![](./pubData/source/images/pages/page128.jpg)
sley schat verschuldigt.// Ook kan ’t wezen als eene tegemeetkoming voor de
van wege den Hertog te vervaardigen goede muntspeoien.
In het boven aangehaalde H. S. staat nog, bl. n r verso:
//Anno derthienhondert zevenentnegentich maecte de voirsz. hertogc Aelbert
eene andere ordonnancie geregistreert iht memoriaelbouck B. M. foliisxviir,
xix, daer.by geset werden:
Den Engelschen Nobel . . . . tot lxxxu grooten.
Vraneryexe, crooneny
Peters > . . . . . — xli —
Belmckens J
Vlaemsehe. Nobels, . . . . . — lxxx
Den Keurvorster gulden . . . . — xxxv —
De Wilhelm us Dordreehtsche gulden —-■ x x v i i j —//..
H e t i e n vermeldt in zijne boven aangehaalde Prijsverhandeling, bl. 96 , dat
uit een H. S. te zijner tijd voorhanden bij den Heer Gerard, bleek, dat // Ten
//jaere 1398, ter ordinantie van den Hertoge Albrecht zijn gemaekt goude pen-
» ningen, genoemd Kijnsche Guldens van ixxi i n ’t marck, ende van alloy 21%
//caraten lyn goud//; (alsmede vermeldt hk yi.xn , dat ter ordinantie van den 16
Mei 1401 // syn geslagen Hollandsche Gulden van 72 int marc ende van 17
//-caraten fyn gouds op der toutsen ter remedie een quart van carat in, alloy
// ende voort> als. op den Kijnschen,//)'
In- dat; zelfde- jaar T-398- lezea mj andermaal- van- Dordreehtsche, gulden,(hi,
664), en spreekt Hertog Aalbrecbt. wederr van. // oude Schilden:, als wy. lest
hebben doen slaen.//- NB. Die van Haarlem en.Delft hadden. van,den Hertog
geleend Schilden; die van Amsterdam. emLeidenu Dmdreiddsalet guldens, <Jc&. 678)/
Ten zelfden jare bedong de- Hertog van d» stadi Amersfoort; ala/zekfire- toL //dat
seste- deel van eesre- goed© ouden Vninckryi^eheiL schijt;., of sulck pa-Yeiiion!/, ale
dair goet voor- is// (bl. 683), en vier bkdzijden verdervkzenswijrvaB/:///wijftig
pond Hollands goeds geld*-, en van n schellingen Hollands, goeds, gelds//-; eene
door on weder vergane-kogge-mefc zont geladen—- werd. aana cfevian: Amsterdftm.
gedeeltelijk vergoed met // vijftalflbhondert Hollantsebe Schilden//, en verder met
de kwijtschelding eeaer-jaarlijksche betabng- vam, //.vieri maffcka silvers//-, die
gemelde stedelingen -als !tol verschuldigd waren wegens de tollen van den Graaf
van Blois, Heer van Gouda en Schoonhoven, welke plaatsen Hertog Aalbrecht
van dezen zijnen overleden neef geeifd had (bl. 687, 688). Op bl. 689 lezen
wij weder van //Hollantsche Schilden//, doch op die zeffde bl. komt voor, dat
Hertog Aalbrecht in 13-99 den hop-accijns aan die van Schoonhoven overgeeft
tegen eene jaarlijksche betaling van //vijftich -Vranckrycksche ouder schilde//.
Bl. 692 Staat: //15 Vranckrycxe Schilden, goet van goude ende swaer van gewichte,
ende tien Hollantsche groote//, zoodat de vreemde rnunt als hoofdmimt
en de nationale als pasmunt besohouwd worden [het geldt hier de JSohermer in
Westfriesland]. Op die zelfde bl. lezen wij van //tiendalve Vrancrycxe oude
schilt, ende eenen Hollantsöhen grooten.// Verder van Schepenen — //'die elcx
gegoet sullen wesen tot derdalff schot ponden of daer boven. // Een eind verder
staat (er is sprake van bierprijzen): » dat mengelen, binnen öhsen lande ge-
brouwen, voor vyff penninge Hollarrtß, ende van Hamburger bier ’t mengelen
ses penningen Hollants, alsulcx gelts , als achte penningen Hollants eene Hol-
lantschen groote doen»; — verder van het //verbeuren jegens Ons van 40
schellingen-//, -d. i. dus 480 grooten.
Op bl. 698 staat : »SB» sehellingen aght penningen// ; — en // van Amster-
veea gecoft om een en dartigh handert Schilden.; wie wy selver lest hebben
doen slaen.»
ln een stuk van het zelfde jaar, Bat betrekking heeft op de stad Tholen,
spreekt Hertog Aalbrecht van eene [toen geldige] som van // twintich pont swar-
ten.// Waarschijnlijk wordt hier Vlaamsch geld bedoeld (bl. 706).
Aan Mr. Dirok van Delft, -den eenigen Doctor in Theologia, // dat men heet
Meester in der Godheyt, den eenigen met dien titel toen ten tijde in deze landen//,
legt de Hertog toe //xx oude Schilden ’sjaers, xn groten voor een Schilt
gerekent» (bl. 711).
Op den 1 Junij 1399 verleende de Hertog den navolgenden voorregtsbrief
aan zijnen Muntmeester :
Aelbrecht enz. Doen conilt -allen Im-den, dat -wy Willem Tonsus onsen Dvenei- Toenre
cleser brief onse mnnte van Hollandt ende van. Zeelandt bevolen hebben te bewaren- ende te
bedriven tot onser eeren ende orbai-r na in-hottden onser bevelinge ende brief die h-i van ons
81 *