Filips den Goeden in der tijd geleend had, het meest voor het waarnemen der
Munt geboden en die alzoo bij de brandende kaars ■ gepacht had.
Ook aan Claes van Bakel, den Gen. Meester,- was de Vorst nog eene aanzienlijke
som schuldig wegens geleende penningen.
Aan Geertruyt, weduwe van den IJzersnijder of Muntgraveur Reynier Dircxz.,
was de Vorst mede nog eene, hoewel niet aanzienlijke, som schuldig wegens
verschillende //stoffen, materien en reparatien aan de Munt// te Dordrecht
geleverd en gedaan.
Onderscheidene Ambtenaren hadden verschütten gedaan, die teruggegeven
moesten worden (en wel het best kon zulks uit den vorstelijken sleischat geschieden),
//om *t stuck van zijnre genaden reyse in almaengen.//
Maximiliaan blijkt dus dikwerf aan geldgebrek te hebben. geleden.
Uit de gedane uitschotten ten behoeve van herstellingen of vernieuwingen aan
het gebouw der Munt en betaalde loonen blijkt, dat in 1485 het loon van
eenen loodgieter, die aan de Munt werkte, 5 stuivers daags was; van eenen
houtzager 6 stuivers.
Onder de uitgaven merken wij nog op : // van een rat te begieten mit loot
daer die ysersnyder zijn yseren polijst,// enz. (pag. x i i j van het HS.).
Er wordt gesproken van de groote en van de kleine gietkamer in de Munt
(pag. xv).
Het in de Munt geleverde ijzer was berekend tegen vijf deuts het pond.
Wij lezen ook van //een beitel verstaald.//
Een braspenning gold toen waarschijnlijk twee stuivers.
Het schijnt dat er te Dordrecht in deze dagen geene goede koperslagers voor
groot werk waren ; althans wij lezen van den aankoop te Haarlem van // vijf
nyen coperen gloeypannen, wegende tsamen lxxvi1^ pont, ’t pont iij1^ st.//
Welke ponden dit geweest zijn, zoude van elders moeten blijken. Hierop
volgt de post:
B e t a e l t w o u t e r a em ts z o e n v a n d a t h y b y o r d o n n a n c i e v a n d e n m u n tm e e s t e r e n d e w a ir d
e in t o t h a e r lem g e to g e n i s v u t d o r d r e c h t om b y d è v o ir s . p a n n e n t e w e s e n i n t o r d in e r e n e n d e
m a k e n v a n d i e n , d a i r h y om v u t w a s t im i d a g e n t o t x i i g r . ’s d a i c h s , e n z .
Betaelt v a n xvm yseren gloeypannen, gecocht te bergen,, enz.
In October 1485 werd door den Muntmeester een nieuwe gloeipan te Maastricht
gekocht, zoodat Haarlem hiervan geen monopolie had.
Betaelt — van iij eilen i vierendel groens wollen lakens op tcomtoir te leggen in des
wairdeins earner, delle x n n stuvers, enz.
Wij lezen ook van //quetsdoucken,// die waarschijnlijk noodig waren, wan-
neer de munters zieh met de zware munthamers gekwetst hadden.
Vutgeven van reysen eñ bodeloonen.
Betailt pieter van ondegein, messagier, van dat hy by bevele van den conynck getogen
is van andwerpen tot brugge omme te halen Mr gerart loyette gen. mr by den selven conynck
te komen binnen die voirs. stat van Andwerpen, enz.
Betailt Vastairt Jans Voor zijne Reyse van tot tween stonden getogen te wesen van dordrecht
tot wijck te duyerstède en aldair te halen zekere werckgesellen om te wercken in der
voirs. munten, elke reyse v dagen tot v stuuers sdaichs, enz.
Betailt wouter de bal van dordrecht van dat hy gereyst is geweest van dordr* tot maes-
tricht in den lande van ludick ende aldair gehaelt sekere werckgesellen in de voirs. mute
te wercken, dair hy om vut was ix dagen tot x i i gr. sdaichs, enz.
Betailt zekere gesellen die den tweeen bussen van den zilveren penn. van vi en v gr.
-van dordrecht in den hage gebracht hebben om *t assay dair vp te maken, nae onder ge-
woenten voir hoer vacacie, enz.
Claes van bakel, generael meest* in der voirs. munte, die by bevel van onsen gen. hreden
eertshertoge van oistenrijck en by sijne besloten brieven gescreven te mechelen den 23Q
dach van nov. A0 1485 getogen is van dordrecht in den hage aen den stedehonder eñ
raide van hollandt omme te solliciteren die expedicie van hueren brieven die men vp sekere
opene brieven mijns voirs. gen. hm aengaende de munte aen den selven stedehonder. ende
raide gesendt ende die terstont, doen publiceren in alien steden eñ plecken. In welke reyse
hy vut was — enz. — ten pryse van m i Q gro. [d. i. 48 grooten] ’sdaichs, fac. enz.
Den selven claes van bakel generael, jan vastaertszoen waerdeyn eñ anthonis de lonckere
meester particulier in der voirs. munten, die gecomen sijn van dordrecht in den hage om
te maken ende te nemen voir hem die bnssen van gouden eñ van silveren toten wercke der
voirs. munten, na der lesten ordonnancie by mijne gen. hre dair vp gemaeot, daer vp men
doe munten zoude gelijck men dede in vlaenderê ende in brabant, in welke reyse, enz.
Den selven Claes van bakel generael die ten ontbieden van den hrn van de rekeningen in
den hage in meerte lxxxv sec. cursum curiae hollandie gecomen is van dordr. in den hage