Bastaard van Holland (W i l l e m ) , 4 0 2 , 5 6 2 .
Batenburg (Bijslag v a n ) , 310, 311 noot;
rannt- v a n — , 359; m u n t v a n Heer Gns-
b e r t v a n — , 551.
B a v o , leenraan van den Utrechtschen Bjs-
schop, 1 2 ; strijdt tegen D i r k H E , 1 5 ;
wordt overwonnen en hem zijn Graafschap
Bodegraven afgenomen, aldaar, 38.
B e a t r ix , dochter van G u y , Graaf van Ylaan-
deren, 99.
Beaumont (D ir k van), Muntmeester, 425,
426.
B e a u m o n t (G e r y t B o o t v a n ) , Graveur, 476.
Beaumont en Belois ( J a n van), 92, 147 ;
bekorat verschillende Heerlijkheden in Holland
en Zeeland, die zijn broeder W i l l
e m I I I hem laat behouden, 147,
B e c k e r (Catalogue der Yerzameling van den
Heer J. J.), 154, 202.
Bedevaart naar het Heilige Land, 65.
Bedijking van den Grooten Waard, 357.
B e e l a e r t s (Yerzameling van den Heer) , 72,
111, 133, 144, 194, 195, enz.
Beeldendar, 541.
Beemsche of Boheemsche gulden , 234.
Beigeren (Wapen van), 202; J a n van — ,
z i e o p J a n .
Beijersche gulden, 854, 357, 359, 374.
B e k a (J. d e ) , 26, 29 noot, 65 noot, 79,116.
Belgie, 2.
Belois. Zie Beaumont.
Belyon of billoen, 219, enz.
Beneficium, 44.
jBennebroek (De Egmondsche nonnen ver-
plaatst naar), bl. 11.
Bentheim (Graven van), .5 5 ; O t t o , Graaf
van —, 31.
Berg (A.), Hew Muntzbuech, 544.
Bergen [op Zoom?], 484.
Bergen op Zoom, 49.
Bergh (Mr L. Ph. C. van den), 6 , 7;
zijn Handboek der Middel-Nederlandsche
fjeographie, 11, 12, 22, 24, 33, 34, enz.
Bernard te Antwerpen (Klooster van St.),
106.
Bernulf of Bernoldus (Bisschop), 18.
Bergom, misschien Zevenbergen, 37.
B e r t h a , gemalin van P i l i p s I , Koning van
Prankrijk, dochter van P l o r i s I , 20.
B e r w a r d e (A d a m v a n ) , 5 6 1 .
Besanen (Coverture van), 475.
Besitte, d. i. Insluiting, 276, 277.
Betfort (De villa), 125.
Beusichem (De Heer van), 137.
Beveland (De Gouw), 32.
Bevelanda {JPagus), 49; misschien oorspron-
kelijk St. Baafsland geheeten.
Bevelboek, 290, 293, 322; 387, enz.
Bewesterscheide, 99.
Beujindhebber of Braeses’, wie deze onder de
Graven was, 19.
Bewindvoerders in Holland, 4.
Bezoldiging van den Graveur der Munt, 487.
Biechtvader, 8 2 6 .
Bier, 238.
Biervliet (Huwelijkscontract gesloten te)., 331.
Biesbosch (Munten in den), 358 noot.
B i j l (H e n d r ik ) , Proost van Koningsveld,
350.
B y l a n d (C i .a a s v a n ) , Graveur der Munt,
370, 412.
Bijslag van Megen, Batenburg, enz., 310.
Bijvoegselen op. de Vaderl. Hist., 84 noot,
166.
B il a n d e (Y r a n k e v a n ) , eerst Munter,
daarna Essayeur, toen Waardijn, 244,
276, 283, 285, 286, 293, 302, 309,
322, 347, 370, 375, 377, 400, 405.
B i l d e b d i j k , Geschied. des Vaderlands, 1,
7 ,8 ,1 7 ,1 9 ,2 3 ,2 7 ,8 1 ,5 6 , 66,145, enz,
Binkhorst door de Delvenaars verbrand,
205.
B is a n t e n ( J a n S y m o n s so n e v a n ) ,5 5 9 .
Bisschop van Trier, 451.
Blaauwguldens, 303, 304; van waar die
naam, noot.
Blaffert (Utrechtsche), 35 ; Egmondsche — ,
44.
B l a n c (Le)* Traité hist, des monnoyes de
France, 128,131,139,190,297,303,404.
