die in twee pooten een vuurstaal houden en in twee andere het juweel der
Orde van het Gulden Vlies, terwijl zieh eenige vonken daar tusschen vertoonen ;
alles binnen eenen parelrand; het omschrift is:
» MO' * 2SRGETE2Ï * BO * BEG * Z * Pljl * KRGi^ID' * 2£'* B' * GO' * If
d. i. Moneta argentea Somanorum regis et Philippi archiducis Austriae, Bm-
gundiäe, Comitis Hollandiae.
Op de kz. ligt het gedeelde wapensehild, dat wij boven op bladz. 504 beschreven,
op een gebloemd kruis, omgeven door eenen parelcirkel. Het omschrift
luidt:
gg S2ÏLVV * F2ÏG * DOMIHE * POPVLVM * W . 128A
Z. Het exemplaar van het Kon. Kabinet weegt 3,2 w. ; een bij den Heer
k e e r 3,5 ; een ander 3,3 ; de twee stuks bij den Heer S t r i c k e r even zq o ; ook
is de Heer b e e l a e r t s in bezit van deze munt; de Heer d e v o q g t bezit een
exemplaar met de variant POPVLV"
N° 23, weder een dubbele griffoen en omgeven van de zelfde type, die echter
minder fijn is, heeft op de vz. tot omschrift :
Wt MO • TSR . . . . BO ■ BG ■ Z • Pf^I ■ 2ÏRDV • TSV • B • GO • IjO
Op de kz. leest men:
S2ÎLVV • F7ÏG - DHE • POPVLV ■ TW • 1288.
Z. weegt 3,49 w. bij Professor s e r r u r e ; het exemplaar van den Heer d e
v o o g t weegt 3,3 w.
N° 24, een enkele griffoen, heeft op de vz. de afbeelding van dusdanig fa-
belachtig dier, houdende in den regterpoot het vuurstaal der Orde van het
Gulden Vlies en in den linker het juweel. Het omschrift is:
gg DEH2SRI * SIMPLE# * HOI2STVS * GRIFORVS
d. i. Enkele penning. (stuiverspenning), genaamd griffoen.
Op de kz. rust het gedeelde wapensehild op een eenvoudig gevoet kruis, dat
tot aan den rand der munt reikt. Omschrift:
DEV * PL | VS * 2SM2Ï | OV7Î « S B | GEHTV
d. i. Bemin God meer dan het geld.
Men heeft deze spreuk wel eens als ongerijmd en ongepast uitgekreten, maar
wij kunnen niet in dat gevoelen deelen.
Z. Het exemplaar van het Kon. Kabinet weegt 8,35 w. ; dat bij den Heer
St r ic k e r 3,3 ; dat van den Heer k e e r 2,99. Ook bezit de Heer b e e l a e r t s
deze munt in zijne Verzameling.
Wij gaan over tot de munten N° 25—27, zijnde grooten of halve stuivers.
Zij hebben op hare vz. de gekroonde letter M (Maximiliaan) binnen eenen
parelcirkel. Omschrift, na een dusgenäamd Geldersch kruis:
GBOSSVS * BO * REGIS * Z * P ïjl * KBD' * TS' * GO' * f^O'
Op de kz. rust het gedeelde wapensehild (zie vroeger) op een kruis, dat in
groote leliën eindigt. Omschrift, weder na een Geldersch kruis:
DEVM * PLVS * 7ÏMT5 * ÛVÏÏM * 7ÏRGEHTVM.
K. Penningkabinet der Leidsche Hoogeschool. Het exemplaar dezer munt
bij den Heer St r i c k e r weegt 2,1 w.; dat bij den Heer m a c a r ö 1,58; dat bij
den Kolonei d e r o i j e 1,57; verder berust er een bij den Heer d e v o o g t en
een in onze Verzameling.
N° 26 verschilf alleen in den vorm van het kruis op voor- en keerzijde. Wij
namen de munt over van de Plaat in des Heeren v e r a c h t e r ’s Documents pour
servir à l’histoire Monétaire des Pays-Bas.
N° 27 is , naar het schijnt, een halve groot.
De type op voor- en keerzijde is de zelfde als der vorige munt. Het omschrift
der vz., na een dusgenaamd Geldersçh kruis :
SE#WV * Pli * SIMPLE# * GBIPOHI * HOIKT
hetgeen wij niet goed weten te vertalen.
Op de kz. rust het gedeelde wapensehild op een gevoet kruis, dat zieh tot
aan den rand der munt uitstrekt. Omschrift :
DEV * PLV | S * 75MTÎ * G, | VTÎ * 7ÏRGE | TV * 128a
Z, B, weegt 1,3 w. Ons alleen bekend in de Verzameling van den Heer
BEELAERTS.
Thans gaan wij over tot de kleinere muntjes, N° 28—35 en N° 33 op
Pl. XXXVII.
N° 28—32 zijn halve grooten, gelijk er ons reeds vroeger van dezen Stempel
onder Maria (zie boven) zijn voorgekomen.
Wegens het opschrift 5RO'* 2SRDVG, dat zij, even als N° 11—14, voeren