Once (Penning .wegende een),,401, 568.
Onderleenmannen, 57.
Otiderteekeningen .van stukken (Vorstelijke),
8 0 .
Ongengichtich, 282.
Ongeregeldheid van het geld en van de vreemde
mnnten§ 480.':,
Onzekere mnnten, 554.
Onze >lieve. Heer van■ Holland, benaming
van den Graaf, 289.
O om (D i r k ) , W a a r d i j n , 4 0 0 , 4 0 1 ^ 4 0 2 ;
G o d s c h a l k O o m , .4 0 3 : .
O om (G o it s c a l c ) T ie lm a n s z o o n , Muntmeester,'
.348, 844, 346, .850, 854,
368, 883 , 434; J e h a n O e m ; 486.
Oorlog met Utrecht, 478, 479.
Oorlogsvaan, 208.
Oort, 515.
Oortstuiver of oortje, 576.
Oostergoo, 54, 61.
Oosterhout, 8 7 . ■
Oos ter ling en, 888.
Oostervant ( J a n , Graaf van), 147 ; J a c o b a
Beijeren, Gravin van—-, 868,390,397.
Oosterzee (Casteel ter), 70 noot.
Oostvoom (Groote burg te), 63.
Open hof binnen Haarlem beroepen, en aldaar
zeven dagen feest gehouden, 151.
Opper- Oostenrijh, 478.
Opperzeevoogd van Holland (B r e d e r o d E) in
1 3 .5 2 , 1 7 5 .
Opvolging (De Duitsche Keizers waren ge-
steld op eene geslachtelijke), 19.
O s b r e c h t , 88 noot.
Orleans, 190; Hertogin van — , misstelling
in de Hollandsòhe Kronijk, 27.
Osborch (Castrum), Oostburg, 50.
Ö8tsagem en Westsagem, Oost- en West-
zaan, 44.
O t h i l d e , gèmalin van Graaf D i r k Y, 26.
O t t o van Brandenburg staat zijne regten op
Holland, enz. af, 215.
O t t o van Saksen (Hertog), 17.
O t t o I (Bisschop) v a n Utrecht, 2 8 , 2 9 .
O t t o H I (Bisschop), Yoogd van Holland,
82.
O t t o H I (Keizer), 7, 8 , 11; onder dezen
Keizer in 966 eene Munt te MedembUk,
. 185.
O t t o IV (Keizer), ggf
O t t o van Gelre (Graaf) Yoogd, 118.
O t t o H , Bisschop van Utrecht, 78,
O t t o H , Graaf van Gelre, 94.
Otto*sgracht, 56.
O u d a a n , Roomsche Mogentheit, 181.
Oud-Duitsche letter, 512.
O ü d e g h e r s t (d *) , Ghronique de Flandres,
180.
Oudenaarden, 22.
O u d e n h o v e n (J. v a n ) , 27.
Ouderschie (Henl to t), 222.
Oude stad van Vlaardingen, 307.
Oud* en Nieuw-Bourgondie, 514.
Oude Maas (De) verschillende van de Mer-
we, 66.
Oude schild, 189.
Oudewater, 221.
Oudt- en Nieuw-Dordrecht. Zie O u d e n h o -
VEN.
Outhuesden (W o u t e r van) , Gouverneur van
al de Munten, 489.
Over-FlaJcJcee, 87 hoot.
Overijssel (Land van), 171 noot, twee
malen.
Overschie, 208; zie ook Ouderschie.
O v e r s t e g h e ( J a o o b P z . v a n ) , Muntmees-
ter, 383.
P .
P (De letter) op drieraijtstukken, ,542.
Paauwstaart op, een helm, 363.
Faddenpoel (Het Slot) bij Leiden verwoest,
207.
P a id z of P a e d s , Muntmeester, 250, 296.
Payment van Zeerixe, 155 noot.
Palaisgrave, 190.
Palatijn van Henegouwen, verkeerde uit-
drukking, 438.
Palen, d. i. grenzen, 254, 261.
Palensgrave upten Bine, 438.
Palestina (Togt van Graaf: W i l l e m IV
naar), 167.
Paltsgraaf , van waar dit woord, 62.
Paltz-Beijeren (Wapenschild van), 363,
885.
