I. van, die zeer fraay zyn. Zodanig één heeft
“ ook L a c h m u n p , doch wat ruuw, in Plaat
Hoofd’ gebrag t , noemende denzelven een FJorentyner
stuk. bonte Marmerfleen , met vervallene Gebouwen,
waar boven Wolken, en in dezelven een
Kruis, als een Wonderteken. Op een kleiner
Stukje heb ik ook een Kruis, doch in de Grond
Kaande , en voor ’t overige met zodanig By-
werk, veel gelykende naar de Toppen van Rot-
fen o f Bergen , als hier in Fig. 3 vertoond
wordt. Het Kruis, dat wel ruuw is , doch niet
ruuwer dan veele gemaakte Kruifen, fchyntnief
verre vaneene Kapel o f Boeren Huis, als ineene
Valey geplaatst te zyn.
Maar deeze Steenen leveren oneindige veranderingen
van Gezigten op. Z y komen voor
met een geheel bleeken en ook met een don-
keren en groenachtigen Grond, die dikwil?
als met Mofaiëk Werk, van bleeke en bruine
Vlakken , is gefprenkeld, Eene andere Sport
is bleek bruin van Grond, met Roozekleurige
Schaduwen en hoog geele Vlakken. De ge-
heele Tekening dringt ’er , zo wél als in dp
Florentynfe Boomfteenen , doorheen, en zal
waarfchynlyk door vloeibaare Aardftoffen, die
zig, by de vorming van het L e y , daar onder ge.
mengd hebben, veroirzaakt zyn. Immers, dat
de
- ' i f ) zïe * Afbeelding derzelven in ’t ïfl. Deel der Uit-
gezogte Verhandelingen, op Plaat XXI, als ook in die van
de HolUr.dfche Maatfchappy der Weetenfcbanten , metKIeu-
ten, IV. Deel.
Natuur meer dergelyke werkingen doet, is j,
uit de Schyfjes van een Peereboom - Houten A fdeel
Stoele Poot, nu ruim twintig Jaar geleeden, te
Haarlem, waargenomen,en onder den naam van stuk.
Steden- of Landfchaps - Hout aan \ licht gegeven
, blykbaar (x).
Dergelyke Figuuren vindt men ook op Kalk-
aartige Steenen, op den Berg Sinai, by Gos-
lar eri in ’t Karlsbad in Boheme , zo G jme-
l in aan merkt. Het is de Tqffteen der Waterleidingen
van dit laat ft e , welke zulks uitlevert
, gelyk ik daar van twöel fraai je Plaa-
ten heb. Maar ik zou hier ook dien Steen
t’huis brengen, welken K korh (die van de
Florentynfe Stedenfteenen , op zyne Plaaten
VIII en VIII. a , keurlyke Afbeeldingen gegeven
heeft,) op *t midden van zyne IV. Plaat
als een Kwast in eene Plank vertponende ,
voorhek, De Heer G m e l i n heeft wel dee-
zen , waarfchynlyk Papenheimfen Steen , betrokken
tot de Vyfde Soort van Natuurftee-
nen, by L i n n ^eus ( 7 ) , waar van ^yn Ed*
een Cirkeljleen maakt; doch het is zeer blyk- citkel
baar , dat onze Ridder daar mede niets anders fteeiu
bedoeld hebbe , dan die Kringetjes, welke
ke fomtyds op Verfteende Oefters en andere
Conchyliën voorkomen, buiten twyfel van
-die
(y) Graptolithut Serpulites. Grnntol. Cuculos concentricos
exaians. Syji. Nat. XII. Tom. III. Gen, 43, Sp. j .
H 5