munten gedurende den tijd geslagen | dat de naam van Klips als Graaf op de
munten voorkomt, en verscWven wij dus de mededeeling van den hoofdinhoud
dezer rekening tot later.
Tkans volge de beschrijving der munten uit dit tijdvak, welke wij hebben
kunnen opsporen:
N° 1 is een dubbel Mips schild of klinkert, door ons nimmer in het oor-
spronkelijke gezien, en daarom naar v. hotjwelingh en en v. a l k e m a d e gevolgd.
De Heer d e voogt zeide ons, te jneenen, dat zieh een exemplaar dezer
munt te München bevindt. In de Muntrekeningen zijn ons geene äubbele
Schilden voorgekomen. Zij zullen ook oudtijds zeer zeldzaam geweeat zijn.. De
type is als die der klinkerts: de gekroonde Vorst zittende in eenen fraaijen Gq-
thischen zetel, met het zwaard in de regterhand, terwijl de linker op een wa-
penschild rust, thans dat van Bourgondie; aan zijne regterzijde leunt hij met
den arm op een ander schild, zijnde dat van Holland. (Umschrift:
■5« PI^S | DVtt % BVRGO 1 J GOSI2 * * PBKQ * IjSS % hOIi * Z
d. i. Mips, Herlog van Bourgondie, Graaf van Viaanderen, Brfgenaam van
Holland en Zeeland.
De kz. is. als die van alle andere klinkerts, zoowel in type als in omsebriften.
N° 2, een enkel schild of klinkert, welke in type daarin alleeu van, die des ,
dubbeleif afwijkt, dat er eene ster boven de kroon van den Yorst te zien i s ;
sommigen meenen, dat zulks dient tot aanwijzing, dat de munt niet te Dordrecht,
zoo als b. v. de dubbele klinkert, die voorafgaat, en de enkele, die volgt, ge-
slagen is, maar te Zevenbergen, waar deze. Vorst, gelijk wij gezien hebben,
tijdelijk zijne munt gehad’ heeft. Het omschrift luidt:
>J< PIjS * DVX % BVRG' * *HOSX!' * * PBKD' * f}6S i ilOli’Z }
Omtrent de kz. valt niets mede te deelen.
G. weegt 3,6 a 3,65 w.. en wordt gevonden in het Koninklijk Kabinet, bij
de Heeren Ke e r (op wiens exemplaar ter kz. gelezen wordt RaGHTC in plaats
van BSGI22SW), d e w i j s , b e e l a e r t s , b o o n z a je r , St r ic k e r en bij Schrijver
dezes, wiens exemplaar duidelijke sporen draagt van veel zdver te bevatten.
N° 3, een waarschijnlijk te Dordrecht vervaardigd , heeft aan het einde
yan het opschrift der vz.;
IjSS' J IjOb } in plaats van PjOb J Z J }.
Omtrent de kz. valt niets mede te deelen.
G. weegt 8 , 6 w . Men vindt d e z e munt bij den Heer m t jn n ic k s v . c l e e f e
en bij Schrijver dezes.
N° ,4 is een half schild of klinkert, en wel een halve van de N 2. In
type wijkt de munt niet af yan den geheelen klinkert. Ook in de omschrif-
ten niet.
G. weegt 1,4 w. (exemplaar van het Koninklijk Kabinet), of 1,7 w. (exemplaar
van den Heer k e e r ) ; verder komt de munt voor bij de Heeren St r ic k e r ,
e o k k e r , b e e l a e r t s , c r o e s en d e v o o g t . Bij den laatsten heeft het omschrift
der vz. alleen I^OIt %
N° 5, een half schild of klinkert, volgens den Heer k e e r te Maastricht (?)
geslagen, is in type en omschriften als de vorige.
G. weegt 1,67 w. Ons alleen bekend in de Verzameling van den Heer k e e r .
Van zilveren munten, door Klips als Brfgenaam geslagen, zijn ons nimmer
sporen voorgekomen.
Nu gaan wij over tot de beschrijving der munten ten name van Klips met
Jacoba vervaardigd.
N° 1 is een dubbel schild of klinkert; type als steeds, doch wat de wapeuschilden
betreft, rust de Vorst met den regterarm op zijn eigen wapenschild (Bourgondie)
, met den linker op dat zijner Nicht (Paltz-Beijeren). Omschrift:
PljS * DVtt * BVRGVn * I2ECOB2S * DV#' * BK' * ffOiH' . ijO' * Z
Omtrent de kz. valt niets te berigten.
G. Wij ontleenen deze munt aan de werken van v a n h o tjw e l in g h en en
VAN ALKEMADE.
N° 2 is een enkel schild of klinkert,- Omschrift:
>5 . PfyS S DVX S BVRG' * * IKGOB * DVCC S BK 2 (XO S bßU }
Men ziet het onderscheid met het opschrift van den dubbelen klinkert, maar
heeft men ons dit juist medegedeeld?
G. weegt 3,3 w. Deze munt komt voor in het Koninklijk Kabinet, alsmede
in dat van het Noord-Brabandsch Genootschap. Ook is zij bij den Heer St r ic k
e r voorhanden.