Pandraemen, 479.
Papegaaischieten te Goes, 821.
Pa/pen — wijn drinhen, 160.
Papier, van waar in Holland gekomen,
426.
Pa/relcvrjçel, 111.
Parelrand, 518.
Pa/res (De Edelen ’s Vorsten), 88.
Parijs ( P l o r i s Y te), 122; W i l l e m I I I
aldaar gehuwd, 151; zie verder 205;
Keizerlijk Muntkabinet te — , 330, 504.
Parijschè pennvtiaen (Berekening in) tus-
schen Braband en Holland, 139.
Patard of Stuiver, 535.
Particulier (Muntmeester), 465.
Particulier8 meeslers -van de Munt, 392,
393.
Paschen (Tijdrekening v66r), 399.
Pasmunt, 243.
Pasteyden en clinJca/rden, 560.
Patars, 443.
Patroene van mnnten, 463.
Patronen van munten, 480, twee malèn.
Paus (De), 84; de Hollandsché, Graven
hangen dezen aan, 17 noot.
Pauselijhe munten, 549.
Pawelyoen, Pavilion, muntsoort, 172.
Opsehrift op munten, 72 en 72
noot.
Pax Domini sit in cordibus nostris op eene
munt, 149.
P 2 £ # * D m * B1US * K O B ISO Vm , enz.
Opsehrift op eene munt, 361, 368.
Pazanten, muntsoort, 281.
P e l g r im , Burggraaf van Zeeland, 63.
Pennine payments —- penninc Heren ghelts,
227. .
Pémirigen, denarii, 27 noot.
Penning en Hollants, 221.
Penningen of 1/8 grooteir, 248, 317.
Penning en van 4 grooten (dubbele vuur-
ijzers), 462; — van 2 grooten (vutirijzers),
462.
Penning h te bulioen setten, 233.
Penninghabinet te Parijs, 830, 504.
Penning habinet (Koninkl.) te ’sHage, 14, enz.
Penwcdrden (Cleynen), 286, 352.
PerJcament, 426. •
Peronne (Zamenkomst té), 96.
Persyn (Heeren van), 46; J a n van — , Heer
van Wat>erla/nd\ 137, 174.
Peters of Pieters (Giilden), 284,242,249, enz.
P e t r o n e l l a , echtgenoote van Graaf F l o r
i s I I , 31.
Petten, 47 ; vroeger Pethem, aldaar.
P h i l i p p in e va/n Henegouwen, 177.
P h il i p p u s (De Apostel) , 519.
Philippus, naam eener munt, 390, 391,
392, 397, 406, 408'; halve dito, 391,
392, 406, 408; haar gehalte, enz. ; 392.
Philippus Bourgoensche Schild, 403.
Philippus-gulden en Philippws-schild, 563.
Philippus-Schilden hli/nTcerts, 40Ï.
P h i l i p s van Leyden (Meyster}, Clerc [Se-
cretaris] van W i l l e m Y, Deken van St.
Pieter te Middelburg, 184; ’s Vorsten
afgezant te Rome, 185; zijn tractement,
aldaar.
P h i l l i p s * eertshertoge van Oestenrych, enz.,
482.'
Picardie, 828.
Piedfort., 201, 568 noot.
P i e t e r van Leyden (Kanunnik), 160.
Pietersherh (St.) te Leiden, 82.
PiètersherJc te Utrecht (St.), 25 noot.
P ig g e ( J a n ) , Muntgraveur, 337.
P ijl (Vergiftigde), 19; gewone pijl, 433.
Pijnappels, 313, 471.
Pijnigen van groote Heeren, 449, 450.
P io t , Description de la découverte de Grand-
Halleux, 111. "
Plac (Dordrechts) , 250.
Pladtum in 1083 te Vlaardingen (?), 35;
elders, 48, twee malen.
Placke meeuwen, -208.
Placheri, d. i. stukken van 2 grooten, of stui-
vers, 218; hare waarde ten jare 1374,
aldaar; plachen meeuwen, 219; verder
.222 ; plachaers, 341.
Placken [Q,uade\in Ylaänderen geslagen, 414.
Poey D ’a v a n t , Déscription des Monnaies
Seigneuriales Françaises, 130 noot.