Z00n , aangevallen werd door Bavo, een leenman van Utreeht’s Bissehop, die
het Graafschap Bodegraven in leen had (1).
Dat Dirk I I als Rijksgraaf zieh op een steekspel te Maagdenburg zoude be-
vonden hebben, gelijk men vroeger wilde, steunt op een valsch charter.
Kort daarna vielen de Noormannen in Friesland, welks vroeger bezit zij
niet vergeten konden. Ook kwam Lotharingen (het vroeger Rijk van Lothair
of Lotharius) toen aan Duitschland.
De Vlaamsche Kronijken verbalen, dat onze Graven Gend hebben bezeten
toen het nog slechts een kasteel was. Zoo vroeg bestond er reeds een verband
tusschen Viaanderen en Holland; want ook eenigen tijd daarna leest men, dat
de Hollandsche Graven daar ettelijke streken onder hun gebied hebben gehad.
Het land Wasda (dat door v. D. b e r g h in zijn HandboeJc der Middel-Neder-
landsche Geographie, bl. 2 2 7 , mogelijk voor het land van Waas gehouden
wordt) werd aan Dirk II gesohonken, en Aamoud werd de Gentenaar öf Gend-
sche Graaf genoemd. Diens broeder Ekbert of Egbert was ook een voornaam man,
en wel Aartsbisschop van Trier.
Na in onderscheidene veldslagen de Eriezen te hebben overWonnen, stierf
Dirk I I in 988 of uiterlijk in 989 (2). Zijne kinderen Waren, behalve de
twee vermelde zonen, nog eene dochter Erlinda. — Hij werd in de Abdij van
Eo-mond begraven. — En dit is alles wat men van dezen Graaf weet.
Men bediende zieh waarschijnlijk in zijne dagen van het geld der Fränkische
en oudste Duitsche Keizers, vooral van Karel den Grooten, dat thans weinig
(1) Daar er echter in het Charter van 985- volstrekt van geen Graafschap gesprokeb
wordt, meent Dr. a c k e r ' s t r a t i n g h , önzes inziens te regt, dat alle deze giften alleen
betrekking hebben op bijzondere bezittingen, en den grond hebben gelegd voor de aan-
zienlijke domeinen of Grafelijke goederen — niet van het Graafschap Holland zelf. Dirk I
ma» Gerolf — of wie zijn vader of voorganger was — opgevolgd hebben, maar van erfregt
was geene sprake. Ook niet bij de gift aan Dirk I I . Het zijn merkwaardige stnkken
nit de ondheid, die ons het eerst ineer zeker bekend maken met het bestaan en het aan-
zien van die Graven, die daarna als Graven van H o llm d voorkomen. Zie s t r a t i n 0 h
t. a. p. bl. 6 4 , 6S.
(2) Volgens de Breviculi van Leo stierf hij 6 Mei 989 (w aq en a a r, I I , 74). K l e i t
zegt, p. 36: «Hoc satis probatnm Theodericum I I obiisse anno 988.»
meer voorkomt. >De 10® eeuw, die waariu Dirk leefde, is eene der ärmste aan
munten, en die uit haar nog overig zijn, hebben een barbaarsch uiterlijk.
AARNOUD o f ARNULPHUS.
Omtrent dezen Vorst, wiens geboortejaar onzeker is, doch die zoon van
Dirk I I en Hille- of Hildegaarde genoemd wordt, leest men niet uitdrukkelijk,
dat hij door den Keizer aangesteld is , en daaruit besluit men, hoewel mis-
schien geheel ten onregte, tot de reeds bestaande erfelijkheid, althans tot de
erfopvolging van regtswege. Geenszins werd Aamoud, zoo als men vroeger- waan-
d e , uit den boezem der Staten gekozen; dit sprookje is voorlang wederlegd, en
zoowel door w a g b n a a r als door k l t j i t en b i l d e r d i j k met volle regt verworpen.
In 988 werd deze Graaf, zoo als men wil, door de Edelen gehuldigd. Deze
Edelen waren de voornaamsten onder de weinige duizend- of tienduizendtallen
der toenmalige bewoners des lands, welker aantal toch ongetwijfeld tijdens de
moorddadige invallen der Noormannen zeer verminderd was geworden.
In 980 (1) was Aarnoud gehuwd met Ludgarde of Luidegaard, dochter van den
Graaf van Luxemburg (?) (2 ); anderen (zeer on waarschijnlijk) zeggen van Romanus
den jongen, Keizer van het Qostersche of Byzantijnsche Rijk (zij zoude dan de zus-
ter van Theophana, eehtgenoot van den Romeinschen Keizer Otto I I , geweest zijn).
De Friezen, zieh verlatende op hunne meestal ongenaakbare poelen en moeras-
sen, en misschien ook aangestookt door den Bisschop van Utrecht, die een geboren
Fries was, tastten Aamoud telkens aan.
Op den 1 October 998 (?) viel e r, gelijk men verhaalt, na overeenkomst van
plaats, een geweldige slag voor tusschen de Eriezen en de later genoemde Hollanders,
te Winkelmade bij Winkel, gelegen op de grens van beider landen.
(1) M e l i s s t o k e , I , bl. 75 van de uitgave van h u y d e k o p e r .
(2) Siegfried regeerde toen aldaar. K l u i t beloofde {Hist, Crit. p. 33) te zullen bewij«
zen, dat zij dochter was van Godefrid, Graaf van Luxemburg, en zuster van Cunigunde,
gemalin van Keizer Hendrik I I , doch in den Excursus; N° V I I, p. 1 7 8 , en de Tabulae
Genealogicae noemt hij Sigifridus. Ongelukkig heeft k l u i t zijne Eissertationes Genea-
logicae niet kunnen uitgeven, zoodat hij ons het bewijs is schuldig gebleven.