B l a n g a e r d (De Wisselaar W i l l e m ) , 560,
B l a n c h e van Kastilië, moeder van L o d e *
w i j k IX , 129.
Blanchierovens, 477.
BlancJcen (Vrancrixe), 297, 304; verschei-
dene andere soorten van — , 325.
Blankenheim ( P r e d e r ik van), 281 noot,
300.
Blätter fü r Münzkunde, 148, 153.
BUjden of balistae, 26.
Bloem (Geldersche), 29.
B l o e m e s t e in ( J a n v a n ) , 205.
Blois ( J a n van), Heer van Schoenhoven,
184. Blois (Graaf van) overleden, 207,
215.
Blokhuizen, 271.
Bodd/rager (sic), 201;
Bode gebezigd door den Landsvorst, 858,
359; gezworen — , 465, 481; loon van
een reizende —- te Rotterdam in 1373,
218; — der Muntmeesters, 407.
Bodegraven (Graafschap), 12, 88 ; geen deel
van Rijnland, aldaar?'
Boeijen (Hand-), met afgebeeld op munten,
129.
B o e n n i s ( P i e t e r ) , 124.
Boet, d. i. menigte van munten, 890.
Boete in zake van munt, 462;. bron van in-
komsten der Yorsten, 877.
B o it e t , 35.
B o l h u i s (v a n ) , de Noormannen in Nederland,
17.-
B o l l e ( J a c o m i jn ) , Stedehduder van den
Waardijn, 432 twee malen.
Bologna (Munten van), 549.
Bommel - of Zalt-Bommel, 481; — door de
Bfabanders vermeesterd, 120.
Bommelerwaard aan Braband leenpligtig, 120.
B o n d a m , Charterboek van Gelderland, 128
noot.
Bont aan dekleedingopmuntjeszigtbaar, 554.
Boogschutters (Ylaamsche), 25.
B o o n (W o u t e r ) , Grafelijk Ambtenaar, 261.
B o o n z a je r (Kabinet van den.Heer), 209,
enz.
B o o t (G h e r y t ) , IJzersnijder of Graveur,
483.
Borculo (Tournooisen van), 180.
Bo-rgen setten, 487.
Bor seien {Eiland), 177. Borselen (Heer
P r a n k van), 821, 567; P l o r i s van—,
237, 563. Bor seien (Heei C l a y s van),
559, P i l i p s van — , 350, 562.
B o r s e l e n s (De) vijandig tegen P l o r i s Y, 104.
Borst (Areud op de), 509.
Bosch te *8 Hage, 463.
B o s c h h u y s e n (B r u n n in o k v a n ) ; 477.
Botdragers, 191, 199, 200, 201, 800, 341,
348; halve dito, 201; vierde dito, aldaar.
Botgens, muntsoort, 289.
Botken, 300. .
Bouck vam diversche calculatien, 163.
B o u d e w i jn met den baard, 20, 57.
B o u d e w i jn va/n Vlaanderen, 18.
B o u d e w i jn IY (Ylaamsche munten .van), 8.
B o u d i jn (De voornaam), 244.
Bourgoensche grooten of botdragers, 238.
Bourgoensche Schilden, 374, 382, 403.
Bowrgondie (Graaf van) * 83 ; ICa r e l de Stoute
tracht te stichten een koningrijk —-, 450.
Bourgondische en Johannes Blanken, 323,
325.
Bourgondische Baalders, 542; halve dito,
aldaar; vierde dito, aldaar.
Boutkins, 277.
Bovenlanders• ©if Duitschers, .18.
Braband, 16, 57; de Hertogen, van -r- heb-
ben gezag in Holland,. 61; waarom de
Yorsten van — Hertog *heetten, aldaar.
-Zie verder nog op Jan van Braband.
Brabmdsche Teesten, 8. noot.
Brabansché, naam eener muntsoort, 171,
289, 299.
Brabant (Muntvoet in ) ,.466.
Brand te Dordrecht, 389: — te Yianen
544. -
Brandenburg (Markgraaf van), - onjuist vermeld,
21.
Braspenning (Brabandsche en Ylaamsche),
325, 341, 348; waarschijnlijke naams-
afleiding, 424; dubbele —-, 448.
Breda, 37, 218; Polanen, Heer van — ;
224; bijeenkomst te —, 500; waarom aldaar,
noot.
B r e d e r o d e ’s (De)J bl. 15; afkomst van dit
woord volgens B i l d e r d i j k , die hen als
Bastaarden van D ir k I II opgeeft, aldaar,
'141; B.EINOUD, Heer van Brederode en