genooten, te Brugge eene bijeenkomst zoude gehad hebben, waarbij men in
den droevigen stäat der algemeene landsmunt zoude hebben voorzien.
Daarna volgen weder andere uitgaven, als:
Exploitierders en bodeloonen. .
Pieter van neck, exploitier van den camere van den Baide in ho'llt, reysde upten 29 Mei
87 mit sekere open brieven van mandemente van mijnen hm vanden Baide in holR vut
hage in zuythollant overal in plecken daer men mijns gen. hin geboden en publicacien ge-
woenlic is te doen, bin aldaer openbaerlicken voir den volke te kundigen die ordonnan en
valuacie vander munte van den gouden en selveren pennyngen by mijnen gen. hre daer vp
gemaect, in welke reyse hy vut was, enz.
De exploitier Jan de bastaert van rietvelt werd met den zelfden last gezonden
u in allen dorpen en steden van kennemerlant en vrieslant. #
Beide waren op hunnen togt 9 dagen uit en genoten daags 8 stuivers.
Kerstiaen Kruyff reisde naar de steden en plaatsen van Bijnland — was uit
8 dagen.
Pieter Jacobsz. toog in alle steden en plaatsen van Amstelland, Waterland en
Gooiland; was uit 10 dagen.
Frans Dircxz. toog uit ’s Hage naar alle steden en plaatsen van Delfland,
Schieland, het land van Voome en Putten; bleef uit 8 geheele dagen.
Naninck Berthoutsz. reisde binnen de steden en het rentmeesterschap van
Bewesterschelde, te weten naar
de steden en plaetsen van middeibnrch, vere, vlissingen, westcappele, domburch, cortkene,
goes, rymerzwale en anderswaer dat men gewoenlic is publicacien te doene om als gelijke
vercondingen en publicacien te doen van de voors. ordonnancie ende valuacie van der
munte, enz.
Jacob Comelisz. toog binnen den rentmeesterscip en steden van beoist scelt in zeelant
als in den steden en plaetsen van ziericxee, westerscouwen, brouwershaven, Ste mertens-
dijck, scerpenisse en der thollen, enz. enz.
Betaelt een messagier vanden coninck by old van den generael van alle den munten, die
zekere brieven van den coninck brochte aen den hin van den grooten Baide, aen den hm
van de rekenin in den hage, roerende toverbreyngen eH die openynge van der bussen der
voirs. munten, enz. enz.
Betaelt Willem Woutersz., bode mijns gen. hm in hollant, de somme van twee scell.
gro. vl. voor 2 geheele dagen die hy gevachiert heeft by bevele en mit brieven van dese
camer van vut hage tot dordr. aen den waerdeyn van der munte aldaer, inhoudende dien
angesien terstont te comen inden hage by den hm van der reken. om Sonderlinge saken
vp tstuck van der voirs. munten, enz. enz.
Door de leden van de rekenkamer is de volgende post doorgehaald geworden:
Den vooin. Muntmeester die welcke te coste en te schade gehadt heeft int smelten van
den eersten conincx penningen, mits dat die onneffen (?) (I) gemaect waren, eB naderhant
by een nyeuwe ordonnantie by bevele van wouter van outhuesden weder effen gemaict
worden om ’t . gerief van den luyden, beloipende de selye gesmolten penningen vni» marck
dair of van elc marck beloipt die schade ende ’t locken (?) by denselven muntmeester gele-
den in j fl x.i & xv miten vl.
Betaelt geeryt boot, ysersnyder, van dat hy die ponsoenen van den voors. Bealen van
goude en van zilvere ende den anderen zilveren penningen mit eenen knecht tot him gestehen
en gemaict heeft, voir sijnen sallaris en arbeyt, mits de grote menichte van dien,
de somme van x n ® gr. enz.
Het lautste stuk, eindelijk, in het HS., dat ons gedurende eenige maanden,
grootendeels ten gevolge der niet geringe moeite bij het lezen en daarna bij het
maken van uittreksels der belangrijkste zaken, heeft bezig gehouden, heeft
tot opschrift:
Munte in hollant, gehouden tordrecht synt den xeQ in Julio xniJc I x x x v i i j totten xvnjQ
in octobri dair aen int selve jaer.
Ter zijde staat:
Overgegeven te hove by den voors. Anthonis, muntmeester paiticulier, den lesten dach
van Janua” A" xvc sec. cnrs. cur. hollan.
Rekenynghe Anthonis de Lonckere, Muntm1 pari1 van der munten tordrecht, van den
tweesten dobbelde ende enckele silveren peningen geheeten griffoenen es van de cleyne
munten dair na volgende, by den voorn. anthonis gemunt en gewrocht in der voors. munten
tdordr* vuyt machte van zijne commissie (2) verclaert inde intitulacie zijne naeste
voorgaende reken. en dat vpten voet ende doende den prijs gelijck de instrubtie dair vp
(1) K an d it ook beteekenen da t n ie t alle de stukken op b e t zelMe gebalte geslagen waren?
(2) T e r zijde s ta a t:. » b y gebreke van der in s trn c tie daerop dßze tweeste dubbele en enkel griffoenen gewrocht
zijn geweest.*