( 52-2 )
Ook in de rangschikking der roosjes, enz. bespeurt men eene afwijking met
de dxie voorgaande Nummers.
Het exemplaar van den Heer St r i c k e r weegt 1,8 w.; eene minder duidelijke
munt in de Verzameling van Schrijver dezes schijnt de zelfde als de tegenwoor-
dige te wezen.
Ontbrak op de laatst beschrevene munten de vermelding van bet Graafschap
Zeeland, wij vinden die op N° 11, waar het omschrift eindigt: GO$ IjO $ Z # J.
Z. weegt 1,1 w. in de Verzameling van Schrijver dezes.
N“ 12—14 zijn halve grooten, onderling niet veel versehillende. Het wapen-
sehild op de vz. en bet kruis op de kz. zijn gelijk aan dat op de gebeede grooten,
zoo even van N° 6—11 beschreven.
Het muntteeken (?) of zoude het niet liever betrekking bebben op de Orde
van bet Gulden Vlies ? vöör bet omschxift op N 12 is een vuurstaal. Het
omschrift zelf luidt:
PI^S o KRGfilDVX: o KVSWR • BVR » GO .-IjO.
Op de kz. der drie munten ziet men' weder tusschen de beenen van het kruis
de roosjes, het leeuwtje en de lebe op versehillende wijze geplaatst. Het
omschrift is:
Iß ° 120 | SBIRK | 0001112 \ I - 2SSI2G.
Z. B. N° 12 weegt 0,8 w. bij den Heer d e v o o g t .
— 13 — 1,1 w. — Schrijver dezes.
0,8 w . — den Heer s t r i c k e r .
De m u n t bevindt zieh o o k in de Verzameling van den Heer e o k k e r .
15, een dribbele groot of dubbel vuurijzer, heeft de gewone type dezer munt-
soort, welke onder de regering van Karel den Stouten ingevoerd (die echter niet
voor Holland blijkt gemunt te hebben) het eerst onder zijne dochter Maria als
Hollandsche munt voorkomt, en die wij ook onder de minderjarigheid van Klips
boven hebben aangetroffen. In de afsnede ziet men thans eene roos met ronde
bladeren. (Die op vroegere dubbele vuurijzers waren -puniig.) Het omschrift is:
>J< PfjS * HRGIjIDVX * SVSW » BVR * GO * ftOIiME * Z * }
De kz. is mede gelijk aan die der vorige dubbele vuurijzers. Het omschrift
luidt thans:
SKIiVV * PTiG * POPVIiVM * TT W M * DBS * 1Ä9Z (ongeveer sic, d. i. 1492).
Z. Het «yp.mplMr bij den Heer k e e r weegt 2,84 w.; een ander, afteur
de^coin, bij Mr. l . c . l d z a c , Curator der Hoogeschool te Leiden, 2,7 w.,
verder vindt men nog exemplaren bij de Heeren s t r i c k e r , b e e l a e r t s , Schrijver
dezes' en waarschijnlijk ook nog elders.
N° 16, 17 en 18 op PL XXII en F 37 op PI. XXXVIII zijn dusgenaamde
enkele vuurijzers, hoedanige wij vroeger, te rekenen van de regering van Gra-
vin Maria af, ontmoet hebben.
Op de vz. ziet men de gewone type van den leeuw, die aan eenen band het
vijfveldig wapenschild voor zieh draagt of vasthoudt. Op de kz. het versierde,
in bloemen eindigende, kruis met eèn roosje in het hart.
N° 16 heeft tot omschrift op de vz::
>J< PJ^S * TfRGfjIDVX * KVSTO * BVR * GO * LjOLIiK' Z * J.
Op- de kz. :
tfr BSRSDIG * ^GRGDimZSra * WVG » 1Ä9Z * (1492)
Z. De exemplaren dezer munt wegen tusschen 2,85 en 2,3 w. Zij kwamen
ons voor in het' Kabinet der Leidsche Hoogeschool, alsmede bij de Heeren d e
WIJS, BEELAERTS, DE VOOGT, HOOGENDIJK VAN DOMSELAAR, STRICKER en
Schrijver dezes.
N° 17 wijkt alleen eenigzins in het kruis en het omschrift der vz. van de
vorige munt af.. Dat kruis is thans namelijk een zoogenaamd Geldersch en
het omschrift eindigt in:
GO * PjOIlIi * Z * 5.
Z. Wij vonden deze varieteit alleen bij den Heer d e r o i j e . Het stuk
weegt 2,4 w.
N° 18 heeft op de vz. de afwijking:
ij< PiyS * TSRGijI * DV# * 2SVSW * BVR' * GOfBGS * fjOIili * J
Op de kz. Staat, na een Geldersch kruis :
BGBGDIG * I'jGRGDIWTOTI . 1BVG * 2SBHO * 1Ä95,
Z. weegt bij den Heer k e e r 2,48 w, en is ook voorhanden in het Kabinet
van den Heer b o o n z a j e r .
N° 37 op PI. XXXVIII heeft op de vz. :
66*