Roermond! (Toumoois van)-, 130.
Roertol, 294.
R o e s t (Yerzameling van den Heer) , 200,
555.
Roh (Jaarlijksche gift van eenen), 258,
R o m a n u s de jonge (D e B y z a n t i jn s c h e K e i z
e r ) , I S .
Rome, 26, 55, 83 noot ; gezant van Graaf
Willem Y aldaar, 185; woelingen van
P i l i p s van Bourgondie aldaar, 8 8 8 ,
Romeinen, 2, 4; Romeinsche munten, 1;
Romeinsche kooplieden, 2.
Roos in den muntstempel, 233 ; ook munten
daar die niet in was , aldaar.
Roos of bloom, , zegel van Gelderland, 29;;
kenteeken van Dordrecht, 30.
Roosbehersy 280. ' |§ 4
Roosje op eene munt, 127, 514, 515, 516.
Movers- (Graaf Dirk IH en de zijnen udt-
gemaakt voor), 16.
R o q u e f o r t , Glossaire de la langue Romane,
165 noot, 166 noot.
R o r u k , H a r io l d e n H e m m in k , 5 .
R o t g e r u s (De Rÿkskanselier), 8.
Rotterdam , 26; komt eerst voor in 1298 ,
52 ; twist met die van Delft, 203, verder
218, 222, 298 noot; Muntbijeenkomsfr
te — , 240, 241.
Royael (Gouden), 163; Royalen, 559; zilveren
dite, 574.
R o i j e v a n W i c h e n (Yerzameling v a n den
Kolonel d e ) , 68, 111, 133, 144, 153,
197 , 200, 202, 203, 265, 266, 523,
525, enz.
R o d i n o , Armais o f the Coinage o f great
Britain, 168, 303 noot.
Railing, ondate middel van handel, 1.
R u y g r o c k (Jan) , Raadsfceer van Bonrgon-
dië, 425.
Rummen (Siechte munten van), 36 %noot, 563. j
Rupelmondo, 321.
Rusland (Oude Ylaamsche munten gevonden
in), 3.
Ruven (Reuver P), Guldens van, 356.
Ruwaard, 73. -
R y m e r , Acta publica Angliae, 1 2 6 .
S .
Sahsers (De) ten: ondergebragt, 25.,
Sahsische Fürstinnen (Yier). met Hollandsche
Graven gehuwd, 26 ; reden daarvan, aldaar.
Salims, 438.
Saluyten, muntsoort, 424.
Salvegarden, koeden en beschermenissen, 487.
S a n t e e (Yerzameling vau. den Heer B lo e m -
b e r g e n ) , 68, 144, 195, 197, 200,203,
265, 362, 445, 507, 518, 519, 525;,
527, 529, 581, 585, 586, 537, enz.
Sanies (De Heer van), 399, twee malen,
412.'
Sassenaar, 515.
Saulgen (Schaelgijen ?), 297.
S a u s i s a y e (De Numismaticus d e l a ) , 546.
S a v a r i o u s (De Pransche Admiraal), 3
Saamem, Sassenheim, 41.
Scaldis (De Gouw), 82; — {pagus), later
Schouwen, 48.
Scaerlahen, gheverwede Iahen, stripte lahen,
161.
Scandulucia, d. i. Andalusia, 256.
Scellingen swarte, 213.
S c h a a p (De Numismaticus), 163.
Schade van. den Landsvorst door stilstand
der Munt, 478.
Schaelgen, 281; Schaelgijen, 297.
S c h a p n a b u r g e n s i s ( L a m b e r t u s ) , 35.
Schar (De), 46.
Schauenburg (Wapen van), 548t
Scheenstuhhen, 264.
SchelUng, gewigt van 20 penningem, 162.
Schelling en. Zie Solidi.
S c h e l t e m a (Dr P.), het archi f der ijzeren
hapel, enz., 123 noot*
Schepenen in Zeeland , 101 ; in Holland , 173»
Scheveningen komt het eerst voor in 1370 ,
52.
Sehne (Do), 85.
Schiedam beh ©orde aan- Yronw A l e i d , 116,
184; kapel aldaar gesucht, 307.
Schieland (Öudste naam van), 86.
Schilde (Plorijn mitten), 178.
