grooten, Item eenen nuwen Airnhems gülden 32 grooten, Item-eenen Johannes Beijers
o-alden 31 grooten, Item een Utrechts gülden 31 grooten, Item een Rijnsch Coirvorst
gülden 40 grooten, Item drie [die?] Beyers dubbel 2 scell. 6 den. grooten, Item van den
silveren payment, Eerst Wilheimus Tunen, een Ludix grijp, penningeq mitten loopenden
leeu, ende Brabantsche Butdragers, elck voir 2 grooten, Item drie leeuwen 4 grooten,
Item oude Buddragers, Vlaemsche placken, Jangelse ende Brabantse braspenningen elcs
voir 2Va gr., Vlaems braspenningen tstuc 17 deuts, Cromsterten Vlaems 13 deuts, Du*
cissa Tunen 11 deuts, Jam (?) Johannes tunen ende oude Vlaems grooten elcs 10 deuts,
dese voirschr. ordinantie ende settinge hebben wy geboden ende gebieden eenen yegelijcken
te houden ende by anders geenen paymente te copen, enz. enz.
Voigt weder ongeveer het zelfde als zoo dikwerf vroeger.
Gegeven Tordrecbt 7 dagen in Augusto anno XXI.
Het in tijdsorde volgende stuk, dat op de muntzaak betrekking heeft, raakt
een gedaan essaai en luidt aldus:
Johan &c. Doen cont allen luden, dat Jan Nemery ende Goidscalc Tyelman Oems soon,
onse Muntemeesters, een. assay gedaen Bebben van allen penningen van goude ende van
sulver, die sy tot desen dage van onser wegep inder munte van Dordrecht gewrocht hebben,
Ende want wy van onsen Rade ende Clercken dair by geschicket hadden, die dat voirschr.
assay in onsen name oversien ende goet ende van waerde gevonden hebben, nae sulcker
ordinantie als die brieve die daer of sijn inhouden, Soo scheiden wy onsen muntemeesters
voirn. dair of quite ende bedanckense van hooren goeden dienste. In oirconde. Ge-
schreven •Tordrecht opten 8* dagh in Augusto 21.
Op den 26 September daaraanvolgende vaardigde Jan van Beijeren te BrieÜe
deze Ordonnantie op den loop van het geld uit:
Jan &c. Laten u weten allen onsen Bailjuwen, Rentmeesteren, Drossaten, Tolneren,
Scouten, Scepenen, Boden ende anders allen onsen Amptluden, Rechteren ende Dieneren
overal in den lande van Hollandt, van Zeelandt ende van Vrieslandt, bynnen Steden ende
dair buten, hoe dat wy mit onsen Rade ende mit onsen gemeenen goeden Steden eendrachtelic
overcomen sijn, ende entlic gesloten op eene ordinantie ende settinge van paymente, die
wy over al in den onsen, ende van eenen gehouden, genomen', gegeven ende gegenget wil*
len hebben in allen hantierungen, van Comanscippen ende van pennewairden, groot ende
cleene ende hoedanich datse sijn inder manieren hier nae volgende, dats te weten Keysers
ende Vrancrycse scilden tstuck 62 grooten, , Eenen gouden nobel 96 grooten, Vrancrycse
Croonen 52 grooten, Hollantse Gwilhelmus scilden 43 grooten, Rijnsche gulden ende
Beijersche Schilden 41 grooten, Airnhems gulden 86 grooten, Beijerse g u ld e n endeBisschops
gulden 85 grooten, halve dubbele ende Lammekijns 33 grooten, Item in silveren paymente
Guilhelmus Tune, Beijersche nuwe penningen ende Ludixe Grijppen sullen doen elc stic
2 grooten, Vlaemsche braspenningen 3 grooten, oude Vlaemsche Butdragers 2Va grooten,
Vlaemsche Cromstarten 14 deuts, Johannes Tunen, ende brabantsche penningen 11 deuts,
oude Vlaemsche grooten 10 deuts, Hollantse leeuwen 8 deuts, Ende eenen brabantschen
braspenninck voir 2 Leeuwen ende 6 deuts, sulke als wy nu ter tijt in onser munten tordrecht
doen slaen, sullen eenen grooten doen ende die 12 eenen tuyn, Ende want wy op
dese voirschr. settinge van paymente alle alsulcke gebode ende voirwairden van betalinge,
verbuernisse ende boeten volcomélick gehouden willen hebben in sulker maten als wy optie
leste settinge voir dese mit onsen brieven geboden hebben, Soo ombieden wy noch ende
bevelen u allen onsen amptluden, enz. enz.
Volgen de gewone bevelen en boetebedreigingen.
Gegeven ten Briele 26 dagen in Septembri anno 21.
Van den zelfden 26 September 1421 dagteekent het volgende stuk, waarbij
het munten van eenen zilveren penning, geheeten deut, gelast wordt:
Johan enz. doen cond allen luden, dat wy by consente ende goeddencken ons Raets
ende onser gemeynre goeder steden bevolen ende gemachticht hebben, bevelen ende mächtigen
mit desen . brieve Jan Nemery, onsen Muntmeester van Hollant, van onser wegen te
wercken in onser munte Tordrecht.enen pennync van silver, geheten een deut, die houden
sal 1 penn, ende 16 greyn. Con, sii. xxxvi ß optie mare [d. i. 432 stuks], dair onse
Muntmeester of hebBen sai te femedie in den, aloye iij greyn ende Xxxn der pennynge
voirscr. van elke mare werex, ende dese 6 deuts sullen gaen voir enen groeten, dat’s te
weten xii voir enen goeden tuyn; ende des gelijc halve .deuts van den selven aloye
lxxii ß optie mare [dus 864 stuks, waaruit blijkt, dat het een zeer klein muntje moet
geweest zijn] , m greyn in aloye ende lx iiii in der snede van eie mare werex, des sullen
wy hebben voir onsen sleyscat van elker marc fijns silvers x n der groete voirsz. Dit sai
gedueren tot onser wederseggen. In oirconde enz. Datum ten Briele xxvi dagen in
Septembri anno XXI.
Bevelboeh 22 Juny 1417—1421, Cas. R. folio 147.
Daags daarna beval Jan van Beijeren aan zijne Muntmeesters om de helft