Wij weten niet o f St ü r m e r , aan wiens Muntboek wij de afbeelding ontlee-
nen, het omschrift dezer Vianensche munt juist heeft medegedeeld, maar de
woorden aan het einde zijn het devies van Brederode, doelende op zijn zinnebeeid
van de zwijnskoppen met de laurierstokken, enz. (1): etsi mortuus mit.
De N° 25 is eene dito munt, mede geslagen naar het voorbeeld der Bolo-
gneesche Carlinen ; doch thans is het omschrift der vz. :
PETRVS ■ III • PONT ■ MAX •
en dat der kz. :
MONETA • NOVA • ARG DI VY.
De munt bevindt zieh in de Verzameling van Professor s e r r u r e te Gend.
N° 26 is een daalder van Geertruid van Bronkhorst, Vrijvrouw van Vianen.
Op de vz. ziet men een gekroonden dusgenaamden wildeman, met een’ boom
in de regterhand en het wapenschild van Vianen in de linker. Het omschrift
schijnt de spreuk van Geertruida van Bronkhorst geweest te zijn, die Heer
Hendrik opvolgde:
IN * SPE * ET * SILENTIO * EORTITVDO * MEA * 1577.
Op de kz. ziet men het gekroonde viervoudige wapenschild, zijnde in 1 en 3
de dubbelstaartige leeuw van Bronkhorst, in 2 den leeuw van Holland met den
barensteel, in 4 het wapen van Mark. Omschrift:
MO * NO » GERT * DE * BRON * ET * BA * LI * DO * VI » TRIG.
Het laatste woord zal aangevuld moeten worden met STVP en alsdan geza-
menlijk moeten beteekenen : triginta stuferorum ; d. i. munt van dertig stuivers.
Kwam ons alleen voor in de Verzameling van den Heer St r i c k e r en weegt
27,4 w.
Even gelijk wij in de Heerlijkheid Vianen het muntregt uitgeoefend zien,
vinden wij zulks ook in die van Asperen en Heukelom, waartoe wij thans
overgaan.
( I ) Zie v a n l o o n , Ned. Historiepenn., I , b l . 7 4 .
MUNTEN v a n WALRAVEN v a n VALKENBURG a l s Heer
v a n . ASPEREN.
Zonderling is het, naar ons inzien, dat er van de magtige Heeren van Arkel
geene munten met dien titel aangetroffen worden, maar wel als Heeren van
Heukelom, gelijk ook van Walraven, Heer van Asperen.
De Heerlijkheid Asperen is aan Heer Walraven van Valkenburg gekomen
door huwelijk met Elizabeth van Arkel.
Driederlei zijn de Stempels der grooten van dezen Heer, welke wij hebben
kunnen opsporen. Zij hebben volkomen de zelfde type als de Geldersche munten
van Graaf Reinoud I I I , welke zijn afgebeeld in onze Munten der Graven en
Hertogen van Gelderland, Pl. I I I , N° 3—6 , terwijl wij ook eene dito munt
van Heer Gijsbert van Batenburg mededeelden op Pl. VIII onzer Munten der
Heeren en Steden van Gelderland. De omschriften op voor- en keerzijde van
N° 1 zijn:
MOBSW2S % DOV7Î % K SPSRSBSIS.
en ►!- VVTSIíRTSBVS : DS : VTSIi^SHBOBGIj.
Verzameling van den Heer k e e r . Weegt 2,8 w.
De omschriften der N° 2 zijn:
ä MOBSW2Î i VV2ÎBR2ÎBVS : KSP'BSIS.
en 8? VV2SBR2SB' . DS ; V2SRÎÎSI2B' D' OS' 25.
Kabinet van den Heer macaró. Weegt 2,5 w.
Men zie over deze munt de Berne Belge, T. V III, uitgegeven in 1852,
p. 228 en 244.
De omschriften der N° 3 zijn, zoo wel aan de voor- als aan de keerzijde :
MOBSFH2S î I20V2! % KSPSRSBSIS.
In het bezit van Mevr. van a k en te Gorinchem. Weegt 2,3 w.
MUNTEN v a n d e H e e r l i j k h e i d HEUKELOM.
Door de Heeren van Arkel is, als Heeren van Heukelom, in.de 15e eeuw
gemunt geworden. Wij hebben van bunne munting vijf verschillende stukken