01B een nyeuwe inetractie by den geneiael m' ger. löyette te heipen maken om te munten
grootkens, half grootk. vierendelen ende, aohtendeelen van grootkens in de voran. munten
tordrecht, m welke reyse hy gevachiert heeft, comende besoignierende de munten voirn.
generaei meestr soe mitte brn van de reken. voirscr. den tijt van vier geheele dagen, enz. enz.
Mr geraerdt numan secretarys, enz. van aan ’s Torsten hofmeester geleende gelden.
Aan Claes van Bakel, enz. betailt van dat hy gereyst ie geweest van dordreobt töt and-
werpen ende voirt tot brnessel in de maent van octobri a° 86 by ordonnancie mijns gen.
hr. den coninck om aldair te besoigneren mitten anderen generaels opt stuek van der mnnten
, dairomme hy vut was, enz: -— 47 dagen tot 4 Ö gr. [of 48 grooten] s daiobs, enz.
De onzekerheid in de muntzaken in deze dagen, van elders reedg bekend,
blijkt ten overvloede- nog uit den volgenden post:
Den selven C. v. B. gen. mr voorsor. van dat hy vpten XX“ dach van febrnario 1486
gereyst is geweest van dordrecht tot brugge ten ontbieden van mijnen gen. hre om aldair
mit zijne genaden te spreken van sekere saicken aengaende der voirn. munten ende t wel-
varen van dier, dit blijckende by brieven van messive (sie) dair mede hy ontboden is geweest
mitten anderen generails vpt stuck der voors. munten ende was dairom vut, enz.
Den selven van dat hy van der munte wegen gereyst is van dordrecht in den hage
mitten wairdein en den muntmeester om die busse te halen die aldair gemaiet was totten
werck behoef derselver munten ende om mitte heeren van derselver rekening .te spreken
van sommige veranderingen op tstuck van der voorscr. munte en prouisie dairvp te helpen
ordineren, dairomme zy vut en onledich waren, enz.
Hiema volgt in het HS.:
Kekenynge anthonie de lonekere vanden sleyscat en heerlijke rechten van öns gen. hm.
munte in- holl* zynt vm .in april A° lxxxvj na- paessehen, tot vu in meye a° lxxxvij.
Om ’t hof.
Overgegeven te hove by den voorni meest. part. den tx in Nov1 xiIIJ® lxxxix.
Nadat eerst vermeld is , dat er gedurende den tijd dezer rekening geen goud
geld gemunt is geworden, lezen wij verder, dat er geslagen zijn aan » zilveren
pennynckstucken mitten twee leeuwen,// of de dusgenaamde dubbele vuurijzers,
333,990 stuks.
Amt enkele stuivers 39,120 stuks.
Aan penningen van een groot 152,044 stuks (deze Melden 3 penn. 4 gr.
kon. zilv. en er gingen 131 stuks op bet mark).
Aan .stukken van i | groat 114,264 (op een gebälte van 2 penn. 16 grein -en
van 216 uit bet mark).
Aan stukken van ’/4 groot 17,452 (op een gebalte van 1 penn. 20 grein en
van 322 uit het mark).
Sommige van deze munten waren volkomen volgens de instructie vervaardigd,
andere daarentegen niet, en van deze laatste was de helft van het daarop behaalde
soardeel ten bäte van den Vorst.
Hierna lezen wij :
Noch werck in derselver mnnten tdordrecht gewrocht zynt den v n i* dach in appril (sic)
ano xim° lxxxvr toten voirs. vnen van .meye lxxxvu".
Aan halve grooten waren geslagen [doch thans op het verminderde gebalte van
2 den. 12 gr. kon. zilv. en van 240 stuks uit het mark] niet minder dan
2,325,7,28 stuks.
Aan vierde grooten [op een gebalte van 1 penn. 16 gr. en van 836 stuks
uit het mark] ¡579,701 stuks.
Aan acbtate grooten, houdende 1 penn. 8 gr. kon. zilver, van 216 in de
snede, waren geslagen 58,352 stuks.
Het was met vele dezer muntsoorten even als wij reeds vroeger zoo dikwerf
opmerkten; sommige daarvan waren iets te ligt in het gewigt bevonden; aan
het gebalte van andere ontbrak veelal eene kleinigheid, doch weder andere waren
volkomen goed gewerkt; ten slotte bleek bet, dat den Vorst, zoo voor zijnen
sleiscbat als voor de helft van bet op gebalte en gewigt der laatstvermelds munten
behaalde winst, toekwam de voor die dagen niet geringe som van 216 ft
12 schell. 3 den.
De nitgaven, daarop, gelijk gewoonlijk, geleden, waren die der wedden van
den Gen. Meester der Munt van Holland, van den Waardijn, van den IJzer-
snijder [diens bezoldiging was 18 ponden grooten ’sjaars], yan den Raad en
Gen. Meester van alle ’s Vorsten munten.
Er volgen flog andere uitgaven wegens vroeger door den Vorst geleende gelden.
Ook vinden wij eenen post van 2 pond grooten wegens vervaardigd leggeld,
uitgereikt aan den klerk van de rekenkamer //om te bezigen in zijn officie.«
Eindelijk volgen zeer verschillende uitgaven ten behoeve van // mijne genad.