Ten jare 1389 lezen wij dan ook van //enen Dordrechtse soilt van xl groten,
nu ter tijt slaet, ende den groten gherekent voir vi deniers Hollants//
(bl. 524), alsmede elders van »elf dusent Dordrechtse scilde, die wi nu ter tyt
doen slaen» (bl. 528). Op bl. 532 wordt melding gemaakt van // m i Dord-
recbtsche dubbel mottoen«, zijnde dus die van Hertog Willem V,d ie wij lifiten
afbeeiden op Pl. V , N° 1, aangezien er onder; Hertog Aalbreeht geene enkele
noch dubbele moëtoenen geslagen zijtt; bl. 535 wordt melding'gemaakt van
u twintich pont zwarten//, en op bl. 537 van //16 ffi grote tajaers sulcs ghelts,
ais op ten daeb van der betaüngbe in Zeelant gaen sal;/. Op bl. 548 lepen wij
van 5000 Dardrechtsche en anderjnaal van 500 dito yaiate»; het wqren de sphil-
den of wel de florini, waarover wij bij do beschrijving der munten nader zullen
handelen. Zij waren zeer algemeen in gebruik, ook blijkens de uitdrukking op
bl 553: «steede van Delff *— vier duysent guldens//. In een Zeeuwsch
stuk wordt gesproken van «xvi « groten Vlaems//, ten bewijze, dat men in
dat gewest meer met deze muntsoort handelde (bl. 554).
In de keur yan Brouwersháven wordt mede gesproken van « tienschellingen
grooten Vlaams// verder van //agtien penningen//en van' //zés .groote» (bl.
562, en op de volgende bl.): vis ’t boven vytf sclicllingen of vier ■ Hollandsche
ponden waard//. Aan het slot der Keur leest rnen.: ' //Ende a lld itg e ld , ende
alle die boeteñ , die in desen boek geschrevOn staan, zal mon gelden met Hol-
landsche geldenv. Ten bewijze dat , al ware dé berekening somis ,in Vlaamsche
munt, de betaling evenweí in HoÚandsche moest geschieden.
In het jaar 1390 liet Aalbreeht weder nieuwe munten maken. Wij lezen
daaromtrent op bl, iij van het meermalen vermelde H. S. :
Andere ordonnancie bij Hertoge Aelbert van Beijeren gemaect ivj» in Januario Anno
Xxiic xc geregistreert B. L. xxxv folio iiij.
Te doen mnnten eenen penninck van gonde genoempt cíoéneií''van vierentzestich rnt
marek in de snede ende ahoye xxiV3 paraet van fynen gpnde opte touche te remedie eenen
encachen opt marek. Ende van alloye een greyn' dat es een quartier van eenen caraet
vanden zal men wercken beneden off boyen ende voor sleysehat te geven van elck marek
fyn gonts xxv se. Hollants een croen yoersz. voir twintich schellingen hollants (1).
(1) Deze mrmtsoort, bijalffien ze werMÿk v e rmrd ig d is geworden, echSnt geheel verloren te i j n gegaan, ieta
Eenen silveren penninck veertioh voor den oroen, te houden in alloye vier penninghen
ende vier greyn conyncx silvers, ende snllen gaen op die marck in den sneden acht schellingen
vier penningen grooten, den grooten voirsz. daer off de muntmeesters hebben zullen
van remedieii in deU alloye d'r'ye greyn ende inder sneden t'wee greyn.
Den r a n " in Maerte anno n n ' tnegentich maecte de voirsz. Hertoge Aelbert eenen
anderen penninck g e n o em p t e e n e n h o l lm t s c h e n o u d e n s c h i l t van eenentzestich int marck
een engelsche ter remedie in der snede, ende van alloye x x i j caraten fyns gonts mitten
tonchen een greyn ter remedie dat is een quartier van een caraet van den marcke van den
zelven wereken beneden off boven, blyckende by ordonnancie geregistreert Liv v folio viTj.
In dat zelfde jaar 1390 wordt in een Charter bij v. m ie r is (bl. 566; ook
bl. 577) bepaald, dat //de Dordrechtsche scilde bij lossing van renten zouden
gelden drie en veertich grooten, ende eenen Henegouseri cronant (1) een eh
veertig grooten//, met bepaling daarbij: // elex voorseyde goud voor desen dagh
geslegen, off payement dier waerde//. Op bl. 573 komt reeds melding voor van
de nieuwe munt, als waar wij lezen: //ende voir elck pondt onsen Hollantschen
schilde, die wy nu ther tyt doen slaen.// Bl. 576 lezen wij weder van //100
Dortsehe gülden.//
Ten jare 1391 (bl. 578) belooft de stad Haarlem jaarlijks eene som van xxv
Engelsche nobels te zullen betalen, //gued van goude ende swair van gewichte
, die nu ter tijd in Ingeland gemunt zyn, of payement, dair men den Yn-
gelschen nobel om copen mach//.
Wij begrijpen niet, waarom de overeenkomst juist eene betaling in //Engelsche
nobels// bevat. In allen gevalle is het een bewijs, hoe algemeen die muntsoort
hier te lande op het einde der 14e eeuw was.
In een stuk van avond voor L. V. Conceptio van dit jaar (op het Rijks-
Archief) bekent Hertogin Johanna van de achterstallen harer douairie in Noord-
Holland te hebben ontvangen 8000 oude Pransche Schilden. In een ander stuk
van 1392 (mede op ’t Archief) bekent Willem, Herfog van Gelre en Gulik,
datybe de overgroote zeldzaamheid der overige gouden mimten van onzen Hertog geenszma verwondering moet
baren. De Betuigouwsche croonen zijn ons althana in afbeelding bewaard gebleven.
(8) Van m ie r is toont hier in z^jne aanteekening; »mogelijlc cromstaart,» dat bij weinig kennis van het middel-
eenwsche Nederlandschc mnntwezen hadj wij hebben aan den man in het algemeen echter groote verpligting.