was de pracht en luister aan z i j n H o f alleruitstekendst. Zijne maaltijden, of
liever de gedekte tafels, stonden eenige dagen lang voor elkeen ter. bezigtiging;
een iegelijk werd toegelaten om hem in zijne hofzaal te zien spijzen.. Deze
manier°van open tafel werd daarna niet alleen door de Vorsten, maar ook door
de voornaamste Edelen langen tijd nagevolgd.
Filips was een zoo groot beminnaar van de schoone sekse, dat hij, volgens
de bedorvene zeden van zijnen tijd, behalve de onbekende, veertien bastaard-
kinderen heeft gehad, die hij voor de zijnen erkend en meest alien met aanzienlijke
ambten begunstigd heeft.
Hij maakte zeer veel werk van kunststukken, zoo als beeiden, schilderijen,
en gouden en zilveren vaten; hij ontbood van alle zijden kun3tenaars en ont-
haalde ze' goed. Zijne praehtliefde kostede het land echter verbazende sommen,
en hierdoor kwam het ook, dat de schattingen onder zijne regering verdubbeld
werden.
Reeds kort na het aanvaarden der Grafelijke waardigheid had Filips vrede
gemaakt met Frankrijk; hierover waren de Engelschen te onvrede en geraakten
met hem in oorlog. Toen dit krakeel geeindigd was, ontstond er een twist
tusschen de Hollanders en de Zeeuwen ter eene en de Oosterlingen, of bewoners
der zuidelijke kusten van de Oostzee ter andere zijde; — na drie jaren werd
er echter een twaalfjarig bestand gesloten.
Filips had geruimen tijd noodig tot het stillen der binnenlandsche tweespalt;
het meeste werd daarbij aan de Kabeljaauwschen- ingewilligd.
In den jare 1455 was Heer Gijsbrecht van Brederode, een aanzienlijk Hoekseh
Edelman, tot Bisschop van Utrecht verkozen; dit wekte vrees bij de Kabeljaauwschen,
die aan Filips onder het oog bragten, dat Brederode’s- breeder, die
een wereldlijk Edelman was, en groote middelen en gezag bezat, veelligt, de-
wijl hij uit het oude huis en den regten stam der Hollandsche Graven gesproten
was, met behulp der Hoeksche partij, aan welker hoofd hij s t o n d , zieh meester
van Holland zoude maken. Filips, hierdoor achterdochtig geworden, deed te
Rome alle pogingen om het vette bisdom in zijn geslacht over te brengen,
hetwelk hem dan ook door den Paus ten behoeve van zijnen basterdzoon David
van Bourgondie werd verleend. Terwijl nu de gezanten van Brederode te Rome,
voor de aanzienlijke sommen gelds, welke zij aan dat Hof hadden zoek gemaakt,
met ijdele betuigingen en hoop werden gevbed, yerzamelde Filips eene krijgs-
magt om zijnen zoon in het bezit te stellen; zulks gelukte en de bedrogene en
ongewapende Brederode wist niet beter te bedenken dan een goed beding te
slniten en vrij willig afstand te doen.
De stad Dordrecht (op dezen tijd Hoeksehgezind) was met den Hertog over
de Tollen eh eenige andere Grafelijke inkomsten overhoop geraakt. Filips bragt
daarop in der'ijl, onder voorgeven van eene vergadering der Guldenvlies-Heeren te
’s Gravenhage, zijne krijgsbenden bijeen, waarmede hij naar Dordrecht gerukt,
deze stad spoedig in zijne magt kreeg. De stedelingen moesten nu van hun
voorgegeven regt en eisch afstand doen en tot boete. betalen 20,000 gouden
Klinkerts; daarenboven moesten ze nog op eigen kosten den Hertog dienen in
den oorlog tegen Utrecht, volgens een in ’s Gravenhage op den 23 Junij 1456
gesloten Verdrag. De opbrengst van alle die gelden en kosten van den togt
tegen Utrecht viel den Dordtenaars zwaar, te meer, omdat een zware brand
in den jare 1457 wel 600 huizen in hunne.stad verteerde.
Filips eenige zoon, Karel, daarna de Stoute bijgenaamd, die nu reeds dertig
jaren oud was, en niet langer konde dulden, dat zijn vader hem buiten alle
bewind hield, deed door zijne gunstelihgen den Heer van Croy en Jan van
Koestein, ’sHertogen opperste raden, alle smaadheidaan, zelfs zoo, dat hij den
laatsten, onder voorgeven van verraad, door beul'shanden deed sterven.
Filips hierdoor, alsmede nog door vele andere ondragelijke zaken, zeer op
zijnen zoon verstoord, zoude hem op eenen zekeren tijd in den Hoftuin met
een zwijnspriet doorstoken hebben, bijaldien de huisgenoöten door het verbergen
der sleutels zulks niet belet hadden. De Hertog, bemerkende dat hij ook in
andere zaken minder gehoorzaamd werd, dan wel zijn zoon (gelijk vooral
op eenige Staatsvergaderingen van Holland bleek), verviel in eene zware
mismoedigheid en ziekte, die hem al zijn hoofdhaar, krachten en gezondheid
kosteden.
De straf des Hemels scheen op Filips te rüsten; gelijk hij zijne weerlooze
nicht van alle hare Staten en gezag beroofd had, zoo werd hij nu door zijnen
eenigen zoon overheerd.