weten op wat tijde sy souden willen verstaen totte bnsse van den wercke op te doen, dair
om vntgeweyst v dage te in franck daigs vz. ; . . . xiij ß inj den. gr.
enz. enz. want wij moeten ons gaan bekorten.
De eerstvolgende rekening, die van 8 April 1434 to t; den 4 Juiij 1436
loopt, is door Jacob Tack alleen gedaan.
De muntbus was geopend eil de rekening gedaan te ’s Gravenhage. — Ook
deze rekening is uifgetrokken in ponden grooten. Onder de tegenwoordig zijnde
raadsleden van den Vorst was, önder anderen, ¡»'Willem, die bastart van Hol-
lant//, enz.
Gemunt waren in gemeld tijdvak:
246,250 Philipspenningen.
Geene halve dito.
984,960 stukken van 2 grooten.
Geene stukken van 1 groot (waarvan er 44 in het
m Trooische mark gingen).
118,440 stukken van 1/2 grpot.,. . . . ,
121,800------ --- — '/4 -r-
152,576 --- — % m ■ I
Andere munteh werden er niet geslagen. De sleischat des Vorsten beliep in
het geheel, met het voordeel op de remedie, 108 « 9 schell. 10 den. gr. 6 mijten.
De uitgaven waren, gelijk gewoonlijk, aan den Waardijn Dire Oom zijne
wedde tegen vxl schilden of xxx penningen Phs ’s jairs//, dus . . 30 ® gr.
Voor zijne kleeding (want hij droeg, als ’s Vorsten ambtenaar, diens kleuren,
zijnde die van Holland) nog . . . • . 20 ß gr.
Verder komen voor de Rentmeester Generaal van Holland eji Zeeland, als-
mede de Gemagtigden van.de Stad Dordrecht, die wij reeds vroeger ontmoet
hebben, den //Assayerder// .der Munt, wegens zijne,, reis van .Dordrecht paar
’sHage, om de assaai der muntbuspenningen te komen maken, — p e , gieters
in de Munt, eene gift gelijk gewoonlijk was; vervolgens teruggave aan den
Waardijn van zijne verschilleride uitgaven ten behoeve: Van allerhande metsel-,
timmer- en ijzerwerken aan de Munt; eindelijk de verschütten aan den Waardijn
, door de MuntmCesters gedaan, wegens het bijworien van de Dagvaarten
der Hollandsche. Steden over het puut van de Munt, te ’s Hage gehouden,
onder anderen eene,,, waaromtrent wijrlezen; .'¿.ppte.ordinanciei van mpten,
, om den selven Rade te informeren enige saicken denselven müten grotelijc
n aengaOnde. ii "
Eene- andere maal lezen wij:
i/ Den Wardeyn van dachväerden in den haghe doe mijn gen. hr lestwerven
en oic tgemeen lant aldair waren om te vermanen dat men die ordinancie van
der munten onlanc gemaict en niet gehouden wares, van nuwe weder ordineerde.»/
enz. enz. telkens moest de Waardijn voor muntzaken naar ’sHage.
Bij het komen doen der rekening genoten Waardijn en Muntmeester ieder 1
frank des daags en zij waren zes dagen op deze reis uit.
De laatste uitgaaf is aari de wedewe (sic) en de erfgenamen van Jan Nemery
en Amt Mussche de som van xii ® xii ß in den. gr. ij miten, » den Phs
Bourgoensche schilt voir ilj ß ii den. gr. gerekent//, dus op 38 grooten.
De volgende rekening, mede gedaan door Jacob Tack, loopt van 4 Julij
1436 tot den 5 Mei 1437. Wij zullen weder het voomaamste er uit mededee-
len, waardoor het ons , onder anderen-, zäl blijken, dat deze Müntmeester in den
laatsten tijd geen lust had oml!zijnen post langer te blijven waarnemen.
Uit den aanhef blijkt, dat er ook afgevaardigdeni Van tweei steden j te weten
van Delft en van Leiden, bij het openen der muntbus te ’s,Hage tegepwoordig
waren, een bewijs dat; de steden van hun aloud regt (zjp., onder anderen, boven
onder Jan van JBeijeren) gebruik maakten om toezigt te houden op het y^ettig
gehalte Van de Landsmunt.
De rekening dan begint aldus:
Ende is te weten dat die busse van den wereke van der. vors, mute opgedaen was in den
hage in hollaqt vxw1“1 daph in septebry u n s xl In die tjegenwordicheyd van mijnen
heere van buigniconrt, de heere van yvassenair, die heere van yselstein , heere lodewijc van
mondforde, willem van naeldwijc, ghyselbrecht van vyane, godscalek oein, meester heinrie
wtenhove, maister berthelmeens a la truye, Jehan quevin, meester piter beoisten zwene ,
Jan van der mije, alle Raedslude mijns voirs. genadiclis beeren,;yan der stede wege van
Delff heinrie van nyevelt ende dierck Jansz. buerchmeesters,. vap de? st^de yan leyden floris
paesge ende symoen Vrederijq, oicbueTclimeisj,ers der yoira. stpde, Piere bopdins zon (sic),
51 * ’