Schilden (Gouden), 128,
Schipleda, later Schipluiden, 36.
Schoonhoven aan Holland gekomen, 207,
zie verder 800, 329, 882, 366.
Schot ponden, 243.
S c h o t a n u s , Hist, van Friesland, 186.
Schotland, 68.
Schonten y 800, 311, 823, 898, enz.
Schoutshuis (Het) in ’s Hage voor eene Munt
gehuurd, 427.
Schouwen (Het eiland), 24; deszelfs dijken
aan de zuidzijde vermeid, 177.
Schrijfhunst (De) oudtijds bijkans alleen het
deel der kloosterlingen, 6.
Schuttersdoelen, 821.
Scilde mitten tween Leeuwen, 254.
Scothem ( J a n van), 181.
Scoudée, 559.
Schw a r t z e n b e r g , Charterböeh van Friesland;
336.
S c r i v e r e ( J a n d e ) , 560, 561.
Scudati of S c h i ld e n , 185.
Secundum cur sum curiae Hollandiae, 485.
Secundum stilum curiae, 287.
Serimenten (sic) van Zeelant, 246.
Seriche, oude naam van Zierikzee, 154.
Sermente van Brabant (Die van den) te
Dordrecht, 213, 246; van Hollant, aldaar;
van Zeeland, 246.
S e r r u r e (Professor), 148; deszelfs Cabinet
du Brince de Ligne, 297 noot.
Sicco, zoon van Graaf à a r n o u d , 14.
Sichern en Schoonvorst (Slechte munten van),
359 noot.
S i e g e n b e e k (De Hoogleeraar), 3.
Sieraden (Koninklijke) voor K a re l den
Stouten, 451.
S ig i sm u n d (Keizer), 60.
Signet en zegel verbroken, 186.
SIGHVM G RV SIS (sic). Opschrift op
eene munt, 555.
S im o n , zoon van P l o r i s I I , 81.
Sincfal, 23.
Sint Jansheeren te Haarlem, 168.
S l a n g h e n (De Numismaticus), 586.
Slavenburg, oude naam van Ylaardingen,
35.
Sleyscat, 181; de Hollandsche Graaf zegt
minder te neraen dan die van Ylaanderen,
aldaar; Sleyschat, 219; bedrag daarvan,
220, 383, 392, 399.
Sleutel op de kist, 207.
Sluis en hare haven het Zwirn, 3; vergade-
ring der Hoekschen aldaar, 473.
Sluilen \Op eene zaak), 433.
S m i t s (De Heer J.) te Bordrecht, 28, 29,
30, 67, 335.
Soest verbrand, 176.
Soissons (Graaf van), 168.
Solidi Hollandici, 27 noot, 78.
S o p h i a , gemalin van Graaf D i r k YI, 62;
overlijdt te Jeruzalem, 65 noot; bedevaart
van harén zoon P l o r i s I I I naar haar graf,
65 noot.
Soterwold, Zoeterwoude, 51.
Soulz patars, 454.
Spanje (Togt van W i l l e m IY naar), 167;
vrij heidsoorlog tegen — , 32.
Sparendam (Toi te),; >215.
Speer met een hruis, 545.
Spilleen, 7 3.
Staarten van een Charter, 251.
Stadhouders,. hoe die ontstaan zijn, 19.
Stadhuis te Leiden, 82 noot.
Stadmgers (Togt van P l o r i s IY tegen de),
79.
Stadsbanieren, 4 6 1 .
Stampraa ische,. G elder sehe gulden, 239.
Stapelregt (Het) door J a n I I aan Dordreeht
geschonken, 147 noot.
Staten (De) in Holland klimmen geenszins
■ op tot de tijden vatt Graaf A a r n o u d , 18.
Staten van Holland (Munten der), 543.
Staveren, 55, 61, 168, 169, 209; hoofd-
.plaats van het door de Hollanders veroverde
Priesland, 128, twee malen; verder
185.
Staveren, Oostergoo en Westergoo (De Graaf-
schappen), 25.
Stedehouder Generaal, 434.
Steden. Waren vroeger meestal Heerüjh-
heden en Ambaçhten, aan verschillende
Heeren toebehoorende, 84.
Steen, d. i. gevangenis, 227 ; ’s Graven Steen
te ’s Hage, 205.