’s Bisschops bondgenoot, sneuvelde; met büjden ( « * * , werptuigen , waaruit
men groote steenen sKngerde) en andere stormtuigen werd bet slot gebeukt, tot
dat de Bisschop zieh op genade overgaf en voor altijd afstand moest doen van
zijne aanspraken op HoUand. Het slot werd gesiecht; het lag nabij het heden-
daagscbe dorp van dien naam en das niet verre van bet tegenwoordige Rotter-
dam. Tot toelichting van het zoo even gemelde diene, dat Keizer Hendrik IV
vele goederen, die door Dirk I I I en IV vermeesterd waren, wederom aan Dirk V
gedurende zijne mindeijarigheid had ontnomen; doeh zulks was onredeKjk, daar
er over die goederen reeds verscheidene verdragen gesloten waren.
Deze Graaf voerde het eerst den titel van Gomes HoHlamdensmm, het zij deze
naam zijnen oorsprong hebbe van holt-, hont- of bosehland, of van Holtland,
een dorp aan de Merwe gelegen, het zij eindelijk, dat het woord van de Noormannen
afkomstig zij.
De Heerlijkheid Merwede met de nabijgelegene Heerlijkheden en de groote
Zuid-Hollandsche Waard werden eigenlijlc toen ter tijd alleen HoUand genoemd.
Naderhand brei'dde zieh deze naam verder m t; aanvankelijk, zegt b i l d e h m j k , was
’t bijna als of men zeide Heer der Vrettanders; terwijl hij er bijvoegt, dat de titel
van H e igratia, welke Dirk voerde, in die tijden eene souvereine magt insloot (?),
Dirk V heeft in het laatst zijner regering de Friezen in verscheidene bloedige
veldslagen overwonnen.
Zijne echtgenoot was Othilde, dochter van Hendrik (of Frederik), Hertogvan
Saksen (1). (Vier onzer Graven zijn achtereenvolgens met Saksische Vorstinnen
gehuwd geweest, waarschijnhjk omdat de Saksers den Keizer vijandig waren.) -De
bijna geheel verwoest was, was het land groetendeels van inwoners ontbloot en biagteenen
tijd lang bijna niet anders dan doomen en distelen voort. De armoedß verhm er e e ,
schoppen, die eenen gemimen tijd zieh te Deventer hebben moeten ophonden (op grooteren
afstand van de zeekusten), naar Rome te gaan, om zieh tot Aartsb.sschop te g j ® *
genen, en noodzaakte hen de wijding te ontvangen van den meer nabvj wonen
Kerkvoogd, dien zij daardoor voor hrnraen Metropolitaan erkenden. Ze s e e_ 9
tijd lang als Abten, zonder Bissehoppelijken mijter, dienst gedaan. — Eerst Godebald, ¿he
in 1121 den Bissehoppelijken zetel beklom, kreeg van den Paus verlof om dit kenteeken
zijner waardigheid te dragen. B a u , p. 16 . 4 8 , heda, p. 36.
(l)-Volgens wage na A H. H , 1 9 3 , en bildebdijk, H , 32.
uit dit huwelijk geborene kinderen waren de tweelingen Floris (daama Floris I I
genaamd) en Machteid, namaals Hertogin van Orleans (1).
Hij is te Egmond in de Abdij.ten jare 1091 begraven.
Indien het Charter van 1 0 9 ? , V o ö r k o m e n d e b i j v a n m i e r i s , Charterloek, I ,
7 6 , zoo oud ware (het moet w a a r s c h i j n l i j k twee eeuwen later gedagteekend
worden) > zouden wij op dat jaar reeds melding vinden van librae Hollandiae.
Jacob van öudenhovbn zegt in zijn Ondi en Nieuw Dordrecht (Haarlem
1666), bl. 3 4 4 , dat die stad het regt om geld te mnnten reeds in 1064 van
Keizer Hendrik IV verkregen had. Ook wordt zolks vermeld door van mieris
in zijne Besehrijving der Bisschoppeliße Mmten en Zegelen, bl. 1 2 6 , terwijl die
op bl. 137 mede beweert, dat Dirk V reeds in 1077 geld zqu geslagen hebben.
Zie ook VAN alkemade in zijn Voorberkbt voor zijne Mmten der Graven en
Grammen van Holland, bl. 1 0 , alsmede g. van lo o n . Historisch bemjs, dat
het Graafschap van Holland een leen des Hmtschen Bijks was, D. I , Bewijsstuk-
ken, fol. 1 2 ; màar vergelijk k o k , Vaderlandseh Woordenboek, bl. 4 7 9 , regel 3
van onder tot 4 8 9 , en b ild e rd i jk , Geschiedenis des Vaderlands, D. I I , bl.
9—1 3 ; eindelijk de Vrije Fries, D. I I I , bl. 33 en 34. Doch buchei.ius
( a rn o ld van b d ch e l) zegt'in een Handschrift (zie Z7trectht voorheen en thans,
1 845, 2° Jaargang, hl. 163): //Het eerste wereltse segel (op dat ik spreecke
na diens tyt) [na dat van Godfried, Bisschop van Utrecht, A 1164] is by my
gesien van den grave van HoEant Theoderico te peerde, hebbende in den schilt
den Leuwe A° 1198; van dese wert oeck de eerste HoUantse munte gevonden.//
Door de vermelding van librae Hollandiae in bovengenoemd Charter van het jaar
1097, later gebleken als tot veel jongéren tijdtebehooren, geloofden wij eerst aan
het mogelijke aanwezen in HoMand van toen ter tijd gemunt geld (2). Wij kwamen
daardoor op het denkbeeid, dat wij deze munt (den grooten denier of zilveren penning
(1) Alzoo Volgens de Hollandsche Kionflk hij m a t t h a e t t s , Vet. aevi Analecta, V,
'531; maar de Schrijvers Van I’Art de-OSHfoer les dates, uitgaaf in octavo, X IV , 4 2 4 ,
zeggen in die dagen geenen Vorst van Orleans te kennen,
(2) Wij vonden het echter zonderling, dat de eerstvolgende vermelding van Hollandsch
geld niet v66r 1213 gevonden wordt (zie v a n m i e r i s , I , 158 verso, waar van Solidi
Hollmdici sprake is , d. i. sommen, elk 12 Hollandsche penningen (denarii) geldende).
4 *