zij heeft op de-la. nog. de vermelding, dut; het. mede. Zeeuwsche, munt; is.
Daar staat- namelijk :
MOR | .Sn32î.-l ïjOIl |.Z©Ii.
Z. Het gewigt der munt, die alleen in de bovengçmelde Verzameling schijnt
voor te komen, is■ 1. wigtje. De naam was waarsebijnlijk. halve grpot..
N° 6 is mede een groot, en eene gecontinueerde type van de munt onder
N° 25 en 26 van Graaf Willem V beschreven > : namelijk vz, de geoimierde
tournooihelm tnssehen de Paltz-Beijersche wapens, omsohjift:
«j, s a iiB aR m : DVtt$ aOSR : ^OhKRQ i z : JSIiTîRD
Kz. Ben kruis mettwee rijen omschriften, als „op de zoo even beschrevene
N° 5. In den binnenrand weder:
MOR | aW2î | IjOIi 1.2ÏRD
en in den buitenrand:
{¡* BIÏDICWV, enz.
Z. Wij kennen alleen twee exemplaren van deze munt op bet Kon. Kabinet;
de onbescbadigde onder dezelve weegt 2,45 w.
De groot N° 7 heeft weder.geheel de. type van de boven bL,203 beschrevene
munten van Willem ■ V. Omschrift t
>J< 2SIiBSBffVS..I D V#, enz.
Kz. Het gebloemde kruis. Omschrift:
Éi BHOIßW: S GVI s VaHim ? I s HOSI2IS 2 DHL
Deze munt weegt bijna 2 w. Wij vonden die op het Koninklijk Kabrnet,
en verder in de- V e r z a m e l i n g e n der . Heeren St r i c k e r , d e . r o u e v a n w i o h e n ,
M r . l . - c . n u z A c te Leiden , enz. .
De N° 8 heeft op h a r e voorzijde. h e t-Beijersch-Bollandsehe, wapensc „in
eene schuinsche rigting naar de linkerzijde geplaatst; boven hetzelve den ge-
kroonden en gecimierden tournooihelm,, met ter linker- en regterzijde uitstekende
lambrekijns ; alles binnen een compartiment van acht bogen. Omschnft:
2£IiBSR!fl : DVX , enz.
Op de kz. reikt een gevoet vierbeenig kruis tot aan den rand der munt.
Tusschen die beenen vertoonen, zieh in volgorde het wapenschild van Beijeren,
een tournooihelm, de HoUandsche leeuw, en weder een tournooihelm. Omschnft:
t*. r o v 7 7 | r a o n a T w \ fefl&LSSR | , ; z - j s m i r |
Z . D e z e m u n t w e e g t ‘i n o n ’g e s c h o n d e n t o e s t a n d , g e l i j k z e i n h e t K o n i n k l
i jk K a b i n e t , a l sm e d e i n d e Y e r z am e l i n g v a n M r . l . c . n u z A e '- v o o r k ö m t , 2 w . ;
v e r d e r v o n d e n w ij z e o o k n o g i n - d e V e r z am e l in g e n d e r H e e r e n v. d. n o o r b a a ,
FOKKER, STRICKER, NOOT , MÜNNICKS VAN C E E EF F , BEELAERTS e n MAOARe. Z i j
is mede -voorhanden in het Kabinet van wijlen den Staatsraad v o n r e i c h e t , te
St. Petersburg.
Naar aanleiding van het woord nova, dat op deze muntsoort voorkomt, zouden wij
overhellen om haar te houden voor de groot der Ordonnantie des jaars 1388 of wel
van die van 1404, aangezien toqn het slaan van geheel nieuwe munt verordend
werd, die men dan ook, om ze van vroegere te onderscheiden, eene gansch
andere type zal gegeven hebben.
Onderdeelen dezer munt zijn de volgende N° 9 , alsmede N° 14 op PI. V III,
gelijk ook N° 14 op PI. XXXVI.
De type van de vz. dezer müntjes ‘is gelijk aan die van de N° 8; het omschrift
luidt -op N° 9:
K iiB a u ro '; d v x • ccosr s -ijoii
terwijl het laatste woord öp de beide andere is verkort in :
i^OICS
0p hare kz. hebben zij mede een lang gevoet vierbeenig kruis, dat tot aan den
rand der munt reikt. Tusschen die beenen ziet men op N° 9, alsmede op N° 14
van PI. XXXVI te zamen twaalf bolletjes., waarschijnlijk om aan te duiden dat
12 van deze muntstukjes een groot uitmaakten; zij heetten dus voorzeker deniers
öf petmingen. Het omschrift is :
ROV2I | fRORS | DM! : lq, | OliK.
Z. B. N" 9, wegende 0,6 w., kwam ons voor in het Koninklijk Kabinet en
in onze eigene Verzameling; N° 14 van PI. XXXVI, wegende 0,8 w., in het
Kabinet der Leidsche Hoogeschool en in dat van den Heer m u n n i c k s v a n
c l e e e f ; N° 14 eindelijk, op PI. Vni (waar de 12 bolletjes niet gezien worden),
wegende 0,58 w., in de Verzameling van den Heer k e e r .
N° 10, die waarschijnlijk groot geheeten werd, is ons alleen bekend uit
ALKEMABE, PI. XXVI , 1 , N° 4.