; wapen van — ,
- 548.
Amerongen .(A r n o l d van) , Klerk van Hertog
A a l b r e c h t , 214.
Amersfoort, 242; [namersvort~\, 414.
Ammers (Tol. te), 162.
Amptluden, 244, 841, 842, 351.
Amstel (Heer van), 74, 83, 84,119; G i j s -
b r e c h t van — buiten ’slands gevlugt, 141.
Amstel (Heerlijkheid), 62; aan B l o e is V, aid.
Amstelland, 89, 118, 227, 307.
Amsterdam, komt het eerst voor in 1275,
52; zie verder 169, 205, 211, 215, 285,
237, 288, 240., 242, 271.
Anachronismen in het lgenregt, bl. 78.
Andriesguldens en halve dito,, 442, 462;
ook geheeten Andries Bourgoensche Gulden,
463; ook Bukaten van Bourgondie,
490, 574; halve dito', ook gouden Andries-
gulden,. 501,502, 588, 5.57; afwisselende
waarde, 578.,
Angelot van Brederode, 545; oorsprong dezer
muntsoort,, aldaar.
Angouléme (De Hertog van), 457.
Anna ter Muiden (St.) en: hare haven het
Zwin, 3. . v
Annales van buitenlandsche kloosters,. bron-
nen voor de oudste Hollandsche Geschieh
denis, 6.
Annales Fgmundani, 7.
Annales Fuldenses, 42.
Annales Metenses, 42.
A n s f r i e d (De Utrechtsche Bisschop), 16.
A n s f r i e d , Graaf in Westerlinge, 45.
A n t o n i e , Hertog van Braband, 272.
Antwerpen, 25, 91, 106,108,,109,181,476,
481 ; L o d ew i jk van Beijeren laat aldaar
Schilden munten,. 188, 481, 568i
Appanagium, wat dit was, 57 noot.
A p p e l , Repertorium, enz., 194..
Appoi/ntement, 381.
Archief (Het Rijks-) te ’s Gravenhage, 10,
222, 224 , 231, 241,. enz.
Archief der ijzeren Tcapel, enz., 123 noot,
128 noot, 300.
Archief va/n Zeeland (Provinciaal), 119.
Archief, uitgegeven door het Zeeuwsch Ge-
nootschap, 191.
Archieven van Dordrecht, 29.
Arend (Fnhele) van den Roomsch-Koning,
87, 508; ook wapen van Middelburg, mis-
schien reeds sedert 1282, 191.
Arend (De Keizerlijke), 92 twee malen; wan-
neer het eerst op Hollandsche raunten
voorkomt, 86, 188, 191.
Argenteus Turonensis, 131.
Argentier van den conincJe, 498.
Arhel, 37 ; deel van Teisterbant; uitge-
strektheid van • het Land van — , 271 ;
Heerlijkheid —-, 365.
Arhel (Het huis van), 208; Slot van —,
aldaar.
Arhel ( J a n van) trekt in 1030 naar het
Heilige Land, 17 ; W i l l e m van —: ge-
liefd door J a c o b a van Beijeren, 319; de
Heeren van — munten te Heukelom,
551.
Arne (Schilden met den), 189.
Amhemsche Geldersche guldens, 310.
Arnhemsche Rijnguldens, 303, 328.
Arnoldusguldens (Rekening te ’sHage in),
431.
A r n u l f of A a r n o u d (De Brankische Koning),
5, 7, twee malen.
A r n u l p h u s (Graaf). Zie À a r n o u d .
Art (V) de vérifier les dates, 27, 62.
Asch der Hollandsche Graven en Gravinnen,
waarin bevat, 10.
A s c h . v a n W i j c k (Jhr Mr A. M. C. v a n ) ,
461 noot.
Asigen, 851.
A s s c h e ( J a c o b M a e r c k v a n ) , Muntmees-
ter, 219. .
Asperen, eigendom van Arkel, 271; munten
van — , 551; een Heer van — in Bries-
land gesneuvfild, 169.
Assay van de Grafelijkheidsmunt, 238, 848,
350.
Assaye (Huis van den) der munten, 477.
Asselgier- d. i. Fssayeer-bord, 211.
Asses, 1.
Ath (Yrede van), 177.
Atrecht, 369.
Auditeur, 434; —j der Eekenkamer, 493.
Augsburg (Rijksdag te) in 1548, 60.
Augustimen te Dordrecht (Cloester van den) ,
414.
Aurei, 1,
Austmora of Ostmore, misschien de hoofd-
plaats der gouw Texla, 47.
25VG 0£R(RI2E), enz. Opschrift op eene
Hollandsche munt, 149.
Avesnes (Jan van), 88.
Avonds (Munten des), 477.
B.
Baefmisse, of Bamisse, 251, 414, 476.
Baenridsen (sic), 274.
Baenst (Geslacht de), 156 noot.
ßaggen of ringen, 492, twee malen.
Bailjuw van Kennemerland, 85 noot, 205.
Baiìjuw van Zuid-Holland, eerste regtsper-
soon des Graven, 214.
Bailjuwen en Schouteten, opperste regterlijke
ambtenaren, 214, 244, 259, 398, enz.
B a k e l (O l a e s v a n ) , Generaal Meester, 488,
485, 486, 488.
Bahen-penning op de Schelde in 1396, 238.
Bahsteen, nog niet bekend tijdens den opbouw
in steen van het Egmondsche klooster, 10.
B a l (W o u t e r d e ) van Dordrecht, 485.
Balanchemaher, 481.
Balanchen adjusteren, 481.
B a l e n , Beschr. v. Bordrecht, 294 noot.
B a l f o o r t (De Heer J. H.), 62 twee malen.
Baisemen, 473.
Bamberg (De Bisschop van), 23.
Ban (Lage), 287.
Banier van Beijeren, 186.
B a n ja a r d of B a n j e r d (A a l b e r t ) ,74.
B a r a d ò t (T.), 492.
B a r b a r o s s a , bijnaam van Keizer B r e d e r ik I ,
63, 66.
Baren goud en zilver, 3.
Barensteel, 92, 547.
BasiUscus, 548.