Dat op de kz. is als van de vorige munten.
Z. weegt 1,6 w. Is door ons aangetroffen in de Verzamelingen der Heeren
d e v o o o t en m u n n ic k s v a n c l e e e e .
N° 12, misschien gangbaar ! geweest voor Vs groot• *s van kleiner diameter,
en heeft daardoor op de vz. ook eenen leeuw van kleiner vorm. Omschrift :
>J< GVIXjíR : Dit : I^OIi i ¿G...
Op de kz. staat:
J^O IÜ2Î I i Ü2S.
Z. weegt, in één exemplaar op het Koninklijk Kabinet, 0,6 w.; in een ander,
bij den Heer k e e b 0,23 w.; dit laatste is dan ook van minder gehalte, en gold
ook misschien in de omwandeling slechts. de helft der waarde; mogehjk was dit
stukje, en anders voorzeker een der volgende, de achtste groot, op een gehalte
van 2 pemu 6 grein Koningszilvér, en ten.getale van. 468 uit het mark, yol-
gens de Ordonnantie van 1406 geslagen; zie boven bl, 286.
N° 16 op Pl. XXXVI schijnt eene dergelijke munt te wezen. Het omschrift
der vz. is : ■
»J< GVIiGMR' : DVlt : GOiß'
en dat der kz. -,
MOD I SW2Ï I IjOIt I 2ÎI2D.
Z. weegt 0,6 w., en werd door ons alleen in de_Verzameling des Heeren
b o o n z a j e b a a n g e t r o f f e n .
N° 13, mede waarschijnlijk Vs groot geheeten geweest, heeft tot omschrift
op de vz. : „ „
>J< SBORSU® ■> XjOBBKß 8
en op de kz., die een kleiner kruis dan op de vorige munten vertoont:
>$« GVIMüSMß SIÎSS 8
Z. weegt 0,6 w. Z6. Wij vonden toeh het muntje alleen op het Kon. Kabinet.
De N° 14 heeft de zelfde typen, doch het omschrift der vz. is thans :
>J< GVJ-WiSXiMVS 8 DV4Í 8 COM
en dat der kz. :
•fr MOßSTffi 8 IjOIiliTînDIS.
Z. weegt 0,6 w. Berust in de Verzameling des Heeren m u n n ic k s v . c l e e e e .
N° 15, in gewigt de helft der vorige munt, en ook-van eenigzins kleiner
diameter (misschien wel een onderdeel van onze N° 7, gelijk wij uit den aard
der verkortingen in hef omschrift meenen te mögen opmaken, terwijl de ruimte
tusschen de beenen van het kruis op de kz. niet schijnt te hebben toegelaten
om daar de wapenschilden en ieeuwtjes, als op gemelde N° 7 , te plaatsen,
als wanneer dit muntje de '/8 groot of de penning moet zijn, vermeld in de
Ordonnantie op bl. 285), heeft rondom bet leeuwtje op de vz. :
GMX! : D# : XjOIi : JSB
en rondom het kruis óp de kz. :
»J« i^OIiKD : Z : JSIlKXl'
Z. weegt 0,296 w.
De N° 16 eindelijk, die wij op Pl. XXXVI onder N° 17 herhaald hebben,
omdat bet eerstgemeldé exemplaar, bet eenige dat wij tijdens de gravure van
Pl. IX kenden, in de omschriften veel te wenschen overliet ; deze twee num-
mers dan hebben veel kleiner diameter dan de vroegere munten; doch overigens
de zelfde type. Het omschrift der vz. luidt:
SI20I2SnP2! 8 IjOIiliKÖDlS 8
en dat der kz. :
GVIBSMI2 (op de andere, naar het schijnt, GVIIiliSIiiU') « DVff 8 GOJDS
Z. B. Het exemplaar N° 16 van het' Koninklijk Kabinet weegt 0,3 w.; de
N° 17, in de Verzameling van Professor s e b b u b e voorhanden, werd ons op-
gegeven te wegen 0,45 w.
Wij gaan over tot de dusgenaamde tuinen.
N° 17 heeft op hare vz. eenen links gekeerdèn zittenden leeuw, met het
wapensehild van Paltz-Beijeren tusschen de regter voorpooten, binnen eenen
dusgenaamden tuin. Omschrift:
GVIBSD' : DX • DSI : GR i CCOSX! ! XjTSDOI© : IjOB I Z i J S 1
Op de kz. reikt een vierbeenig gevoet kruis tot aan de einden der munt.
Tusschen de beenen ziet men dubbele bogen en bloemsieraden. Omschrift:
SDORST I 2Ï : ROV7Î : | PK'Q ; Iß : | VKXjSßG'
Z. weegt 2,9 w. Is voorhanden in de Verzamelingen der Heeren s t b i c k e b ,
MACABe, NOOT, MUNNioKS v a n c l e e e e (nog een ander aldaar van fijner zilver),
BEEDAEBTS , d e wiJs,. Schrijver dezes, enz.