Den cleynen harden penninck, geheeten sconincx penn., daer off
de zesse maken zullen eenen inckelen griffoen.
De fiälve sconincx penn., daer off de twaelff maicken zullen een
inckelen griffoen eS tvierendeel daer off de 24 maicken sullen eenen
inckelen griffoen.
De dobbele stuvers mitten 2 -Leeuwen, gemaict by wijlen onsen
Lieven Heere en vader, den hartoge Karel, es dander gemunt te me*
chelen, en die onser anderer munten zullen cours hebben voor . . 51|s gr.
Ende de henckele (sic) naer advenant.
De dubbel stuvers philippus es karolus, de stooters henricus ende
Edewaerdus en de dobbel franche blancken sullen cours hebben voir . . 6 gr.
Ende henckele van dien naer advenant.
De franche blancken zullen cours' hebben voor . . . . 2 gr.
Ende de halve nae advenant.
De savoeysche blancken voor . . . 1 gr. 12 ingelsche.
Alle de blancken phls ende Karolus tot . . . • • 1 gr.
Ende dander gemunt te mechelen, en in onsen anderen munten van
harwarts over sullen gelden . . . . 1 gr. 9 miten.
Alle de grootkyns gemaict van den tijde van den voors. onsen heere
en vader en sichtent in onse voors. vier munten zullen gelden . . . 1 gr.
Alle de cleene zilvere penn, als oertkyns, deutkyns en zwarte miten, *
gemaict inde voors. munten, zullen blijven cours hebbende te zulcken
prijse als zy hier voertijts gedaen hebben ende noch doen.
Bl. 511, van boven. De griffoen kwam later ook in de Verzameling der
Leidsche Hoogeschool.
Bl. 532. De N° 3 kwam later ook in het Penningkabinet der Leidsche
Hoogeschool , wegende aldaar even als bij den Heer k e e r .
Bl. 534, reg. 5 van boven, staat: Wij gaan, enz. Te laat bemerken wij
dat de beschrijving der stuivers, onder N° 19—21 boven aan PI. XXII afge-
beeld, door eene ons onbekende oorzaak niet in den tekst is opgenomen gewor?
den. De numismatische lezer zal die beschrijving wel kunnen ontberen.
OPGAVE, WAAR DE BESCHRIJVING DER HUNTEN
OP DE PLATEN TE VINDEN IS.
OnzeJcere, Plaat XXXV, 1—4 . Bl. 555 Eloris V, I I I , L3 . . . . . 185
XLTTT, 1 . _ YT.TT 4 555
Dirk YI (?)-, I , 1, 2 . . 62 Jan I van Braband, XXXYI, 8 119
XL III, 2 . . . . 555 Jan I , IY , 1 ........................... 143
Eloris I I I , I , 3—13 . . 67, 68 ------ IY , 2—4 . . . . 143, 144
-------------XLTTT, 3 . . . 555 - ■ XLIII 555
Dirk V II, 1 ,1 . . . . 71 - Lodewijk
i , a . . . . . van Loon, XLIII . . . . 555
XXXY, 6 . . . 71, 72 Jan I I , IY, 1 , 2 . 147--149
. 76, 77 IY, 3, 4 . 149
I I , 3, 4 „ . . 77 Willem i n , TY, 1 , 2 . . . 153
XXXYT, 7 • . . . . 77 I Y, 3 . . . 154—156
Eloris IY, I I , 1—7 . . . 80, 81 XXXYI, 10 . 154
Willem I I , I I , 1—4 . .- ; . . 86
I I , 5 . . . . -87 .156
Eloris de Yoogd, I I , 1—-3, . . I l i IY , 5, 6 . . 157
I I I , 4 6 . 112 Wiliem IY , IY , 1 . . . . 170
Otto van Gelre, I I I , . . . 116—117 ------------- XXXYI, 9 . , 169
Eloris Y, I I I , 1 . . . . 127 ------------- XXXYI, 10 . 170
I l i , 2 . . . . 128—132 Willem Y, Y, 1 . . . . 186
I l i , 3—8 . . . 132, 133 —---------- Y, 2 . . . . , . 187
-----#— I I I , 9 12 . . . 134, 135 ------------ Y, 3 . . . . 188--194
i B 73